Het heeft duidelijk geklikt tussen de Indiase premier Narendra Modi en zijn bezoeker uit de VS, president Donald Trump. Het lag voor de hand, zij delen dezelfde visies en gebruiken waar het kan dezelfde autoritaire methodes.
Hoe autoritair bleek dinsdag op de dag van Trump’s vertrek. Er vielen in Delhi minstens tien doden bij het neerslaan van protesten tegen Modi’s nationaliteitspolitiek.
Trump kan natuurlijk, zoals Modi met Kasjmir deed, geen staten van de VS compleet militariseren en onder centraal gezag plaatsen. Nu hij op wraak uit is na het impeachment-proces, plaatst hij wil waar hij kan justitie onder zijn gezag, tot wanhoop van zijn minister van Justitie Bill Barr. Modi is eveneens beetje bij beetje justitie aan zijn nationalistische hindoetva te onderwerpen.
Moslims
Ze houden beide graag vreemdelingen buiten, in de eerste plaats moslims. Trump’s zwarte lijst van ongewenste nationaliteiten treft vooral moslimlanden, Modi poogt met zijn recente ingrepen inzake nationaliteit miljoenen moslims de Indiase nationaliteit te ontzeggen.
Toch was een van de hoogtepunten van Trumps reis een bezoek aan de Taj Mahal, een erfenis van de (moslim) Mogolperiode. De premier van de deelstaat Uttar Pradesh, de hindoefundamentalist Yogi Adityanath, heeft dat monument wel uit de gidsen gehaald, het is immers een symbool van een moslimperiode.
Waar Modi en Trump elkaar vooral vinden, is de gezamenlijke wil om China’s invloed in te dijken. India mag dan al klaar staan om China inzake bevolkingsaantal voorbij te steken, economisch staat India nauwelijks in de schaduw ervan. Waardoor China invloed kan werven in de regio rond India.
Modi vindt het maar niets dat China zo aanwezig is in buurlanden als Nepal, Sri Lanka en vooral Pakistan. Naar dat laatste toe heeft Trump Pakistan wel lof toegezwaaid voor de samenwerking tegen terrorisme. Onder druk van o.m. ook India, zijn in Pakistan de jongste tijd enkele terroristen opgepakt die betrokken waren bij terreur in India.