30 november 1999 was het toen duizenden mensen in de Noord-Amerikaanse stad Seattle duidelijk lieten merken het niet eens te zijn met de Wereldhandelsorganisatie! De Ministerconferentie wilde beginnen met een nieuwe onderhandelingsronde maar de betogers maakten dat onmogelijk. Die duizenden mensen waren precies wat de andersglobaliseringsbeweging kort daarna zou worden: jong en oud, studenten en vakbondsmensen, lagere en middenklassen, basisbewegingen en academici. Hun agenda was ook zeer ruim: tegen zogenaamde vrijhandel, tegen het kapitalisme en het neoliberalisme, tegen de illegitieme schuldenlast, voor een beter milieu…
Het echte begin van de andersmondialiseringsbeweging was 1989, tien jaar eerder, met de betogingen tegen de Wereldbank en het IMF en hun ‘structurele aanpassingen’, en de G7 van de armste landen in Parijs.
In 2001 nodigden een aantal Franse en Braziliaanse intellectuelen hun vrienden uit in Porto Alegre voor wat het eerste Wereld Sociaal Forum zou worden. Duizenden mensen kwamen erop af, één jaar later waren het tienduizenden en zelfs meer dan honderd duizend nog later in Porto Alegre, Mumbai en Belem.
Er was hoop, erg veel hoop. Mensen kwamen bijeen om te protesteren tegen het neoliberale kapitalisme, tegen de vernietiging van het leefmilieu, tegen schendingen van mensenrechten, tegen het patriarchaat. Ze eisten mondiale rechtvaardigheid. Ze zochten naar alternatieven.
Twintig jaar na Seattle is er vooral veel ontgoocheling. Er is niets veranderd, het neoliberalisme wordt langzaam maar zeker versterkt met een autoritair populisme, linkse regeringen worden een zeldzaamheid, democratie wordt op de helling gezet en fake news staat in de weg van objectieve berichtgeving. De andersmondialiseringsbeweging bestaat nog nauwelijks. En toch. In Haiti, Beirut, Bagdad, Santiago, Quito, Bogota, Hong Kong en Parijs komen mensen op straat. Met dezelfde oude eisen: rechtvaardigheid!
Wat is er gebeurd?
Ik wil hier niet opnieuw een analyse maken van wat er met het Wereld Sociaal Forum is fout gegaan. Wie belangstelling heeft kan een reeks recente artikelen lezen op https://greattransition.org.
Wat ik wel wil doen is even wegdromen om me af te vragen wat er zou kunnen gebeurd zijn mocht de linkerzijde wat realistischer zijn geweest, wat verstandiger, wat verdraagzamer, wat opener… en meer mondiaal.
Het was een erg verscheiden troep die bijeen kwam in Porto Alegre en op andere fora, en zoals gebruikelijk was er lang geen akkoord over de dingen waar we naar streefden.
Maar laat gewoon de verbeelding even aan de macht. Stel dat er elk jaar een paar intellectuelen zouden zijn uitgenodigd om een stand ban zaken voor te stellen, van hoe de dingen er voor stonden in de vredesbeweging, in de beweging tegen de schuldenlast, in de groepen voor sociale rechtvaardigheid, in het feminisme, in het denken rond wereldhandel, gewoon een aantal uiteenlopende meningen voorstellen. Dat zou zeker niet tot enig akkoord hebben geleid maar de bezoekers van de fora zouden wel een reeks standpunten hebben gehoord waaruit ze konden kiezen. Stel dat daarna de workshops en seminars goed ‘geaglutineerd’ zouden worden, de term die we gebruikten om groepen bijeen te brengen die rond dezelfde thema’s werkten. Misschien zou er op het eind wel een kortere reeks standpunten zijn overgebleven? Zo zouden we, jaar na jaar, hebben kunnen proberen om een minimale gemeenschappelijke agenda te maken, met vier of vijf punten. We hadden kunnen proberen om mensen en groepen van verschillende landen en continenten bij elkaar te zetten in plaats van gewoon een ‘open ruimte’ te maken waar iedereen kan komen doen wat hij of zij wil, praten over hiphop of over de wereldvrede. Stel, gewoon stel, dat we na vijftien jaar op deze manier een korte gemeenschappelijke agenda zouden hebben voor groepen die elkaar kennen en vertrouwen, dat er een akkoord zou zijn over kernontwapening en vrede, over sociale rechtvaardigheid gebaseerd op rechten en solidariteit, over een eind aan racisme en patriarchaat, over een participatieve democratie, over een kwijtschelding van de schuldenlast, over een democratisering van internationale instellingen …
Ik besef dat dit erg algemeen klinkt en dat de mensen die vandaag de straat op komen veel concretere en specifieke eisen hebben. Maar onder die brede en algemene paraplu zou het misschien wel mogelijk zijn voor mensen uit Bogota om zich aan te sluiten bij die van Beirut, en die van Bagdad zouden steun kunnen geven aan die van Santiago de Chile.
Alle protestbewegingen en alle eisen moeten noodgedwongen bekeken worden vanuit het perspectief van de heel specifieke omstandigheden in elk land en in elke stad. Maar eigenlijk feitelijk zijn onze eisen bijna overal dezelfde. Wij zijn tegen de ongelijkheid en de onrechtvaardigheid, we aanvaarden de plundering van onze commons niet langer, we willen niet dat onze planeet wordt vernietigd.
Wat we niet hebben is een gemeenschappelijke taal om dat hardop te zeggen.
Maar beeldt U zich even in dat de mensen van Irak en van Chili en Hong Kong samen zouden zeggen: Basta! Genoeg! Ik ben er vrij zeker dat mensen uit Brussel en Berlijn, Mexico City en New York, London en Nairobi er zich meteen zouden bij aansluiten en zeggen: Basta! Genoeg!
Maar nu kennen ze elkaar zelfs niet. Ze weten zelfs niet wat er in buurlanden gebeurt. En meestal denken ze dat ze de anderen niet nodig hebben. Lokale actie is meer dan genoeg …
Basta!
Stelt U het zich gewoon even voor: Genoeg!
Misschien moeten we nog één keer proberen? Onszelf bevragen? Solidariteit op nummer één plaatsen! Want ja, een andere wereld is wel degelijk mogelijk.