‘Tot uw dienst’ is niet alleen een boeiende getuigenis van veldwerkers uit de sector, maar is tevens een stevig en tegendraads pleidooi voor meer en niet minder openbare dienst. Dit boek kan door zijn heldere formulering ook een uitstekend hulpmiddel middel worden voor leerkrachten die op een kritische manier aan burgerschapsvorming willen doen, waardoor de losse flodders van de waan van de dag rustig kunnen worden doorprikt.
A su servicio! Ik hoorde het zo vaak in het Spaans en dat klonk mij eerder onderdanig in de oren, maar dat moet het niet zijn en zo bedoelt Lode Vanoost het zeker ook niet met zijn titel ‘Tot uw dienst’. De auteur, journalist voor www.dewereldmorgen.be, is een onvoorwaardelijke verdediger van de openbare diensten die almaar meer onder druk komen te staan van het neoliberalisme dat zweert bij het alleenzaligmakende van de privésector.
Voilà, zegt de auteur tegen de lezer, het is goed dat je dat weet en dat vinden de mensen die hij interviewt ook: ‘Ik zie de tendens al doorzetten. Privéziekenhuizen zullen het nooit toegeven, maar wij zien het. Ze sluizen patiënten die niet kunnen betalen door naar de openbare ziekenhuizen. Zo lijden die nog meer verlies, waarna de privé-instellingen dan beweren dat ze beter werken. Zij verzorgen klanten, geen mensen.’ (p. 20). Dat zegt Nadine, een verpleegster met 30 jaar dienst aan een West-Vlaams openbaar hospitaal tegen Lode Vanoost. Zij is een van de 67 geïnterviewden die in een openbare dienst werken – de auteur hanteert deze term zeer breed – en die hij ergens te velde, liefst in een stationsbuffet, als treinreiziger opzoekt. Zo ontmoet hij loketbedienden, treinbestuurders, treinbegeleiders, klusjesmannen, bodes, 112-telefonistes, wijkagenten, brandweerlui, verpleegsters, technici en ga zo maar door. Douaniers heeft hij blijkbaar niet te pakken kunnen krijgen en dat is jammer want zij vervullen een heel belangrijke controlerende functie.
Wat drijft toch die mensen? Kijken ze na zoveel jaren op dezelfde manier naar hun werk als toen ze eraan begonnen? Hoe staan ze tegenover de clichés die ze dagelijks over zich heen krijgen? Aanvaarden ze de verwijten als legitiem? Hebben ze de clichés geïnternaliseerd of zetten zich daar tegen af? Met die vragen probeert Vanoost een meer persoonlijke body te geven aan die grote groep van werkers die zorgen dat het dagelijkse leven op heel veel levensterreinen gesmeerd kan verlopen. De auteur vermeldt dat hij schuilnamen gebruikt omdat bepaalde antwoorden wel eens in een verkeerd keelgat zouden kunnen terechtkomen. Dat zegt waarschijnlijk iets over de interne verhoudingen in sommige diensten en dat lijkt me toch een veeg teken aan de wand. Met klokkenluiders hebben overheden het moeilijk.
Vakbonden, een zegen
Op het ogenblik dat ik deze recensie schrijf is er net een geslaagde 24-uren vakbondsstaking in de privé, en ondersteund door de openbare diensten, achter de rug. Ook nu weer wordt ‘staken’ vooral gemediatiseerd als ‘hinder’ waardoor rustig kan voorbijgegaan worden aan de pertinente revendicaties die aan de basis ervan liggen. Bovendien worden daardoor de huizenhoge clichés nog maar eens uitvergroot. Lode Vanoost spreekt in dit verband over ‘de zeven zonden van de ambtenaar’ zijnde ambitieloos, ongemotiveerd, lui, duur, te veel verlof en een te gul pensioen dat ze te vroeg opnemen. Ook ‘dé vakbonden’ krijgen dan de klassieke vegen uit de pan ‘gaande van het gijzelen van de reizigers’ tot de miljoenenschade voor ‘dé economie’ ( van wie en voor wie?) daaraan verbonden. Onderzoekscijfers spreken nochtans een en ander tegen. Lode Vanoost verwijst naar een studie van IMF, OESO én de Britse regering samen over de economische impact van overheidsvakbonden. Uit die studie bleek niet dat de activiteiten van de vakbonden nefast zouden zijn voor ‘hardwerkende Britten’, maar dat zij eerder een zegen zijn, want dat ze jaarlijks 13 miljard euro voor de Britse economie genereren. Dankzij hoger lonen die leiden tot meer koopkracht, afgedwongen door bemiddeling en preventie van sociale conflicten door de Britse vakbonden. Zou dat voor België anders zijn? Waarschijnlijk niet, maar de studie bestaat niet.
Stemmen uit de sector
‘Tot uw dienst’ is opgebouwd uit een twaalftal korte hoofdstukken waarin naast een heldere en handzame beschrijving een aantal basisprincipes, begrippen en activiteiten die met de openbare dienst te maken hebben uit de doeken worden gedaan. Daartussen verweven komen de 67 geïnterviewden aan het woord met vaak zeer relevante opmerkingen. Zo betreurt bibliothecaris Kamiel bijvoorbeeld hoe sommige collega’s de beweringen overnemen die dagelijks door politici in de media worden herhaald: ‘Ik stoor me aan politici dat lonen en pensioenen in de openbare sector niet meer ‘betaalbaar’ zouden zijn en aan de media die dat klakkeloos overnemen. Ik hoor ze nooit hetzelfde zeggen over de bedrijfswagens of de lonen van een topmanagers van overheidsbedrijven. Zijn die wel ‘betaalbaar?’’
TiSA, een gevaar
Een zeer grote waarschuwing zit vervat in het laatste hoofdstuk ‘TiSA, de aanslag op de openbare dienstverlening’. In alle gesprekken die Lode Vanoost voerde klonk de bezorgdheid door voor een mogelijke privatisering van de openbare diensten Dat die via allerlei internationale vrijhandelsakkoorden gelegitimeerd worden – denk maar aan NAFTA, TTIP en CETA – is bekend, maar dat er ook een gevaarlijke nieuwkomer voor de openbare diensten wordt voorbereid is minder verspreid. TiSA staat voor Trade in Services Agreement (akkoord voor handel in diensten) en wordt levensgevaarlijk. Eenmaal goedgekeurd zal TiSA een vernietigende aanval inzetten op de openbare dienstverlening en op de sociale welvaartsstaat.
En er is meer. Het wordt niet in het boek vermeld, maar op 29 en 30 maart wordt er in Borgerhout of all places een internationale conferentie gehouden van ‘TTIP en CETA- Vrije zones’ met als titel “ Lokale overheden, commons en vrijhandelsovereenkomsten”. De inrichters? Marij Preneel, burgemeester van Borgerhout, maar ook … Ada Colau, burgemeester van Barcelona en de intussen meer dan 2000 ‘rebelse’ steden en lokale autoriteiten die tegen TTIP en CETA zijn. CETA is door de EU-instellingen geratificeerd zonder rekening te houden met de burgers, terwijl TTIP en TiSA en andere handelsovereenkomsten voorlopig in de wacht staan. Toch heeft de Europese Commissie aangegeven geïnteresseerd te zijn in voortzetting van de onderhandelingen en de Europese Commissie onderhandelt ook over meer dan 30 soortgelijke overeenkomsten, zoals de EU-handelsovereenkomst met Japan (onlangs ondertekend als JEFTA) met MERCOSUR, met India en over een investeringsovereenkomst met China.
Burgerschapsvorming
‘Tot uw dienst’ is geen wetenschappelijk onderzoek – die pretentie heeft Lode Vanoost niet – maar zijn 67 getuigenissen geven toch een mooi beeld van wat er leeft binnen de openbare sector van onze samenleving. Is dit boek dan wel representatief genoeg? Wordt er niet een té mooi beeld geschetst van die diensten? Een mooi antwoord hierop komt van Robert die voor Buitenlandse Zaken werkt: ‘Zitten hier honderd procent ijverige en gemotiveerde collega’s? Natuurlijk niet. Profiteurs heb je overal, ook in de privé. Ik hoor evenwel niemand beweren dat de privésector moet worden afgeslankt omwille van de misbruiken die daar bestaan.’ (p.148)
Bovendien zijn niet alle voorbeelden van remunicipaleren of renationaliseren even fraai. Lode Vanoost wijst terecht op la guerra del Agua in het Boliviaanse Cochabamba van de jaren 2000, maar hij vergeet erbij te vermelden dat de gemeentelijke dienstverlening van water daar sindsdien in een sukkelstraatje is terechtgekomen. Die opmerking doet niets af aan de waarde van dit boek. ‘Tot uw dienst’ is niet alleen een boeiende getuigenis van veldwerkers uit de sector is, maar tevens een stevig en tegendraads pleidooi voor méér en niet minder openbare dienst. Dit boek kan door zijn heldere formulering ook een uitstekend hulpmiddel middel worden voor leerkrachten die op een kritische manier aan burgerschapsvorming willen doen, waardoor de losse flodders van de waan van de dag rustig kunnen worden doorprikt.