Tien jaar na de aankondiging van een reeks Franse kernproeven in de Stille Oceaan toonde de Franse president Jacques Chirac zich opnieuw arrogant en wereldvreemd. Op 19 januari verklaarde Chirac immers dat Frankrijk niet zou terugschrikken om zijn kernwapens te gebruiken tegen terroristische staten. Hij herhaalde daarbij ook zijn oude ideeën dat een Europese Defensie kan rekenen op de Franse nucleaire afschrikking.
« La dissuasion nucléaire, je l’avais souligné au lendemain des attentats du 11 septembre 2001, n’est pas destinée à dissuader des terroristes fanatiques. Pour autant, les dirigeants d’Etats qui auraient recours à des moyens terroristes contre nous, tout comme ceux qui envisageraient d’utiliser, d’une manière ou d’une autre, des armes de destruction massive, doivent comprendre qu’ils s’exposent à une réponse ferme et adaptée de notre part. Et cette réponse peut être conventionnelle. Elle peut aussi être d’une autre nature.
(…)
En outre, le développement de la Politique Européenne de Sécurité et de Défense, l’imbrication croissante des intérêts des pays de l’Union européenne, la solidarité qui existe désormais entre eux, font de la dissuasion nucléaire française, par sa seule existence, un élément incontournable de la sécurité du continent européen. En 1995, la France avait émis l’idée ambitieuse d’une dissuasion concertée afin d’initier une réflexion européenne sur le sujet. Ma conviction demeure que nous devrons, le moment venu, nous poser la question d’une Défense commune, qui tiendrait compte des forces de dissuasion existantes, dans la perspective d’une Europe forte, responsable de sa sécurité. Les pays de l’Union ont, d’ailleurs, commencé à réfléchir ensemble, à ce que sont, ou ce que seront, leurs intérêts de sécurité communs. Et je souhaite que cette réflexion s’approfondisse, c’est une première et nécessaire étape. »
(Allocution de M.Jacques Chirac, Président de la République, lors de sa visite aux forces aériennes et océanique stratégiques. Landivisau – l’Ile Longue/Brest, jeudi 19 janvier 2006. http://www.elysee.fr)
Wat bezielde onze Belgische minister van Buitenlandse Zaken wanneer hij twee dagen later in De Standaard van zaterdag 21 januari daarop inspeelde en verklaarde dat de Franse kernmacht een plaats moet krijgen in de Europese defensie? Beide uitspraken van zowel Chirac als van De Gucht gaan lijnrecht in tegen het nucleaire non-proliferatie verdrag (NPT) dat in 1968 (1) de juridische basis legde voor een wereldwijd verdrag voor algehele nucleaire ontwapening. De uitspraak van De Gucht is ook erg ongelukkig nu België voorzitter is van de OVSE.
Erger nog, de uitspraken van Chirac en De Gucht zijn olie op het vuur en ondergraven het NPT dat tevens een dam wil opwerpen tegen de verdere verspreiding van kernwapens. Ze versterken die tendensen in de Iraanse regering die dezelfde logica gebruiken voor de eventuele uitbouw van een eigen geheim nucleair arsenaal. Want als Frankrijk, België en Europa in zijn geheel hun veiligheid- en defensiebeleid mogen steunen op kernwapens, waarom zou Teheran dat niet mogen? Deze uitspraken zijn zeker ronduit negatief voor het onderhandelingsklimaat in verband met het vermeende kernwapenprogramma van Iran. Hoe kunnen we trouwens ernstig genomen worden over de noodzaak voor transparantie rond het nucleair programma van Iran, wanneer het Belgische parlement niet eens weet wat er gaande is op de NAVO kernwapenbasis van Kleine Brogel in Belgisch Limburg?
Amerikaanse troepen hebben de voorbije jaren stevig voet aan de grond gezet in de vier directe buurlanden van Iran: zowel in Afghanistan, Irak, Pakistan en Turkije hebben de V.S. tientallen militaire basissen opgezet. In Turkije hebben ze zelfs kernwapens paraat staan op de NAVO luchtmachtbasis van Inçirlik. Verder verwierf de Amerikaanse zeemacht controle over de Perzische Golf ten zuiden van Iran met een indrukwekkende en peperdure zeemacht w.o. vliegdekschepen en nucleaire onderzeeërs. Wie bedreigt hier wie? Het feit dat Israël met zijn geheim nucleair programma buiten schot blijft van de westerse diplomatie helpt deze zaak natuurlijk ook geen stap vooruit, integendeel.
Het Westen gaat hier zeker niet vrijuit en is ronduit hypocriet en dubbelzinnig. Chirac en De Gucht hun kortzichtige en éénzijdige uitspraken passen in dit kader en verwijderen ons verder van een diplomatieke oplossing. De oplossing ligt nochtans binnen handbereik, tenminste als De Gucht de moed zou hebben om tegendraads te zijn voor Parijs en de NAVO nucleocraten te Brussel.
De mislukking van de laatste Toetsingsconferentie in mei 2005 van het nucleair non-proliferatieverdrag (NPT) is zorgwekkend. Maar ondanks deze mislukking en de toenemende spanningen vragen vandaag nog steeds een meerderheid van regeringen in de Algemene Vergadering van de VN de start van multilaterale onderhandelingen voor volledige nucleaire ontwapening zoals vastgelegd in het NPT Artikel VI.
NPT – Artikel VI
“Elk van de lidstaten van het Verdrag onderneemt onderhandelingen te vervolgen in goed vertrouwen om doeltreffende maatregelen tot betrekking tot de beëindiging van de nucleaire wapenwedloop op een vroege datum en nucleaire ontwapening, voor een Verdrag voor algemene en volledige ontwapening onder strikte en doeltreffende internationale controle.”
Op 8 juli 1996 werd dit bevestigd wanneer op vraag van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en de Wereld Gezondheids Organisatie het Internationaal Gerechtshof in Den Haag het belang van het ontwapeningsluik van het NPT juridisch bevestigd wordt. In een unanieme beslissing wijzen de 15 rechters op de juridische verplichting voor alle lidstaten van het NPT om ter goeder trouw onderhandelingen af te sluiten voor totale nucleaire ontwapening. Hierbij verwezen de rechters naar artikel VI van het NPT uit 1968, het enige verdrag waarin algehele nucleaire ontwapening juridisch werd verankerd.
Het non-proliferatieverdrag van 1968 beloofde ons een uitweg uit de waanzin van de kernwapens. Met de bedoeling om andere landen te verhinderen om kernwapens aan te schaffen, kwamen de officiële kernwapenstaten tot een akkoord om een verdrag te onderhandelen dat alle kernwapens verbood. Het NPT werd vandaag ondertekend door 188 landen, w.o. België en Frankrijk. Enkel Israël, India en Pakistan hebben het NPT niet ondertekend. Noord-Korea heeft zich eruit teruggetrokken.
In dit kader worden jaarlijks nucleaire ontwapeningsresoluties voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de VN (2). Resoluties ten voordele van stapsgewijze en volledige nucleaire ontwapening. Resoluties die jaarlijks worden herhaald en aangenomen door een grote meerderheid van lidstaten van de internationale gemeenschap. Jammer genoeg stemmen het merendeel van de Westerse landen, w.o. België en Frankrijk, systematisch tegen de meeste van deze resoluties. Want deze resoluties staan diametraal op de nucleaire doctrines die de Koude Oorlog overleefden bij een kleine maar machtige groep diplomaten in Brussel, Parijs, London en Washington.
Vandaag worden democratische krachten uitgedaagd door de starheid van de officiële kernwapenstaten en hun bondgenoten om gevolg te geven aan artikel VI dat ze aanvaardden wanneer ze in 1970 het NPT ratificeerden. Artikel VI laat inderdaad geen ruimte voor twijfel of interpretatie, daar waren de rechters van het Internationaal Hof het ook mee eens.
Maar een fragiel evenwicht tussen horizontale en verticale proliferatie wordt verder ondermijnd; Hoe kunnen we inderdaad horizontale proliferatie stoppen voor landen als Iran, zonder op systematische manier naar een volledige nucleaire ontwapening te gaan van Britse, Franse, Russische en VS arsenalen aan de andere kant?
Een modelverdrag
Door het uitblijven van onderhandelingen door de kernmogendheden werd reeds in april 1997 door een groep juristen van de Amerikaanse Lawyers Committee for Nuclear Policy in samenwerking met INESAP (International Network of Engineers and Scientists against Proliferation) een modelverdrag voorgesteld ter ondersteuning van de uitspraak van het Hof in Den Haag: de Model Nuclear Weapons Convention. Op basis van bestaande ontwapeningsverdragen werd dit lijvig verdrag voorgesteld aan de lidstaten van het NPT tijdens een NPT PrepCom, een bijna jaarlijkse voorbereidende vergadering voor de 5-jaarlijkse Toetsingsconferenties. Costa Rica introduceerde dit document in de VN (3).
Elke vijf jaar is er inderdaad een Toetsingsconferentie van het NPT waarbij de lidstaten de naleving van het verdrag evalueren en bespreken. In tegenstelling tot de laatste Toetsingsconferentie werd in 2000 wel vooruitgang geboekt waarbij o.a. 13 concrete stappen werden afgesproken voor algehele nucleaire ontwapening zoals het behoud van een moratorium op kernproeven, de ratificatie van het Algemeen Atoomteststopverdrag (CTBT), het behoud van bestaande ontwapeningsverdragen of nog een nieuwe bekrachtiging van het NPT Art. VI. (4).
De overgrote meerderheid van de wereldbevolking staat aan onze kant en meer dan 110 regeringen in het Zuiden hebben zich georganiseerd in zes officiële nucleaire wapenvrije zones waardoor het overgrote deel van de zuidelijke hemisfeer officieel kernwapenvrij is verklaard. In april 2005 kwamen vertegenwoordigers van deze landen samen in Mexico om een uitweg te zoeken uit de nucleaire impasse (5). Werk maken van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten zou een oplossing kunnen betekenen voor de huidige groeiende spanning rond het nucleaire thema in deze regio. Maar dan moeten onze diplomaten wel bereid zijn ook de Israëlische kernbommen erbij te betrekken.
Een niet onbelangrijk onderdeel van Resolutie 687 (3 april 1991) van de VN-Veiligheidsraad die aan Irak een ontwapeningsregime oplegde stelt: “de dreiging die alle massavernietigingswapens uitoefenen, wegen op de vrede en de veiligheid in de regio alsook is er de noodzaak om te werken aan een zone die dergelijke wapens uitsluit.” Verder onderstreept punt 14 van de tekst dat alle maatregelen voor de ontwapening van Irak gebeuren in een context waarvan “de objectieven eruit bestaan een zone in het Midden-Oosten te creëren die vrij is van massavernietigingswapens en alle draagraketten.”
Tijdens een herzieningsconferentie van het NPV in 1995, is er een resolutie gestemd die duidelijk het Israëlisch nucleair arsenaal viseert. Die stelt dat “alle staten in het Midden-Oosten die dat nog niet hebben gedaan, worden opgeroepen zonder uitzondering zo vlug mogelijk tot het verdrag toe te treden en hun nucleaire faciliteiten onder de volledige controle te plaatsen van het IAEA”. De resolutie vraagt verder, net zoals in de ‘Irak’-resolutie en in resolutie 49/71 van de Algemene Vergadering van de VN, dat er effectief werk wordt gemaakt van een zone vrij van massavernietigingswapens.
(persbericht Vrede vzw en Pax Christi 17 januari 2006)
Kernwapenvrije zones – meer info op officiële website van Mexico
http://www.opanal.org/NWFZ/Frame2i.htmOm de impasse te doorbreken keurde de Belgische Senaat op 21 april 2005 een resolutie goed waarbij o.a. de terugtrekking van V.S. nucleaire wapens uit Europa gevraagd wordt. Op 13 juli vorig jaar werd een gelijkaardige resolutie goedgekeurd in de Belgische Kamer (6). De parlementsleden vragen aan de Belgische regering eigenlijk niks meer of minder dan op een evenwichtige manier om te gaan met het NPT. In de goedgekeurde resoluties wordt ingegaan op de ontwapenings-engagementen van onze bondgenoten die zich via het NPT Artikel VI verbinden tot volledige nucleaire ontwapening. De resolutie blijft dode letter op het niveau van de Belgische regering. Men wil na het Irak debacle Washington niet voor het hoofd stoten heet het op de verschillende kabinetten. Het is duidelijk dat we onze regeringsleiders zullen moeten blijven herinneren aan de NPT Art. VI ontwapeningsengagementen en -verplichtingen. Politieke moed geflankeerd door het internationaal recht is toch niet teveel gevraagd? We vrezen echter dat De Gucht dit dossier nooit echt inhoudelijk & juridisch zal beheersen. Daardoor zitten we vandaag met een enorme kloof waarbij onze diplomatie niet gestuurd wordt door het parlement en andere democratische krachten. Het NPT biedt Buitenlandse Zaken een unieke kans om België op de kaart te zetten zoals we het bijvoorbeeld deden met het verdrag voor een verbod op de anti-persoonsmijnen.
(Uitpers, nr. 72, 7de jg., februari 2006)
Noot: een korte versie van bovenstaande tekst (hier lichtjes aangevuld door GS) verscheen in De Standaard van 27 januari 2006 als opiniestuk en werd ondertekend door:
Jan Hellebaut, Aktie Vredesbelasting
Guy Magnus, Artsen voor Milieu en Maatschappij
Jef De Loof, Artsen voor Vrede
Danny Jacobs, Bond Beter Leefmilieu
Fabien Rondal, Forum voor Vredesactie
Bart Libaut, Greenpeace Belgium
Michel Vanhoorne, LEF
Inez Louwagie, Netwerk Vlaanderen
Filip De Bodt, Uilekot Herzele
Philippe Haeyaert, Verbond VOS – Vlaamse Vredesvereniging
Georges Spriet, Vrede vzw
Pol D’Huyvetter, Voor Moeder Aarde vzw – Friends of the Earth
Remi Verwimp, Werkplaats voor Theologie en Maatschappij/Motief vzw
(alle verenigingen zijn lid van Abolition 2000, het wereldwijde netwerk voor de afschaffing van alle kernwapens. www.abolition2000.org)
Noten:
- NPT verdrag
Zie tabel pagina 4 & 5
http://www.reachingcriticalwill.org/legal/npt/13point.html
Resolution Kamer http://www.dekamer.be/FLWB/pdf/51/1545/51K1545007.pdf