’s Morgens word ik wakker met het journaal van Radio 1. Dat van 9 uur, want ik word een dagje ouder. Vier dagen op de zeven twijfel ik of de wereld nog bestaat. Want nieuws erover is er niet. Geen nieuws is goed nieuws zegt men dan, maar ik weet beter. Dat ‘Vlaanderen’ nog bestaat krijg ik wel in mijn strot geduwd, op mijn nuchtere maag
Niet alleen met de radio heb ik een probleem, neem nu Ter Zake. Of het nu het jongere duo of de oudere versie is, glimmende zelfvoldaanheid is troef. Ze hebben identieke interviewtechnieken: zelfingenomen onderbreken en eigen opinies doordrukken, ‘Vlaams’ en rechts. Soms om de muren op te lopen. Laatst nog bij de treinstaking: ongegeneerd antisyndicaal, alsof het woord vakbond een vuil woord was en de spoorbonden kregen zelfs de gelegenheid niet om de redenen van hun staking uit te leggen. Onze sterjournalisten moesten dringend kwijt wat ‘de mensen’ dachten en die waren al die stakingen beu. Of neem nu Bart De Wever, de man komt meer in het journaal dan Jan Becaus, voor wie het toch wel zijn beroep is.
Mijn buitenland informatie moet ik ergens anders halen, en als ik anders denk dan ‘de mensen’ dan moet ik maar mijn toevlucht zoeken in een opinie-pagina. Bij De Standaard moet ik niet proberen. Daar sta ik op een zwarte lijst met opinieverbod, en ik vrees dat ik niet de enige ben.
Dus De Morgen. “Kan het in 700 woorden?” “OK, je stuk is interessant het mogen er 1000 worden”. Waar ik over schrijf, Palestijnen en Arabieren, heb ik meestal al twee duizend woorden nodig om eerst de vooroordelen op te ruimen over de topic waar ik het wil over hebben, en dan kan ik er pas echt aan beginnen.
Daarom schrijf ik in Uitpers. Informatie en Inzicht is mijn en hun motto. En het mag lang, het is toch on line, en gratis in tegenstelling tot de kwaliteitskranten. En, de enige one-liner die je er moet produceren is je titel. En met een redactie die over de kwaliteit waakt. Terzijde, ik zit niet in de redactie, want anders zouden over wat ik hier nu schrijf ze in Brussel zeggen: eigen lof stinkt. Maar in dit geval wil ik ter gelegenheid van het honderdste nummer Uitpers op zijn Arabisch bewieroken met een geur van muskus, amber en jasmijn.
(Uitpers, nr 100, 9de jg., juli-augustus 2008)