De nieuwe Turkse minister van Buitenlandse Zaken Hakan Fidan was eerder de grote baas van de MIT, de Turkse geheime dienst. Een rechterhand van Erdogan – “mijn bewaker van staatsgeheimen”, zei de president. Het Franse weekblad ‘Le Canard Enchainé’ brengt deze week getuigenissen waaruit blijkt dat die MIT onder Fidans leiding ajuinen en springstof leverde aan de terreurbeweging Daesh (IS). Niet echt een verrassing.
Op 8 september 2015 zet een vrachtwagen volgeladen met uien koers richting Syrische grens. Bij een douanepost worden enkele zakken ajuinen opgelicht en daaronder liggen 6,5 ton explosieven met tetranitraat. De ajuinboeren zijn in mei van dit jaar veroordeeld wegens het leveren van wapens aan een terreurorganisatie.
Twee beschuldigden hebben verteld hoe ze waren gerekruteerd door agenten van de MIT om wapens te leveren aan IS. Een terreurorganisatie, maar wel een die de Koerdische milities bestreed en die waren (zijn) in de ogen van Erdogan en co de ergste vijanden.
De president had in 2010 Hakan Fidan aan het hoofd van de MIT gezet. Na de opstand in 2011 in Syrië werd die MIT vooral een instrument om in Syrië een bevriend islamitisch bewind te vestigen. MIT leverde logistieke steun en wapens aan allerlei Turkmeense en Arabische milities, ook aan IS. Het is moeilijk aan te nemen dat de Britse, Franse en Amerikaanse inlichtingagenten ter plaatse daar niet van op de hoogte waren.
Nuri Bozkir, een organisator van het uientransport in 2015, heeft in 2020 in Oekraïne, waarheen hij gevlucht was, foto’s en video’s gepubliceerd van 49 wapentransporten naar Syrië die hij voor de MIT had geleverd, waarvan een deel voor IS. De uien en de 6,5 ton springstoffen, waren dus maar een deeltje van de geleverde hulp.
Nochtans had Hakan Fidan in 2014 de Franse minister van Binnenlandse Zaken Bernard Cazeneuve, verzekerd dat Ankara volop de strijd tegen de terroristen van IS zou steunen. Le Canard stelt de vraag of mogelijk een deel van die wapens zijn gebruikt door de IS-terroristen bij hun aanslagen van november 2015 in Parijs. Over die hele geschiedenis kreeg de Canard geen enkele Franse reactie los.