“Waarom zijn we zó anti-Servisch ingesteld dat zelfs berichten in die zin worden aangepast”? De vraag was (1993) gericht aan de toenmalige hoofdredacteur van kwaliteitskrant De Standaard. “Je moet mee met de mainstream” was het simpele antwoord. “Moeten we dan niet kritisch zijn”? Er volgde geen antwoord. Hij had goed samengevat waar het naartoe moest: mainstream, volgzaamheid. Geen vragen stellen bij het mainstreamgedachtegoed.
Andere klokken
Volgzaamheid, het was en is natuurlijk niet nieuw. Toch waren er periodes waarin internationaal nieuws daaraan redelijk ontsnapte, dat kon weinig personen schelen. Waar het toch belangrijk kon zijn, zoals Congo, werd dat onder ‘Binnenland’ gerangschikt (de situatie die lang bij DS bestond: Congo was terrein van redactie Binnenland). Voor de rest van de wereld was er minder mainstream. Er waren niet echt situaties zoals in 2002-2003 toen mediamagnaat Murdoch aan zijn tientallen redacties opdroeg om Saddam Hoessein ervan te beschuldigen dat hij massavernietigingswapens had en die zelfs wou gebruiken.
Toen een vorige hoofdredacteur oordeelde dat de berichtgeving over Centraal-Amerika toch al te veel tegen de mainstream inging, stuurde hij een ‘reporter’ naar het gebied. Naar eigen zeggen “om een andere klok” (die van de contra’s in Nicaragua) te laten luiden. Of als hij vond dat de redactie toch teveel de kant van de Palestijnen koos, werd alweer een andere ‘reporter’ uitgestuurd om die andere (Israëlische) klok te laten luiden. Zonder ook maar ooit aan te tonen dat de berichtgeving en duiding onjuist of partijdig zou zijn geweest! Naast een objectieve journalistiek moest ook de propaganda een plaats krijgen.
Klakkeloos
Toch had de mainstreamideologie al toegeslagen in de vorige Golfoorlog tegen Saddam (1991). Een van ons werd “onder toezicht” geplaatst omdat hij had herinnerd aan de lange periode waarin het Westen zo sterk bevriend was met diezelfde Saddam, onder meer de jaren waarin hij Iran aanviel en daarvoor wapens van het Westen kreeg. ‘Embedded journalism’ zorgde ervoor dat de media – met gelukkig enkele uitzonderingen – dagelijks een portie propaganda konden verspreiden. Peter Arnett, een journalist die in 1991 in Bagdad voor CNN die propaganda feitelijk kon tegenspreken, mocht in 2003 niet meer aan de slag Zijn nieuwe werkgever, NBC, was intussen eigendom van General Electrics en die wou zijn klant het Pentagon niet voor het hoofd stoten.
Diezelfde mainstream had er ook al voor gezorgd dat de media bijna wereldwijd klakkeloos het ‘bericht’ hadden overgenomen over het beruchte – achteraf bleek dus onbestaande – massagraf van Timisoara (december 1989). En zo ging het maar verder. Kosovo 1999, waarbij de meeste media, ook alweer klakkeloos, de propagandaberichten over massaslachtingen en massagraven overnamen.
Goeden en slechteriken
De voorbije jaren zorgde de mainstream ervoor dat weinig vragen werden gesteld bij de Navo-operaties tegen Kadhafi. Oekraïne levert een ander recent voorbeeld van mainstreamjournalistiek: er zijn de goeden, die van de “Maidan-revolutie” en de slechten, de “separatisten”, Poetin en zijn gevolg.
Syrië natuurlijk waar er al lang een keuze is gemaakt, waar –zoals ten tijde in Afghanistan – “gematigde fundamentalisten” alle steun verdienen in hun strijd tegen een dictatuur. Afghanistan, waar de modjaheddin en hun bondgenoten van het latere Al Qaida veruit te verkiezen waren boven de communisten in Kaboel die het land wilden moderniseren en de vrouwen wilden emanciperen. De mainstreammedia zijn ook onverdeeld bijzonder ‘kritisch’ voor de regeerders van Venezuela, Ecuador, Argentinië… die in eigen land te maken hebben met zeer vijandige massamedia.
De mainstreamjournalistiek dobbert op de vaak gebrekkige achtergrondkennis van journalisten. Noch uitgevers noch onderwijs doen er iets aan om die kennis te verbeteren. Maar ook de sociale positie van de journalist – vaak met tijdelijke contracten, bij de vaste afhankelijk van de beruchte evaluaties – werken volgzaamheid in de hand. Onderzoeksjournalistiek wordt wel aangemoedigd, maar voor de uitgever moet dat verhalen opleveren die doen verkopen. En buitenlandse thema’s doen meestal weinig verkopen – wat de hoofdredacteur van de mainstream in 1993 me onder de neus wreef.
Tegenstroom
In een poging om ook internationale berichtgeving te onttrekken aan de mainstreamdwang, startten we 16 jaar geleden met ons webzine ‘Uitpers’. Tegen de stroom in meestal, soms ook de ‘mainstream’ die in een deel van de ‘alternatieve media’ opduikt en geen dissidentie duldt. We doen dat met zeer bescheiden middelen. Tot nog toe ook met weinig onkosten, webzines zijn/waren goedkoper dan drukpers. Dat is nu snel aan het veranderen. Om mee te zijn met de trends en de technologische vereisten, zijn investeringen nodig om gewoon bij te blijven.
Daar hebben we momenteel de middelen niet voor. We krijgen maandelijks steunbijdragen en af en toe een gift van 50 euro, onlangs zelfs van 250 euro – waarvoor grote dank. Maar met de 1800 euro nu in kas, kunnen we het niet klaren. Vandaar deze oproep voor steun zodat we de uitdagingen van het Internet aankunnen.
Bede
Want andere steun dan die van lezers hebben we niet. We beantwoorden niet aan de criteria om overheidssteun te krijgen, dat kan alleen voor grotere ‘ondernemingen’. De federale regering heeft zopas beslist ca 850 miljoen euro (berekening van Apache.be) uit te trekken voor de distributie van de kranten de komende vijf jaar. Het gaat om een onrechtstreekse subsidie aan bedrijven die grote winsten maken. Een bijzonder kleine fractie ervan zou voor Uitpers een fortuin zijn, voldoende om in de internetwereld overeind te blijven.
Dit eindigt natuurlijk met het bankrekeningnummer:
BE73 8508 3127 6860
Uitpers
9630 Zwalm