Van 6 tot 8 mei ging er in Havana een internationale conferentie over ‘Leon Trotski en het trotskisme’ door. Een primeur voor het eiland, want de ideeën van de in 1940 door Stalin vermoorde revolutionair worden niet bepaald gepropageerd door de Cubaanse communisten. Ook daar zijn evenwel uitzonderingen op, zo leverde Celia Hart, dochter van twee historische leiders van de Cubaanse revolutie (Armando Hart en Haydee Santamaria) inspanningen om de ideeën van Trotski in haar land te populariseren.
Een conferentie over dat ‘delicate’ onderwerp is vandaag wel degelijk mogelijk op het eiland. Het werd een sober gebeuren. Er waren wel meer belangstellenden dan plaatsen, hoogstens honderd, veertig ervan werden bezet door Cubanen.
Mij bekende namen onder de sprekers: Eric Toussaint, Robert Brenner, Suzi Weissman en Paul Le Blanc. Die laatste brengt op het net uitgebreid verslag uit van het gebeuren.
Le Blanc opende zijn lezing met een citaat van Trotski zelve. Het komt uit Het begin van het einde: ‘Niemand, Hitler niet uitgezonderd, heeft aan het socialisme zo’n dodelijke slagen toegebracht als Stalin. Hitler valt de arbeidersorganisatie van buiten aan, Stalin van binnen. Hitler vernietigt het marxisme, Stalin vernietigt het marxisme niet alleen maar prostitueert het. (…) Het socialisme heeft een verregaande bloei van het individu tot doel. Waar en wanneer is het menselijke individu zo vernederd als in de USSR? In het socialisme is er geen plaats voor zelfzuchtige, oneerlijke menselijke verhoudingen, het regime van Stalin heeft de maatschappelijke en persoonlijke verhoudingen doordrenkt met leugens, baatzucht en verraad.’
Vervolgens belichtte de spreker het lot van communisten die de moed hadden om tegen Stalin in te gaan. De goelag wordt hun deel. Hij haalt getuigenissen aan: ‘Joseph Berger (…) herinnerde zich de linkse opposanten die hij tijdens zijn eigen beproeving ontmoette: “Terwijl de grote meerderheid had “gecapituleerd”, bleef er een harde kern van compromisloze trotskisten, de meesten in gevangenissen en kampen. Zij en hun families waren allemaal in de voorgaande maanden bijeengedreven in drie grote kampen – Kolyma, Vorkuta en Norilsk … In meerderheid ervaren revolutionairen die zich in de vroege jaren twintig bij de oppositie hadden aangesloten (…)’
Overgenomen uit de blog van Flor Vandekerckhove De Laatste Vuurtorenwachter