Minder dan 47% halen moet als een nederlaag worden beschouwd, zei de Turkse islamistische premier Recep Tayyip Erdogan twee dagen voor de lokale verkiezingen van 29 maart aan zijn kandidaat-burgemeesters. En het werd een “nederlaag” want zijn Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) haalde maar 39%. De kiezers lijken de islamistische opmars te hebben gestopt. Bijzonder teleurstellend voor de premier was dat zijn opzet om Koerdistan te veroveren op een grote mislukking uitliep.
De AKP kwam in 2002 ondanks alle tegenkanting van het Turkse establishment, de zgn. “diepe staat”, maar gedragen op een golf van ongenoegen over een reeks economische en financiële crisissen en over verregaande corruptie, aan de macht met een absolute meerderheid in het parlement. De partij behaalde die met 36% van de stemmen dankzij zij het Turkse systeem van zetelverdeling dat de grote partijen bevoordeelt. In de lokale verkiezingen van 2004 liep het stemmenaantal op tot 41% en bij de parlementsverkiezingen van 2007 tot 47%. Erdogan had voor de lokale verkiezingen van 29 maart de lat even hoog gelegd.
Een van zijn hoofddoelen was de verovering van de Koerdische gebieden in het zuidoosten van het land, waar zijn partij in 2004 de pro-Koerdische Partij voor een Democratische Samenleving (DTP) dicht op de hielen zat. Zijn medewerkers staken niet onder stoelen of banken dat de partij nu hoopte met een overwinning een einde te kunnen maken aan de Koerdische kwestie, in het kader waarvan de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) nu al 25 jaar een guerrillaoorlog voert tegen het Turkse leger. De gezamenlijke islamitische godsdienst, zo hoopte men, zou de tegenstellingen tussen Turken en Koerden opheffen.
Erdogan spaarde dan ook geen moeite om de Koerden gunstig te stemmen. Hij bezocht de regio uitvoerig en in januari sprak hij de Koerden in hun eigen taal toe – alhoewel dat wettelijk verboden is want politici mogen zich in het publiek enkel in het Turks uitdrukken. Verder richtte hij een speciale tv-staatszender, het tv-station Ses, op voor uitzendingen in het Koerdisch, zonder Turkse simultaanvertaling of ondertiteling zoals van de lokale Koerdische zenders wordt geëist. Ook kon de imam van de Ulu-moskee in Diyarbakir, de Koerdische “hoofdstad”, op de verjaardag van de profeet een uur lang de gelovigen een uur lang in het Koerdisch toespreken. Iets wat nog nooit gebeurde. En om nog meer in het gevlei te komen bij de Koerdische gelovigen gaf het directoraat voor Religieuze Zaken bij de diensten van de eerste minister opdracht de koran in het Koerdisch te vertalen.
Zeer opvallend was ook dat er plots een echt onderzoek werd gesteld naar de moorden op honderden Koerden in de jaren 1990 door de Koerdische Hezbollah (Partij van God). Die moorden werden gepleegd in samenwerking met de Turkse autoriteiten en het leger. Enkele dagen voor de verkiezingen werd een Turkse kolonel aangehouden in verband met die moorden. Ten slotte werden er koelkasten en wasmachines beloofd door “vrienden” van de AKP in ruil voor stemmen voor die partij.
Niettemin hadden de Koerden hun bedenkingen. Toen ze in 2004 en 2007 in ruime mate, maar niet in meerderheid, op de AKP stemden hadden ze duidelijk gehoopt dat Erdogan voor een politieke oplossing van de Koerdische kwestie zou zorgen. Daar kwam echter niets van. Onder druk van het leger, dat het nog altijd voor een zeer groot deel voor het zeggen heeft in Turkije, werd elke dialoog met de PKK over het einde van de guerrilla en over culturele rechten voor de Koerden afgewezen. Ook het tv-station Ses werd met grote scepsis ontvangen. De Koerden verkozen te blijven kijken naar Roj-tv, het Koerdische station dat vanuit Denderleeuw, met een Deense licentie, naar het Midden-Oosten uitzendt. Ook weten de Koerden goed dat hun parlementslid Leyla Zana, dat eerder al jaren in de gevangenis doorbracht omdat ze het had aangedurfd Koerdisch te spreken in het Turkse parlement in Ankara, met nog eens tien jaar gevangenisstraf wordt bedreigd. Ze wordt ervan beschuldigd propaganda te hebben gemaakt voor de PKK. Onder hetzelfde voorwendsel worden vele Koerdische lokale prominenten vervolgd. Ook de DTP moet nog altijd rekening houden met een mogelijk verbod. Eerder al werden een reeks pro-Koerdische partijen verboden.
Erdogan zal in Koerdistan inmiddels zeker nog aan sympathie hebben ingeboet doordat Turkije op de jongste vergadering van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) in april de intrekking van de uitzendvergunning eiste van Roj-tv door Denemarken in ruil voor de goedkeuring van de benoeming van de Deen Fogh Rasmussen tot secretaris-generaal van de NAVO. Dit onder de beschuldiging dat Roj-tv een PKK-zender is. Officieel is dat afgewezen, maar de druk is er. Bij België wordt er al jaren aangedrongen op de sluiting van de studio’s in Denderleeuw. Het zou geen verbazing wekken moesten Denemarken en België binnen enkele maanden op de Turkse eisen ingaan. Zeker Denemarken heeft wat goed te maken omdat Fogh Rasmussen premier was ten tijde van het schandaal rond de Mohammed-cartoons in Denemarken en hij, als goede islamofoob, weigerde enige verontschuldiging aan te bieden aan de moslims.
Naast Koerdische, waren er ook algemeen Turkse bedenkingen tegen het beleid van Erdogan. Turkije beleeft zijn zoveelste economisch-financiële crisis. Op dat vlak heeft Erdogan het niet beter gedaan dan de in 2002 gediscrediteerde partijen. Turkije onderhandelt al maanden met het Internationaal Muntfonds (IMF) over financiële hulp. In ruil wil het IMF besparingsmaatregelen. Uiteraard zoals steeds maatregelen op het sociale vlak die de doorsnee Turk, niet de rijken, zwaar zullen treffen. Daarom werd het afsluiten van een akkoord verdaagd tot na de lokale verkiezingen, want eerder al vielen de regeringen van Hongarije en Letland al over de eisen van het IMF.
Ten slotte blijkt meer en meer dat de AKP geen haar beter is dan de vroegere heersende partijen, zeker niet inzake corruptie. De AKP blijkt meer en meer een “traditionele” partij te zijn geworden, een islamitisch-democratische partij zoals de christendemocratische partijen in Europa, die proberen de belangen en waarden van hun godsdienst aan iedereen op te leggen.
In Diyarbakir verpletterde de zetelende DTP-burgemeester Osman Baydemir de AKP met 66,5 % van de stemmen. In de provincie Hakkari behaalde de DTP zelfs een record met 79 % van de stemmen. De AKP verloor een reeks Koerdische steden en provincieraden. Waaronder de belangrijke stad Van. De AKP slaagde er elders in land in om de hoofdstad Ankara en de metropool Istanbul te behouden, maar niet zonder veel moeite. Het westen van het land blijft anti-AKP. De Republikeinse Volkspartij (CHP), de partij van wijlen Atatürk, behaalde op nationaal niveau 23,3 % van de stemmen. De ultranationalistische Partij van Nationale Actie 16,1 %. Dat wijst er op dat de AKP een sterk nationalistisch blok tegenover zich krijgt, dat het in de volgende verkiezingen zou kunnen overvleugelen.
Erdogan heeft zijn relatieve nederlaag – zijn partij blijft de grootste van Turkije – alles behalve sportief te hebben opgenomen. Twee weken na de lokale verkiezingen werden zowel in nationalistische als Koerdische kringen plotseling veel arrestaties verricht
Dat er in Turkije een “diepe staat” bestaat van legerofficieren, rechters, ambtenaren en journalisten, die nog steeds heel veel te zeggen heeft, is een publiek geheim. En dat er in die kringen werd samengezworen om de AKP-regering omver te werpen ook. Zo werd geprobeerd om langs gerechtelijke weg de AKP te laten verbieden wegens antiseculiere activiteiten. Maar dat mislukte toen het hooggerechtshof in 2008 een stem tekort kwam om de partij te verbieden. Al eerder, in 2007, barste de “Ergenekon-zaak” los. Het gaat om een ultranationalisch complot van legerofficieren, rechters, academici en journalisten tegen Erdogan, waarvoor al 86 mensen terechtstaan.
Twee weken na de verkiezingen haalde Erdogan nog eens flink uit naar zijn nationalistisch-seculiere en zijn Koerdische tegenstanders. In de zaak Ergenekon werden nog eens 21 mensen gearresteerd. Wat het totaal arrestanten op 200 brengt. Ook in Koerdistan werden een 50-tal mensen in de gevangenis gestopt. In Diyarbakir werden huiszoekingen verricht in het kantoor van de DTP en in de lokalen van de Koerdische zender Gün-tv. Daarbij werd heel wat materiaal in beslag genomen. Zowel de nationalisten als de Koerden spreken van wraakacties van de regering.
(Uitpers, nr. 109, 10de jg., mei 2009)