Ter linkerzijde werden na de zege van Donald Trump bij de VS-presidentsverkieizngen bijna eensluidend negatieve balansen opgemaakt van de acht jaar beleid van uittredend president Barack Obama. Sommigen vonden dat het allemaal niet zoveel verschil maakte, koek van hetzelfde imperialistisch deeg. De nakende benoeming van Brett Kavanaugh tot rechter in het Opperste Gerechtshof is intussen nochtans het zoveelste signaal dat het wel degelijk verschil maakt.
Bewegingen voor mensenrechten en vrouwengroepen waarschuwden tijdens de verkiezingscampagne voor de rampzalige gevolgen die de verkiezing van Trump kon hebben op rechten die ten onrechte als verworven werden beschouwd. Zoals het in 1973 door het Hooggerechtshof erkende recht op abortus en uitspraken tegen discriminatie. Met Kavanaugh in dat Hof zitten we voor minstens één generatie met een reactionaire meerderheid.
De verhuizing van de VS-ambassade naar Jeruzalem, de stopzetting van steun aan de VN-instantie voor Palestijnse vluchtelingen, de terugtrekking uit het nucleair akkoord met Iran. De steun aan de steenkoolindustrie, het einde van allerlei milieubeschermende maatregelen, de sabotage van wetenschappelijk onderzoek, de aanvallen op de media , de uitgesproken bewondering voor uiterst-rechtse politici als de Italiaanse vice-premier Matteo Salvini, de aanvankelijke weigering om na Charlottesville uiterst-rechts geweld te veroordelen…Niets dergelijks gezien onder Obama.
Het is ons allemaal wel bekend. Maar progressieven die Trump en Obama over dezelfde kam schoren, mogen hier wel even uit leren dat er in de burgerlijke democratie degelijk grote nuances zijn. Reactionaire obscurantisten zijn erger dan ‘liberalen’.