Als een architect van de liberaliseringen op Europees vlak, kan Karel Van Miert niet op mijn sympathie rekenen. Maar in zijn standpunt inzake de eventuele toetreding van Turkije tot de Europese Unie (De Morgen 21 december 2004) brengt Van Miert mijns inziens stevige argumenten aan.
Alleszins veel steviger dan Verhofstadt die de aansluiting van Turkije onder meer noodzakelijk acht om het moslimfundamentalisme een halt toe te roepen. Turkije moet als lekenstaat worden gesteund en moet als voorbeeld voor de moslimwereld worden gesteld. Turkije is in dat opzicht al meer dan tachtig jaar een lekenstaat en stond «model » voor gewezen Sovjetrepublieken als het sinds 1991 onafhankelijke Oezbekistan. Is Oezbekistan een model? Als we mensenrechtenorganisaties mogen geloven, is dat een vreselijke dictatuur. Misschien kan Turkije als lekenstaat wel model staan voor diverse lidstaten van de EU waar de scheiding tussen kerk en staat nog geen feit is, zoals in diverse Scandinavische landen of het Verenigd Koninkrijk.
Is de EU een dam tegen extremisme en onverdraagzaamheid? Hoe komt het dan dat in twee lidstaten van de EU extreem-rechts meeregeert: de Lega Nord in Italië, de FPÖ in Oostenrijk, terwijl de Deense regering alleen met de steun van extreem-rechts kan regeren. Is het moslimfundamentalisme trouwens niet sterker in sommige EU-landen dan in Turkije? Als men dat fundamentalisme zo graag bestrijdt, zou men in eigen land kunnen beginnen en ernstige inspanningen doen om een einde te maken aan de Israëlische bezetting van Palestina. Waarom treft de EU geen ernstige sancties tegen die bezettingsmacht? Dàt zou tenminste een ernstige stap zijn in de strijd tegen moslimfundamentalisme.
Van Mierts belangrijkste argument is dat de Europese Unie met allerlei nieuwe leden erbij, een uitgeholde Unie zal zijn. Maar dat is precies wat sommige grote voorstanders van de Unie wel willen: het Verenigd Koninkrijk, Polen en vooral de Verenigde Staten voorop. Het is toch niet om de Europese eenheid te versterken, dat Washington er zo sterk op aandringt dat Turkije lid wordt van de EU. Washington wil integendeel een zo los mogelijke Unie die bovendien zoveel mogelijk samenvalt met het lidmaatschap van de Nato om via die alliantie zoveel mogelijk invloed in Europa te hebben.
Ik heb sterk de indruk dat Van Miert groot gelijk heeft als hij zegt: « Ach, je merkte dat alles op voorhand al was bedisseld, onder de stilzwijgende druk van de VS ». Ja, was is er gebeurd met de eisen dat Ankara Cyprus zou erkennen, aanstalten zou maken om de militaire bezetting van een dele van Turkije te beëindigen, stappen zou zetten om de genocide van 1915 op de Armeniërs te erkennen? Zal de Turkse toetreding steviger rechten meebrengen voor de minderheden in Turkije, zoals de Koerden? Vraag aan de zigeuners van Tsjechië, Slovakije en Hongarije of ze er nu zoveel beter aan toe zijn. Of aan de Russen en Oekraïners in Letland.
Van Miert heeft ook gelijk als hij zegt dat het toch nuttig zou zijn, de begrenzing van de EU vast te leggen. De benaming alleen al gaat er toch van uit dat het een regionale unie is. Maar welk argument kan Brussel aanvoeren tegen een lidmaatschap van Marokko, Israël (zoals voorgesteld door Berlusconi) enz. Gaat men er vanuit dat landen van andere regio’s zelf geen werkzame unies kunnen vormen, zoals een unie van de Magreb of een Turks Gemenebest met de staten van Transkaukasië en Centraal-Azië met Turkse achtergrond?
Freddy De Pauw
(Uitpers, nr. 60, 6de jg., januari 2005)