President Kaïs Saïed is de krachtproef aangegaan met de vakbond UGTT die hem nu op straat uitdaagt. De UGTT had zich tot dan toe redelijk afzijdig gehouden sinds Saïed in de zomer van 2021 alle macht naar zich toetrok. Nu de economische en sociale toestand alsmaar erger wordt, slaat de president wild om zich heen. De UGTT komt in beweging en mobiliseert.
Na enkele dgen eerder verscheidene opposanten te hebben doen aanhouden, wees Saïed zaterdag de voorzitster van het Europees Vakverbond, Esther Lynch, het land uit. Ze had zich volgens hem gemengd in de binnenlandse politiek van Tunesië. Lynch had in Sfax, een industriestad waar de UGTT sterk staat, deelgenomen aan een grote betoging. “Raak niet aan de vakbonden, de gevangen syndicalisten moeten vrij”, had Lynch er gezegd. Wat Saïed in het verkeerde keelgat schoot.
Mars op Tunis
De betogingen in Sfax en tientallen andere plaatsen, zijn o.m. een protest tegen de arrestatie van Anis Kaabi. Die syndicalist werd aangehouden omdat hij een staking had georganiseerd bij de tolkantoren aan de wegen. De UGTT eist ook dat de regering eindelijk iets doet aan de zeer slechte sociale situatie waarin de meeste Tunesiërs leven. Ze heeft voor 11 maart een nationale actiedag en een mars op Tunis aangekondigd.
Eerder had Saïed verscheidene opposanten doen oppakken en hen afgeschilderd als “terroristen”. Die golf van arrestaties beklemtoont de zeer autoritaire koers die Saïed de jongste tijd inslaat. De VN-commissaris voor mensenrechten, Volker Türk, drukte zijn bezorgdheid uit over deze politieke repressie.
Saïed werd in oktober 2019 met grote meerderheid president gekozen. Maar de verhoopte verbeteringen bleven uit. In juli 2021 had hij parlement en regering weggestuurd en daarop een presidentieel regime ingesteld. Eind vorig jaar hield hij verkiezingen voor een nieuw parlement, maar de opkomst van amper iets meer dan 8% illustreerde hoe weinig de Tunesiërs daarvan verwachten.