Mocht U geïnteresseerd zijn in een uitvoerig overzicht van alle voor- en tegenargumenten over het basisinkomen, dan is dit het boek dat U niet mag missen. Het is, voor zover ik weet, ook het eerste dat voor- en tegenstanders aan het woord laat. De uitgevers van het boek zijn weliswaar uitgesproken voorstanders en de pro en contra stemmen zijn niet bepaald in evenwicht (vijf ‘dissidente’ auteurs, waaronder uw dienares, op 37 hoofdstukken…), maar alles wat er kan gezegd worden over het basisinkomen vindt U wel in deze publicatie.
Een goede reden dus om de uitgevers van harte te feliciteren. Tel daarbij dat ze werken met auteurs uit verschillende landen van Europa en Amerika, dat ze vertrekken met een correcte definitie – hoewel niet alle auteurs van de vele hoofdstukken dat respecteren – en proberen wat orde in de chaos van de vele benaderingen te vinden. Het kon daarbij niet anders dan dat er hier en daar herhalingen vallen.
In deel I worden de belangrijkste argumenten van de voorstanders ingebracht, uit verschillende hoeken, van links tot rechts. Deel twee bevat de bijdragen van activisten en politici die zeggen te werken aan de toekomst. In deel drie staan de ‘dissidente’ stemmen. Deel vier legt uit hoe een basisinkomen in de praktijk kan worden gebracht en deel vijf geeft het verhaal van de proefprojecten die momenteel bezig zijn.
Drie bedenkingen
Het heeft uiteraard weinig zin hier nog eens mijn bezwaren tegen het BI te laten horen. Na lectuur van zoveel verschillende invalshoeken zijn er echter wel drie dingen die opvallen en die ik hier kort wil bespreken. Ze hebben alle drie te maken met het feit dat het basisinkomen lang niet de enige, laat staan de beste oplossing is voor de vele reële problemen die de auteurs aanklagen
Ten eerste wordt het basisinkomen enkel en alleen gezien als een vorm van inkomenssteun en wordt gemakshalve de sociale bescherming en/of bijstand eveneens als inkomenssteun gezien. Men vraagt zich dan af welk van de twee systemen het beste is. Maar sociale bescherming ís natuurlijk veel meer dan inkomenssteun, zelfs in het Verenigd Koninkrijk. Het is een verzekeringssysteem dat is gebaseerd op solidariteit en wederkerigheid. Men kan de twee systemen niet gewoon als technische alternatieven naast elkaar zetten. Het gaat hier wel degelijk om twee totaal verschillende maatschappijmodellen.
Dit wordt erg duidelijk weergegeven in de bijdrage van Ursula Barry, een feministe uit Ierland die Carol Pateman citeert. Voor Pateman en Barry is het BI een kwestie van burgerschap en billijkheid. Het zou overheersing en onderdrukking, voortkomend uit het kapitalisme, als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Hoe en waarom dit zou gebeuren wordt niet uitgelegd en er wordt toegegeven dat de arbeidsdeling tussen man en vrouw niet noodzakelijk verandert met een BI.
En de auteurs kunnen niet anders dan zeer goed weten dat het kapitalisme en de loonarbeid blijven bestaan, met of zonder het BI.
Dat laatste punt is ook belangrijk voor mijn tweede opmerking. Alle voorstanders van het BI blijken de huidige situatie op de arbeidsmarkt en de verwachte groeiende werkloosheid te aanvaarden. Ze nemen er kennis van dat de arbeidsvoorwaarden en de lonen achteruit gaan, dat de ongelijkheid en de armoede groeien, dat de bestaande sociale bescherming niet langer voldoet. Maar in plaats van een sociale strijd aan te gaan voor meer en beter werk, voor betere lonen en meer herverdeling, stellen ze gewoon een basisinkomen voor. Dat kan dan helpen om zich aan te passen aan de flexibiliteit die de 21ste eeuw vereist, zo wordt gezegd!
Karl Widerquist, één van de stichters van het BIEN-netwerk, stelt wel dat het systeem moet veranderen (p. 52), maar als er iets is dat het basisinkomen niet doet, dan wel precies dat.
Ook hier wordt in de hoofdstukken over de proefprojecten, zoals dat van de Belgen van ‘Eight’ (in plaats van ‘aid’, snapt U hem?) in Oeganda, aangegeven dat het BI helpt om het schoolgeld en de dokter te betalen. Maar is een sociale strijd voor gratis scholen en gezondheidszorg en andere openbare diensten niet belangrijker dan toe te geven aan de op winst gerichte privatiseringsdrift?
In India moeten boeren geen schulden meer maken omdat ze een basisinkomen krijgen, OK, maar stijgen hun lonen? Krijgen ze een rechtvaardige prijs voor hun produkten?
Kortom, het systeem wordt ongemoeid gelaten en de ongelijkheid kan rustig blijven toenemen. Het basisinkomen zorgt ervoor dat particuliere bedrijven winst kunnen maken en de machtsverhoudingen blijven wat ze zijn. Het autoritaire neoliberalisme hoeft niets te vrezen.
Mijn besluit, ten derde, is dat het basisinkomen, voor de meeste van deze auteurs een apolitieke oplossing is. Er wordt niet langer gesproken over links en rechts, ik neem aan omdat dit volgens hen uit de tijd is. Een basisinkomen is een ‘collectieve investering’ die volkomen los staat van de sociale strijd die arbeid tegen het kapitaal heeft gevoerd en nog verder zal moeten voeren, hoe verscheiden onze samenlevingen inmiddels ook geworden zijn.
De voorstanders van het BI aanvaarden de wereld zoals hij is en leggen hier en daar een pleister op een houten been. Het is net zoals met de vierde pijler in de ontwikkelingssamenwerking. Deze mensen zijn levensverbeteraars, geen wereldverbeteraars. Men kijkt naar hoe het leven van mensen een ietsje kan verbeteren, naar de structuren wordt niet omgekeken. Daar kunnen we wellicht niets aan doen. Dit is de aanpak van de millennials voor wie het individu en hier en daar wat empathie of compassie belangrijker zijn dan de samenleving met een collectieve solidariteit.
Besluit
Veel voorstanders van het BI stellen voor dat we ‘radicaal’ leren denken, dat we durven uitkijken naar een ander soort maatschappij. Ik ben opgegroeid in mei ’68 en er zal nog heel veel water door de Rijn of de Seine moeten vloeien voor ik ga geloven dat maatschappelijke solidariteit en een andere economische orde onbelangrijk zijn. De linkerzijde moet zich vernieuwen, zeer zeker, de sociale bescherming moet zich aanpassen aan de 21ste eeuw, absoluut, maar een andere wereld is m.i. mogelijk en hard nodig. Er is meer dan alleen het individu.
Het voordeel van dit boek is dat het grote aantal auteurs een overzicht bieden van de vele argumenten en op die manier ook beter de gemeenschappelijke kenmerken in de verf zetten.
Het BI is voor velen en kwestie van geloof en de voorstanders zullen hier dus zeker vinden wat ze permanent zoeken: zelfbevestiging.
Klik hier voor meer informatie over het boek