“Liquidatie Hamas-leider breekt Israël zuur op” titelde De Standaard (19.02.10), “Israël onder druk door ‘Mossad-moord’ schreef De Morgen (19.02.2010). Niets is minder waar. Als Israël geen enkele sanctie kreeg voor zijn slachtpartij in Gaza (december 2008 tot januari 2009), met 1400 dodelijke slachtoffers, maar er in tegendeel zelfs voor beloond werd (1), zal het nu zeker geen sanctie, laat staan een blaam, krijgen. Zelfs al zijn daar valse Europese paspoorten bij gebruikt. Maar wie zegt dat die paspoorten vals zijn?
Het is geen geheim dat alle geheime diensten overal ter wereld over blanco reispassen beschikken, die ze naar believen kunnen invullen en gebruiken. En aangenomen mag worden dat ze die, onder bondgenoten, onderling ter beschikking. Geregeld is er in de kranten te lezen dat voor spionage en andere louche affaires, gebruik werd gemaakt van “valse” paspoorten uit andere landen die van de verdachten.
Het is ook een diplomatieke gewoonte dat er bij de ambassadeur van het betrokken betrapte land even wordt geprotesteerd, maar de man beweert dan gewoonweg van niets te weten en daarmee is dan de kous af. “Op het matje geroepen”, wordt dat doorgaans genoemd in de pers, maar in feite is het een onschuldige noodzakelijke formaliteit om te “bewijzen” dat het land van uitgifte niet medeplichtig is.
Merkwaardig is alleszins dat als de schuld van een land, als het een bondgenoot is, vast staat er nooit gevraagd wordt het document, officieel eigendom van de uitgevende staat, terug te geven. Dat was al zo in 1973 toen Israëlische moordenaars in 1973 Belgische paspoorten gebruikten om in Beiroet drie Palestijnse leiders te gaan vermoorden.
Israël gebruikt al jaar en dag paspoorten uit westerse landen. Merkwaardig genoeg altijd uit landen die bondgenoten zijn: België, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Australië.. Toeval? Vroeger konden dat eventueel namaakpapieren zijn, maar al jaar en dag worden vervalsingen moeilijker door de invoering van gesofisticeerde technieken voor de fabricage van paspoorten om fraude vanwege asielzoekers, vermeende terroristen e.d. te voorkomen. Databases waarmee de namen van de paspoorthouders direct kunnen worden gecontroleerd, hebben ook het gebruik van fictieve identiteiten bemoeilijkt. Om efficiënt te werken moet je dus een” echt vals” paspoort hebben plus de gegevens van echt bestaande mensen.
Wie af en toe wat leest in boeken over de Israëlische geheime diensten, weet dat joodse immigranten in Israël steevast gevraagd wordt hun paspoorten van hun land van herkomst of de gegevens erop ter beschikking te stellen voor de “goede zaak”. “Stelen” van die gegevens door de Mossad & Co is niet evident aangezien de betrokkenen met een nieuw Israëlisch paspoort binnenkomen en hun tweede document dus nergens hoeven te laten zien. De Israëli’s die nu hun namen in de wereldpers hebben kunnen lezen als verdachten in de moordaanslag zijn wellicht niet zo onschuldig aan de moord op Mahmoud Abou Al-Mabhouh op 20 januari 2010 in Dubaï als ze beweren te zijn. Ze hebben alvast de pech gehad dat hun paspoorten in Dubaï gefotografeerd zijn geworden – een gewoonte die veel landen van de Amerikanen hebben overgenomen.
In het geval van de moord op Mahmoud Abou Al-Mabhouh is samenwerking van verschillende westerse geheime diensten zeer waarschijnlijk in het kader van “de strijd tegen het terrorisme”. En gezien de arrestaties van twee Palestijnse geheime agenten, die met de Mossad samenwerkten, in Jordanië – inmiddels zijn ze al uitgeleverd aan Dubaï – mag ook de vraag gesteld worden naar de medeplichtigheid van de Palestijnse Autoriteit en naar die van de Palestijnse president Mahmoud Abbas. Kan hij nog dieper vallen?
Toch nog even terug naar de titel van De Standaard in de inleiding. “Zuur opbreken” zal de moord en de gebruik van “valse” paspoorten Israël zeker niet doen in het Westen. Wel ondergraaft het zijn goede relaties met het emiraat Dubaï , hoewel dat Israël niet officieel erkent – dat kan het overigens niet, dit is een zaak van de Verenigde Arabische Emiraten, waarvan het een deel is. Dubaï sponsort een Palestijnse voetbalploeg in Israël en er zijn uitgebreide handelsrelaties tussen het emiraat en de joodse staat. Die lucratieve relaties dreigen nu op de helling te komen.
(Uitpers nr. 118, 11de jg., maart 2010)
(1) Zie Uitpers nr. 116, januari 2010: “EU beloont Israël voor moord en brand”
https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=2580