De werken van Chris De Stoop hebben altijd gebalanceerd tussen journalistiek en literatuur en horen eerder thuis in een transitzone die nogal eens literaire non-fictie wordt genoemd zoals iemand als de Poolse auteur Ryszard Kapuscinski dit genre beoefende. Na het lezen van ‘Het boek Daniel’ heb ik besloten mijn bibliotheek te reorganiseren. Voortaan horen de werken van Chris De Stoop voor mij thuis in de sectie ‘literatuur’.
‘Un homme sans histoire’
‘Kennelijk vonden ze zijn leven niets bijzonders, hij bestierde alleen maar het boerenbedrijf en verzorgde zijn zieke broer en zijn vader en zijn moeder op hun oude dag. Kennelijk interesseerde het hen geen fluit hoe dat leven was gelopen. Wat hem bewoog en bezighield. Wat de geschiedenis was van een man zonder geschiedenis.’ (p. 59)
Hoewel de oude boer Daniel Maroy, de man waarover dit zeer aangrijpende boek gaat een familielid was van de auteur is hij ook voor hem een ‘lege biografie’ gebleven. ‘Eind 19de eeuw is de familie Maroy in volle landbouwcrisis vanuit de Vlaamse Ardennen naar westelijk Henegouwen getrokken, naar een vierkantshoeve in Saint-Léger. Twee generaties later is de vader van Daniel getrouwd met een tante van mij. Ik heb hem vroeger op begrafenissen ontmoet, maar de laatste twintig jaar van zijn leven had hij zich als een kluizenaar teruggetrokken.’ Dat zegt Chris De Stoop in een interview aan journalist Marc Schaevers. (1)
Een lege biografie
Daniel Maroy, een oude man van 84 die in 2014 op een gruwelijke manier vermoord wordt op zijn vervallen hoeve in het Henegouwse Saint-Léger, net over de taalgrens ten zuiden van Moeskroen, was een ‘suikeroom’ van Chris De Stoop. Hij werd begraven zonder dat neef De Stoop en zijn oude moeder daarvan op de hoogte werden gesteld. Een paar maanden na zijn dood kregen Chris De Stoop en zijn moeder de notaris van Moeskroen op bezoek, die kwam meedelen dat Daniel Maroy vermoord was en dat ze mede-erfgenamen werden van een afgebrande boerderij.
Pas in 2019 begint de assisenzaak waarbij Chris De Stoop aanwezig is om zich als vertegenwoordiger van de nog zeer weinig nabestaanden burgerlijke partij te stellen. Zo komt hij in het bezit van een dossier van enkele duizenden bladzijden en begint voor hem de zoektocht om de ‘lege biografie’ van Daniel Maroy in te vullen. Het begint al bij de cover met die Stephan Vanfleteren-achtige zwartwit foto die heel veel menselijke tragiek uitstraalt. Neen, het is geen foto van Daniel, maar een foto uit een databank die De Stoop van het internet heeft geplukt, maar zo moet de man er ongeveer uitgezien hebben: een trieste karakterkop die veel heeft geleden. Ik meen trouwens deze of alvast een gelijkaardige foto al gezien te hebben in het lokaal van het Antwerpse dak- en thuisloze centrum ‘De Steenhouwer’.
Verdwijnende mensensoort
In ‘Het boek Daniel’ reconstrueert de neef met zijn begenadigde pen het leven en de dood van zijn ‘suikeroom’. Daniel Maroy was een boer van de oude stempel die niet mee wilde met ‘de vooruitgang’ en die na de dood van zijn moeder en van zijn broer die hij tot hun dood is blijven verzorgen steeds meer is beginnen vereenzamen. Chris De Stoop weet waarover hij schrijft. Het thema is hem zeer goed bekend. Zijn vorige boek ‘Dit is mijn hof’ is het indringende en schrijnende relaas over een boerenfamilie uit de Wase polder die verdwijnt. Tussen 1998, het jaar dat ‘De bres’ verscheen – dat eerdere boek van hem over wat er met kleine boeren in het Waasland gebeurde – , en nu is het aantal Vlaamse boeren bijna gehalveerd. De broer en de moeder van Chris De Stoop behoorden tot die maatschappelijk vergeten groep, van die verdwijnende mensensoort.Zijn oudere broer, een traditionele veehouder met zoogkoeien, was in 2011 uit het leven gestapt. Hij zag geen toekomst meer op zijn boerderij die van alle kanten onder druk stond. Chris De Stoop ontpopte zich daarin tot de verontwaardigde chroniqueur van het verdwijnen van een traditionele levenswijze, van het verdwijnen van kleine boeren die met andere ogen naar het land en naar het vee keken dan de Mansholten en industriëlen van deze aarde die beweren aan landbouw te doen.
Hetzelfde trieste verhaal herhaalde zich nu in Saint-Léger in een andere tak van zijn familie. Het werd mogelijk nog dramatischer. Ook daarvan wilde De Stoop getuigen in de traditie van zijn vorig werk zoals Ze zijn zo lief, meneer, Haal de was maar binnen, Ik ben makelaar in hasj, Zij kwamen uit het Oosten, De bres, De vuurwerkmaker, Het complot van België, Vrede zij met u, zuster, Moedermoord en Dit is mijn hof. De titels van deze De Stoop-boeken blijven doorklinken, vooral ook omdat al deze publicaties een heet maatschappelijk onderwerp aankaarten.
De ‘oude viezerik’
Nu ook weer. Hoewel Chris De Stoop oom Daniel amper gekend heeft, moet het voor een Wase boerenzoon, en dan zeker na het schrijven van ‘De Bres’ en ‘Dit is mijn hof’ niet zo moeilijk geweest zijn om zich in te leven in zijn geestesgesteldheid. ‘Zoveel waardevols ging verloren, zijn familie, zijn land, zijn bedrijf, hij was nog slechts wat men een ‘uitbollende boer’ noemde, en hij wilde alleen zijn met wat hem resteerde: zijn koeien en zijn herinneringen.’ (p. 104) En ja, die koeien. ‘Hij zorgde slechter voor zichzelf dan voor zijn beesten. Hij kwam ook slechter aan zijn einde dan zijn beesten.’ (p. 81)
De ooit fiere vierkantshoeve van de familie Maroy verloederde almaar meer en Daniel werd een eenzaat. ‘Ja op wel meer hoeves zijn boeren die niet getrouwd raakten achtergebleven. Ze verwaarlozen soms zichzelf, gaan er dan onverzorgd uitzien, maar willen geen hulp aanvaarden, uit trots en schaamte.’ (p. 82)
‘Na de dood van zijn broer kon Daniel als arme landbouwer de successierechten op de erfenis niet betalen: in België lopen die op tot 60 procent en meer,’ zegt De Stoop in De Morgen. ‘Zijn veearts vertelde me dat oom Daniel in de jaren 90 het geld niet had om voedsel te kopen, hij spaarde het eten uit zijn mond voor zijn beesten. Hij moest een lening aangaan, kon die niet afbetalen, en moest vervolgens zijn landerijen verkopen. Alleen de hoeve met de weide eromheen kon hij redden.’
Daniel werd de zonderling van het dorp, die nog slechts een keertje per week, moeizaam lopend naast zijn fiets – zijn ouwe tractor was hij al kwijtgespeeld – naar de Colruyt in Moeskroen trok om daar wat etenswaren te kopen waaronder een flinke biefstuk en enkele flesjes Rodenbach. Betalen deed hij alleen cash en dan trok hij een pak geld uit zijn broekzak. Het ging niet onopgemerkt voorbij in het dorp dat die ‘oude viezerik’ met zoveel geld op zak rondliep, en dat zou ook aan de basis liggen van de tragedie.
‘Une vie rustique, une mort tragique’
Wat er precies gebeurt, beschrijft De Stoop al op de eerste bladzijden van dit boek en met die gruwel neemt hij de lezer 254 bladzijden mee in het reconstrueren en vooral ook in het trachten te begrijpen hoe de daders en uiteindelijk heel het dorp vijf jaar na de feiten terugkijken op die tragische gebeurtenissen waarin een kleine jeugdbende, een dozijn jongeren van een jaar of achttien, die de verveling wegblowden op het dorpsplein van Evernijs, zijn kunnen overgaan tot wat hij noemt ‘het op ambachtelijke wijze afmaken’ van zijn oom Daniel.
Op het proces van 2019 in Mons werd De Stoop dus in de rol gedrukt van nabestaande die burgerlijke partij staat, maar in zijn allerlaatste repliek pleitte hij toch ook expliciet om die jonge daders een tweede kans te geven, opdat ze nog iets goeds van hun leven zouden kunnen maken voor hun familie en voor de samenleving. De Stoop: ‘Empathie is voor mij de belangrijkste waarde, zowel bij het schrijven als in het leven, en die geldt dan zowel voor een verkommerde oude boer als voor hangjongeren die uit de boot vallen.’ Dat is De Stoop op zijn best. Hij beperkt zich niet tot de kleine ruimte van het familiedrama, maar breidt een persoonlijk thema zo uit dat het universele allures krijgt. Dat doet hij in al zijn boeken. ‘Het boek Daniel’ gaat over een persoon, maar die tegelijk vertegenwoordiger is van een verdwijnende mensensoort. Het gaat ook over Achmed, Pascal, Arno, Rachid, Dylan en andere hangjongeren, maar tegelijk over het probleem van werkloze jongeren op het platteland, maar ook in de stad die dromen van veel bling-bling, merkkleren en die om vlug geld te verdienen de rode lijn waar alle menselijkheid eindigt overschrijden. Hoe gaan we om met ‘deze producten’ van onze consumptiesamenleving? Wat kan de strafmaat zijn en – vooral – hoe kunnen die perspectiefloze jongeren re-integreren in de maatschappij?
Als burgerlijke partij vroeg Chris De Stoop maar één symbolische euro, want het ging in heel die assisenzaak niet over geld. Dat maakte hij ook duidelijk in het interview in De Morgen met Marc Schaevers:
-Het monument dat je voor je oom oprichtte, Het boek Daniel, kan iedereen in de boekhandel ophalen, maar zou het je ook plezier doen als men het graf van de heremiet gaat bezoeken bij de kerk van Saint-Léger?
-Chris De Stoop: ‘Zeker, ik wil dat hij niet vergeten wordt.‘Une vie rustique, une mort tragique’, heb ik op de steen laten zetten. Ik vergelijk het met een litteken: dat is een wonde die genezen is, maar nog zichtbaar blijft. Deze wonde blijft zichtbaar in het midden van het dorp.’
Literatuur
Het inleefvermogen van Chris De Stoop in de traditionele, uitstervende boerenlevenswijze die zoals in het geval van zijn oom Daniel een dramatisch einde kende, is groot. Zeer groot. Het schrijven van ‘Het boek Daniel’ deed hij op de oude boerderij in Sint- Gillis-Waas waar hij geboren is en waar zijn broer zelfmoord pleegde. Daar, in de eenvoud van die oude boerderij en omringd door koolmeesjes en kippen komt hij tot rust na dertig jaar van jachtig journalistiek leven en werken. Daar heeft zich een andere Chris de Stoop ontpopt die boeken als ‘Dit is mijn hof’ en ‘Het boek Daniel’ heeft kunnen schrijven. ‘Ik mis ook niet de wereld van de pers die ik achter me heb gelaten (denk aan zijn verhalenbundel ‘Ex-reporter’ uit 2016!) om me af te zonderen op de boerderij en te schrijven. Het is solitair werk, dat vraagt om rust en stilte. Ik betrap me erop me steeds minder druk te maken over het nieuws en steeds meer uit het raam naar de voedertafel voor vogels te kijken,’ mijmert hij.
Ik denk dat we ons als lezers gelukkig mogen prijzen met deze ontwikkeling bij hem, want anders hadden we waarschijnlijk nooit een boek als ‘Het boek Daniel’ kunnen lezen. De werken van Chris De Stoop hebben altijd gebalanceerd tussen journalistiek en literatuur en horen eerder thuis in een transitzone die nogal eens literaire non-fictie wordt genoemd zoals iemand als de Poolse auteur Ryszard Kapuscinski dit genre beoefende. Na het lezen van ‘Het boek Daniel’ heb ik besloten mijn bibliotheek te reorganiseren. Voortaan horen de werken van Chris De Stoop voor mij thuis in de sectie ‘literatuur’.
—