De vierde Top van de Amerika’s, die op 4 en 5 november 34 landen van Noord- en Zuid-Amerika samenbracht in het Argentijnse Mar del Plata, heeft bevestigd dat het Amerikaanse hegemoniestreven op het continent opnieuw op grenzen botst.
President George W. Bush slaagde er op de top niet in de Amerikaanse plannen voor een ,,vrijhandelszone’’ van Alaska tot Vuurland (FTAA of ALCA) vooruit te helpen.
Integendeel, de FTAA stootte op wantrouwen en afwijzing. Voor Bush zelf werd de top een afgang. Zozeer, dat de New York Times na afloop onomwonden schreef dat noch de Verenigde Staten, noch de rest van de wereld nog drie jaar verder kunnen met zo’n man in het Witte Huis. Het was vanuit het meer verlichte deel van het Amerikaans establishment een nauwelijks verhulde oproep om Bush af te zetten.
In 2005 moest de “Vrijhandelsovereenkomst voor de Amerika’s” (FTAA of ALCA), een zogeheten vrijhandelszone van Alaska tot Vuurland, in werking treden. Dat was althans de bedoeling van de Amerikaanse regering sinds die in 1994 de landen van Noord- en Zuid-Amerika (zonder Cuba) op de eerste Top van de Amerika’s in Miami uitnodigde. Na de top in Mar del Plata lijkt het initiatief ten grave gedragen, net als zijn voorganger de Alliance for Progress die Washington in 1956 en 1967 vergeefs probeerde door te drukken.
In Latijns-Amerika is het besef gegroeid dat een vrijhandelszone in beide Amerika’s veel te ongelijke krachten zou bijeenbrengen, en dat in zo’n omstandigheden Latijns-Amerikaanse bedrijven snel worden weggeveegd door de machtige Amerikaanse concurrenten. Dat dit besef gegrond is, bleek al op de derde Top van de Amerika’s, in het Canadese Québec in 2001. Daar liet de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell de propaganda over “vrijhandel en democratie” even vallen: de FTAA, zei hij, is een project waarmee de VS zich voor hun kapitaal, bedrijven en technologie verzekeren van de controle over een markt van Akaska tot Vuurland.
Bush had gehoopt dat de top in het zwaarbewaakte Mar del Plata een doorbraak zou brengen voor de FTAA. Terwijl in Argentinië overal betogingen en stakingen tegen de komst van de Amerikaanse president werden gehouden, stak Bush de loftrompet over “openstelling van economieën”, “vrije markten” en andere liberale dogma’s. Maar Brazilië, Argentinië en Venezuela zetten daar al snel een domper op. En zonder die landen heeft de FTAA geen zin.
Argentinië heeft traumatische ervaringen met de neoliberale politiek die het land in de jaren 90 onder druk van het Internationaal Monetair Fonds (de waakhond van de internationale banken) moest volgen: openstelling van de economie, privatisering enz… Een algehele economische instorting en verarming was het gevolg van deze “modernisering”.
Ook Venezuela maakte mee hoe de neoliberale “hervormingen” armoede en corruptie aanwakkerden. De onderdrukking van protesten tegen die “hervormingen” maakte in 1989 honderden doden in Caracas, wat uiteindelijk bijdroeg tot de val van het corrupte neoliberale regime van de twee traditionele partijen, en de verkiezing van de huidige president Hugo Chavez.
Zowel de huidige Argentijnse president Nestor Kirchner als Chavez hebben afstand genomen van de IMF-recepten. In beide landen schiep dit de basis voor een economische heropleving (net zoals dat gebeurde in landen als Zuid-Korea en Thailand nadat die de IMF-recepten uitwuifden).
,,IMF laat woestijn achter’’
Chavez mocht de show stelen in het verzet tegen Bush’ plannen. De FTAA is dood (“ALCA al carajo”, FTAA naar de verdoemenis), riep hij in Mar del Plata op de Derde Top van de Volkeren, een massabijeenkomst van tegenstanders van het neoliberalisme waarop hij als enig staatshoofd het woord voerde. Scherp was hij over de neoliberale recepten van het IMF: “Het kan best dat er miljoenen jaren geleden leven op Mars is geweest,” zei hij. “Maar nu is de planeet een woestijn, alsof het IMF er is gepasseerd”. Naast hem zat voetbalster Maradona te monkelen.
Op de top van staatsleiders zelf toonde Kirchner zich in diplomatieke bewoordingen kritisch tegenover de FTAA-plannen van Washington. Dat leidde tot sneren uit Amerikaanse regeringskringen dat Kirchner zich niet naar behoren als gastheer had gedragen. Hij deed onvoldoende om van de top een succes (lees: instemming met de FTAA) te maken, luidde het. Waarop woedende Argentijnen Washington arrogantie en bemoeizucht verweten.
De Mexicaanse president Vicente Fox was in Mar del Plata de meest opvallende verdediger van de FTAA. De voormalige directeur van Coca Cola-Mexico prees de weldaden van “vrijhandel”, en verwees naar de Nafta, (de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsassociatie waarin zijn land samengaat met de VS en Canada). Fox hekelde Kirchner die zich volgens hem als gastheer anders had moeten opstellen. Waarop Kirchner droogjes liet weten dat Fox zich best met Mexico bezig houdt. Later kreeg Fox het ook aan de stok met Chavez, die hem had verweten een marionet van Washington te zijn.
Achter de schermen werd het verzet tegen de FTAA geleid door een uitgekookte Braziliaanse diplomatie. Brazilië ziet in de FTAA een sluimerend gevaar voor zijn prominente positie in Latijns-Amerika, voor het overleven van zijn eigen industrie, en voor de regionale integratie, zoals die belichaamd wordt in Mercosur (Argentinië, Brazilië, Uruguay en Paraguay). Eerst Mercosur versterken, om zo sterk genoeg te staan voor eventuele verdere FTAA-onderhandelingen met de machtige VS, luidt het standpunt van Brasilia.
Elk land apart
De overtuiging dat Washington onder de mooie woorden van ,,democratie’’ en “vrijhandel” de hegemonie over het continent beoogt (zoals dat al het geval is sinds de Monroe-doctrine van 1823), is zeer sterk toegenomen in Latijns-Amerika sinds Bush zijn illegale oorlog tegen Irak begon. Dat heeft ertoe bijgedragen dat de FTAA-plannen van Bush in Mar del Plata een nederlaag hebben geleden.
Nu hoopt Washington zijn doelstellingen op een andere manier te bereiken. Als het multilateraal niet kan, dan moet het bilateraal worden geprobeerd, door met elk Latijns-Amerikaans land apart vrijhandelsakkoorden te sluiten, luidt het. Dat duurt langer, maar biedt het voordeel dat de VS telkens tegenover een zwakke “partner” komen te staan die weinig weerwerk kan bieden. Die aanpak strijkt in het bijzonder Brazilië, Argentinië en Venezuela tegen de haren, die er een ondermijning van hun pogingen tot Latijns-Amerikaanse integratie in zien. Daar komt bij dat Washington ook militaire plannen heeft, getuige onderhandelingen met Paraguay over de oprichting van een Amerikaanse militaire basis in dat land.
Bush verliet de top in Mar del Plata voortijdig (voor de camera’s wuifde hij vanuit de vliegtuigdeur naar menigten die er niet waren). Dat de FTAA er in feite werd afgeblazen werd in Washington als een mislukking, bijna als een belediging beschouwd.
Voor de New York Times was het duidelijk: het débacle (voor de FTAA althans) in Mar del Plata bevestigt dat het met Bush niet langer verder kan. De man uit Texas is er in Argentinië in geslaagd zelfs wrevel te wekken bij leiders die “in normale omstandigheden” vrienden en bondgenoten zijn, aldus een commentaar. Noch de VS, noch de rest van de wereld kunnen nog drie jaar met zo iemand verder.
(Uitpers, nr. 70, 7de jg., december 2005)