De spanning tussen de VS en Iran was de laatste maanden scherp de hoogte ingegaan. Werkt Teheran aan een atoomwapen of niet? In elk geval bevestigde Iran aan het Internationaal Atoomagentschap het stopzetten van een belangrijk onderdeel van zijn nucleair programma. Maar dit is zeker niet het einde van het verhaal.
Het nucleair programma van Iran ging van start onder het regime van de sjah. Het plan voorzag toen om 20 atoomreactoren te bouwen. De Iraanse revolutie van 1979 onderbrak alle nucleaire activiteit, die pas later op kleinere schaal weer op gang kwam. De bouw van twee reactoren in Bushehr aan de kust van de Perzische Golf werd onderbroken door de Iraakse bombardementen tijdens de eerste Golfoorlog in de jaren ’80. De huidige plannen spreken over 15 nucleaire centrales en twee onderzoeksreactoren. De onderzoeksprogramma’s van de sjah rond productie van splijtstoffen werden inderdaad weer opgenomen hoewel ze tijdelijk stopgezet werden tijdens de revolutie van 1979 en tijdens de eerste Golfoorlog.
Iran ratificeerde het Non Proliferatie Verdrag in 1970 en het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) heeft sedert februari 1992 toegang tot de nucleaire installaties voor inspecties.
Het wordt algemeen aangenomen dat de nucleaire inspanningen van Iran zich concentreren op uraniumverrijking, alhoewel er ook indicaties zijn van parallel onderzoek rond plutonium. Iran zelf zegt dat het de complete cyclus van nucleaire brandstof wil realiseren om haar programma voor civiele energie te ondersteunen. Maar dezelfde brandstofcyclus zou ook bruikbaar kunnen zijn voor de ontwikkeling van een atoomwapenprogramma. Iran heeft kennelijk haar nucleaire activiteiten verspreid over een aantal plaatsen om het risico te verkleinen dat het ontdekt of aangevallen zou worden.
De crisis is zich serieus beginnen te ontwikkelen in de laatste twee jaar. In 2002 bevestigde Iran openlijk dat het sedert 18 jaar nucleair materiaal en uitrusting aangekocht had. Teheran ontkende hierbij militaire bedoelingen te hebben, maar het blijkt toch dat het land zich niet volop coöperatief opstelde ten opzichte van het IAEA. “Het is duidelijk dat Iran gedurende een lange periode haar verplichtingen niet is nagekomen”. Zeker tot oktober 2003 heeft Iran zich niet gehouden aan alle verplichtingen die voortvloeien uit het NPT Safeguards Agreement. Het Atoomenergie Agentschap wilde elke uraniumverrijking doen stoppen en waarschuwde Iran in september 2004 dat het dossier kon overgemaakt worden aan de VN Veiligheidsraad.
De Iraanse regering antwoordde dat ze haar plannen niet opgeeft om 37 ton uranium te verrijken – wat theoretisch vijf atoombommen vertegenwoordigt. Maar Teheran liet toch een diplomatieke opening toen de minister van buitenlandse zaken mededeelde dat het programma nog niet in uitvoering is. Bovendien hebben onderzoekers inderdaad nog geen sporen van effectieve uraniumverrijking kunnen vinden, hoewel vaststaat dat bepaalde activiteiten die verband houden met het verrijkingsproces – zoals de productie van UF6(1) – tot 22 november 2004 zijn door gegaan.
Intussen werd er op vele niveaus gemanoeuvreerd, gehandeld en gedreigd. De Israëlische premier Sharon – Israël is zelf een illegale atoomwapenstaat(2) – verklaarde dat Israël “maatregelen neemt om zich te verdedigen”. En zijn defensieminister, Shaul Mofaz, voegde daar aan toe dat met alle opties werd rekening gehouden om Iran ervan te weerhouden een nucleair wapenprogramma te verwezenlijken. In oktober werd ook nog gezegd dat Israël voor 319 miljoen dollar munitie aankoopt bij de VS, met inbegrip van 500 bunker-buster bommen. Dit alles kan moeilijk anders gelezen worden dan als een directe dreiging om nucleaire installaties in Iran te gaan bombarderen, zoals Israël al deed in 1981 in het Iraakse Osirak. Daarnaast blijven de Verenigde Staten de druk op het IAEA en op Teheran hoog houden, en willen het dossier ten allen prijze op de VN Veiligheidsraad brengen om eventueel stappen te kunnen zetten naar een militair optreden. Haviken van de Bush-regering willen een “regime wissel” ofwel een “chirurgisch militair optreden”in Iran.
Dit zijn de twee openlijke militaire benaderingen.
Een aantal Europese landen wil deze crisis op diplomatiek niveau oplossen. Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië, met de steun van de Hoog Vertegenwoordiger van de EU Javier Solana, willen Iran belangrijke economische voordelen bieden in ruil voor het stopzetten van de Iraanse ambities om een nucleaire macht te worden. Het gaat om het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie, handelsakkoorden, veiligheidsgaranties, en nucleaire brandstof voor civiel gebruik. In een voorlopig akkoord tussen Iran en de genoemde Europese landen, van half november 2004 engageerde Teheran zich om het werk rond de uraniumverrijking vanaf 22 november te stoppen. Het lichtte de IAEA hierover ook officieel in. El Baradei, directeur van het IAEA, zelf wijst erop dat dit geen verdragrechterlijke verplichting van Iran is – aangezien het niet bewezen is dat het om militair gebruik gaat – , maar inderdaad een vrijwillige vertrouwenwekkende maatregel. Hij vermeldt verder dat al het aangegeven nucleair materiaal in Iran kan worden verantwoord, en dat dit materiaal niet wordt afgeleid naar verboden activiteit. Hij kan echter nog niet besluiten dat er geen niet aangegeven nucleaire materiaal of activiteiten plaats vinden.
Besluit
De jarenlange internationale situatie rond het atoomwapen is nooit duidelijk en coherent geweest. Verdragrechterlijk worden 5 atoomwapenstaten erkend, maar die engageerden zich wel (34 jaar geleden) tot nucleaire ontwapening, waar niks van in huis is gekomen. De andere landen mogen geen atoomwapens ontwikkelen. Jarenlang is een politiek gevoerd van non-proliferatie, en Bush volgt nu zelfs een “counter-proliferation” beleid. Deze ongelijke politiek doet andere landen echter absoluut naar een “atoomdefensie” zoeken tegen het internationaal recht in. Een contract kan maar werken als beide partijen hun engagementen nakomen, zoveel is duidelijk. De proliferatie van het atoomwapen kan maar echt verwezenlijkt worden als de erkende atoomwapenstaten werkelijk nucleair zullen ontwapenen.
(Uitpers, nr. 60, 6de jg., januari 2005)
Bronnen:
- IAEA resolutie van 29 november 2004 (gov/2004/90) via www.fas.org
- Robert Kuttner, A key role for Europe in Us-Iran conflict, Globe Newspaper, via www.afs.org
- Victoria Samson, Will Israel versus Iran be the next act?, www.cdi.org
- Artikels in de internationale pers
Voetnoten:
(1) UF6 of Uranium hexafluoride is een chemisch e samenstelling die bestaat uit een atoom uranium gecombineerd met zes atomenen fluorine. Het is de chemische vorm van uranium die gebruikt wordt gedurende het verrijkingsproces.
(2) Volgens het Non Proliferatie Verdrag zijn er 5 erkende atoomwapenstaten (China, Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en Verenigde Staten van Amerika).