Generatiewissel op de grond tot 2083
Formule SCTL
‘Wij hebben hier niet gevochten om eigenaar van die gronden te worden’, vertelt de oudere José Bové nu. De provocerende allesdurver van de jaren zeventig, andersmondialist, Europarlementslid voor de Franse Groenen is nu 68. De man met de eeuwige snor en de pijp kijkt nu terug op die woelige jaren: ‘We zijn de discussie over die gronden aangegaan met de overheid en er kwam uiteindelijk een goed plan uit de bus om het patrimonium te laten beheren door landbouwers, bewoners en de betrokken gemeenten.’
Uit die besprekingen is dan in 1984-1985 la Société civile des terres du Larzac (SCTL) ontstaan, een stichting die met de overheid een erfpacht afsloot voor 99 jaar die dus zal verlopen in 2083. Het gaat over circa 6300 ha waarvan 3.200 ha terug in handen kwamen van de oorspronkelijke eigenaars en 2800 ha werden toegewezen aan 22 gebruikers die tijdens de strijd gronden hadden bezet en bewerkt. De 6300 ha bleven dus eigendom van de staat maar werden via die langdurige pacht in bruikleen gegeven aan landbouwers die zich daar wilden vestigen of zich al gevestigd hadden. Sindsdien wordt de site collectief beheerd door de SCTL. Elke boer die op de grond van de overheid werkt en leeft is dus niet zelf de eigenaar, maar pacht de grond en de gebouwen van de stichting. Wanneer hij of zij met pensioen wil, moet hij of zij ook verhuizen en komen de boerderij en de grond vrij voor nieuwe mensen.
Vanaf 1985 groeide er daardoor een plaatselijke economie rond een kwaliteitslandbouw met een kort circuit tussen productie en consumptie. Ook artisanaat en groen toerisme kwamen tot ontwikkeling. In de Algemene Vergadering van De STCL zetelen alle gebruikers – bijna negentig – en de stichting wordt gerund door elf leden die gedurende zes jaar in het bestuur blijven. Alle beslissingen in het bestuur worden in unanimiteit genomen en wanneer en geen eenstemmigheid uit de bus komt wordt de beslissing overgelaten aan de algemene vergadering.
Generatiewissel
We zijn nu exact vijftig jaar verder en de geest van ‘Tous au Larzac’ is nog lang niet uit de fles. Er is volop een generatiewissel aan de gang. De soixantehuitards en néo-ruraux van toen zijn intussen gepensioneerd, ook José Bové, maar tot op vandaag is de gemeenschap van de Larzac nog altijd springlevend dank zij haar verenigingen, haar revue en haar persoonlijkheden van wie sommigen militeren in de boerenvakbond of bij de Groenen.
France 2 ging begin 2018 op reportage naar de Larzac en ontmoette er vele Larzaciens onder wie Marion Renoud-Lias en haar compagnon Romain Debord. Twee jaar nu al kweken deze twee dertigers op hun gepachte boerderij aromatische kruiden. Kopen was zeker geen optie geweest, want geen enkele bank zou hen een lening toegestaan hebben. Nu betalen ze 1500 euro pacht per jaar aan de SCTL.
Chantal Alvergnas en haar zoon betalen per jaar 9000 euro pacht voor twee boerenwoningen in een klein gehucht met maar enkele huizen, maar met 530 ha bos en velden waarop een driehonderd schapen grazen. Zij weet dat zij deze plek zal moeten verlaten wanneer zij met pensioen gaat. ‘Dat zal ik erg vinden,’ zegt Chantal, ‘maar de terugkeer naar privébezit zou ik nog veel erger vinden. Het is juist door die pachtformule dat jongeren in staat zijn om zich hier te installeren. Onze kinderen willen hier blijven en nochtans is het hier een van de armste streken van Frankrijk’, voegt ze eraan toe.
José Bové: ‘Dat is nu 35 jaar geleden dat dit model van het gebruik van gemeenschapsgrond gelanceerd werd en het werkt zo goed dat in 2013 Stéphane Le Foll, toen minister van Landbouw, de erfpacht verlengd heeft tot 99 jaar. Dank zij dit project is niet alleen het aantal landbouwers in de Larzac met 25 procent gestegen, maar werd er ook een bescherming van het milieu ingebouwd. We weten nu dat dit een uitstekend systeem is om een toekomst op te bouwen voor streken zonder veel vooruitzichten.’
De Mediapart-journaliste Amélie Poinssot trok in de zomer van 2011 naar het plateau en sprak er met een aantal oudere, maar ook jongere bewoners. (1) Ze sprak er onder meer met Paule Finiel die tegen het einde van volgend jaar stopt met werken. Gedurende twintig jaar maakte zij geitenkaas op de hoeve van Lamayou. Ze heeft besloten wat eerder met pensioen te gaan om die overgang wat zachter te laten verlopen. Ze zal nu een jaar samenwerken met een jong koppel die de hoeve zullen overnemen. Jonathan loopt stage bij haar en Angélique als betaalde werkkracht. Het jong koppel had al een lange maar vergeefse zoektocht naar gronden voor hun kudde geiten achter de rug. In het zuiden van de Aveyron maar ook in de Lozère blijven de gronden meestal in handen van de familie.
Ook Patrick Mayet en Mathilde Schlaeflin (zie foto) hebben zich pas enkele weken geleden geïnstalleerd in de hoeve van La Borie op het plateau van de Larzac. Ze kijken hun toekomst hoopvol tegemoet. Hun project? Hun kudde schapen en geiten laten grazen op de gronden vaan de boerderij en het uitbouwen van een korte-ketenproductie van zuivelproducten zonder tussenpersonen. Dit koppel van kwekers-herders deed met hun kudde gedurende jaren en in barre omstandigheden de transhumance in de Gard en de Hérault. Ze moesten hun dieren laten grazen op privégronden op basis van mondelinge afspraken of van tijdelijke overeenkomsten. Materieel bezaten ze vrijwel niets, zelfs geen logement buiten nu en dan een pipowagen. ‘We besteedden ontzettend veel tijd aan onze verplaatsingen waardoor we geen andere projecten konden opzetten,’ vertelt Mathilde aan Mediapart. Drie jaar geleden hoorden zij spreken van 250 ha grond, deels bebost, deels weiland, die op het plateau van de Larzac zou vrijkomen. Die gronden werden gebruikt door Christian Roqueirol, een kweker die zich daar in het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw had geïnstalleerd en die nu op het punt stond om met pensioen te gaan. Die grond was niet zijn eigendom maar werd beheerd door de SCTL. De stichting sloot met Christian Roqueirol een loopbaanpacht (bail de carrière ) af die na zijn pensionering afgesloten werd waardoor de grond terug in het circuit van de SCTL terecht kwam. Patrick Mayet en Mathilde Schlaeflin werden de nieuwe pachters.
De vrucht van hun arbeid
En hoe gaan de oudere grondgebruikers die nu met pensioen gaan en ‘de vrucht van hun arbeid’ – zie de geweldige trilogie onder die benaming van de Engelse auteur John Berger die boer in Frankrijk werd – (moeten) overlaten aan een jongere generatie om met die SCTL-formule? ‘Ik kon me niet voorstellen om zo maar te vertrekken zonder mijn kennis over te brengen aan jongeren die op het plateau willen komen werken,’ zegt Paule tegen Amélie Poinssot van Mediapart. Met tranen in de ogen spreekt ze over haar naderend vertrek. ‘Hier ligt mijn leven,’ zegt ze zeer emotioneel, maar ze vermant zich en begint te spreken over haar mandaat binnen de raad van beheer van de SCTL. ‘Onze strijd is belangrijk geweest, maar we moeten vooruit. We mogen niet blijven hangen in het verleden. Het is van groot belang dat er een goede generatiewissel tot stand komt.’
Andere mentaliteit?
Brengt die generatiewisseling dan ook geen andere mentaliteit met zich mee waardoor de Larzac toch een ander karakter dreigt te krijgen? Ook daarnaar peilt Amélie Poinssot in haar interviews met jongere bewoners. Een ervan is Morgane Blanc die sinds 2010 in Montredon een schapenboerderij heeft. ‘Bij het beëindigen van mijn opleiding beschikte ik niet over voldoende middelen om als zelfstandige te beginnen en daarom kwam ik bij de SCTL terecht. Amélie is zeer eerlijk. Zij werd niet aangetrokken door de strijdvaardigheid van ‘Tous au Larzac’ – dat is intussen geschiedenis – maar door de geest van samenwerking die nog steeds op het plateau heerst. ‘Bij aankomst werden wij niet scheef bekeken door onze buren, zoals dat op vele plaatsen wel gebeurt. We werden integendeel aangemoedigd.’ Dat komt volgens Marlène Orange van een boerderij in Potensac omdat vrijwel iedereen op de Larzac ‘hors cadre’ is. ‘De meesten onder ons komen niet uit een landbouwgezin. Er is geen onderlinge concurrentie want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Dat verbindt ons.’ Toch aarzelt zij om te spreken van een Larzacmentaliteit, zoals die er ooit geweest is. Volgens haar is het engagement van de jaren 1971-1981 niet meer aanwezig. ‘De recente opening van een nieuwe Burger King in Millau heeft niet geleid tot acties zoals José Bové ooit deed met een McDonald in dezelfde stad. Wij zijn minder zichtbaar aanwezig. De ouderen vinden dat wij minder militant zijn. Ik persoonlijk hou niet zo van manifesteren. Mijn engagement zit in mijn dagelijks werk. Ik geloof eerder in het doen dan in mooie discours. Sinds 1970 is er veel veranderd in de maatschappij. Toen gingen de mannen manifesteren terwijl hun vrouwen op de kinderen pasten en op de boerderij. Jonge ouders willen veel tijd doorbrengen met hun gezin. Zij werken hard maar ze willen ook genieten van hun vrijetijd.’ Jordi Soulié, een andere jonge landbouwer, verklaart het verschil in mentaliteit tussen de jaren 1970 en nu als volgt: ‘In de jaren zeventig was er een groot geloof in maatschappelijke veranderingen en de jongeren van toen staken al hun energie daarin. Vandaag ligt het allemaal veel ingewikkelder en is het daardoor ook veel moeilijker om zich een andere wereld voor te stellen. Dat kan zowel leiden tot radicalisering als tot een vlucht uit de realiteit.’
Minder spectaculair
Na vijftig jaar heeft het ‘Tous au Larzac’ niet meer die uitnodigende en inspirerende bijklank, maar toch gebeuren er nog steeds mooie dingen op het plateau. De stevige structuur die de SCTL heeft opgebouwd staat daarvoor garant. Zo zijn er in 2020 drie boerderijen van de 24 die beheerd worden door de SCTL in nieuwe handen overgegaan. De generatie-aflossing is bezig en dat loopt natuurlijk niet probleemloos. Waar moeten al die oudgedienden nu naartoe? Vooralsnog is daar nog geen oplossing voor gevonden. De SCTL wil graag voor haar gepensioneerden verblijven bouwen op het plateau, maar de stichting krijgt daarvoor geen bouwtoelating. De SCTL krijgt voortdurend met nieuwe problemen af te rekenen. De komst van het vreemdelingenlegioen – zie een volgende bijdrage – is er daar een van. Maar er zijn ook interne problemen waarmee de stichting geconfronteerd wordt. Een ervan zijn GAEC-boerderijen. GAEC staat voor groupement agricole d’exploitation en commun. Het gaat over landerijen die collectief bewerkt worden en die een coöperatief gebruik maken van hun landbouwmaterialen. Deze boerderijen ontstonden in het begin van de jaren 1960 meestal vanuit een christelijke inspiratie die toen overheersend was op het plateau. Ze bleven functioneren los van de SCTL.
Ondanks al die problemen blijft het plateau van de Larzac ook na vijftig jaar een buitenbeentje op het Franse platteland waar het gebruik van de grond voor een lange tijd losgetrokken is van de klassieke eigendomsverhoudingen. Misschien is het rebelse karakter van de Larzac wat minder geprononceerd dan voorheen maar toch blijft het een boeiende streek waar niet alleen verzetsgeschiedenis werd geschreven, maar waar nog alle dagen verhalen worden aan toegevoegd, misschien minder spectaculair maar daarom niet minder boeiend.
- Amélie Poinssot, L’installation paysanne par la non-propriété. Mediapart van 29 juli 2021