Het Grondwettelijk Hof in Bangkok heeft op 31 januari 2024 de populairste politieke partij van het koninkrijk bevolen haar campagne te beëindigen, om de beruchte smaadwet van het land – de lèse majesté-wet of artikel 112 van het Wetboek van Strafrecht – te wijzigen. Thailand kent één van de strengste majesteitsschenniswetten ter wereld. Het bekritiseren van de koning, de koningin of de troonopvolger kan leiden tot een gevangenisstraf van vijftien jaar voor elke overtreding. Zelfs praten over de koninklijke familie is zodoende risicovol. Volgens de Thai Lawyers for Human Rights (TLHR) zijn sinds juli 2020 ten minste 1938 mensen vervolgd vanwege hun deelname aan politieke protestuitingen. Hierbij waren 286 kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
De progressieve Move Forward-partij (MFP), die met meer dan 14 miljoen stemmen de meeste zetels won bij de verkiezingen in mei 2023, schond volgens het Constitutioneel Hof de grondwet. Het Hof, waarvan een aantal rechters werden gekozen via de door de Prayuth-junta aangestelde senaat, beval de MFP om “elke handeling, meningsuiting via spraak, schrijven, publiceren of adverteren of het overbrengen van welke boodschap dan ook in andere vormen” te stoppen met als doel de wet af te schaffen of te wijzigen. De rechtbank zei dat het plan om Sectie 112 te wijzigen blijk gaf van “de intentie om de monarchie te scheiden van de Thaise natie, wat bijzonder gevaarlijk is voor de veiligheid van de staat”.
De uitspraak wordt beschouwd als een dubbele standaard en een klap voor de hervormingsbeweging in Thailand, vooral voor de miljoenen jonge mensen die met de verkiezingen een verpletterende nederlaag hebben toegebracht aan het conservatieve, door het leger gesteunde establishment.
Pravit Rojanaphruk, senior editor bij Khaosod, concludeerde daarom dat “jonge Thais die proberen het monarchie-instituut te hervormen … , nu het gevoel hebben dat de gematigde weg naar hervorming van het instituut alsmaar onmogelijker, zo niet onmogelijk wordt. Sommigen hebben het vertrouwen verloren om monarchie-hervormers te zijn en worden anti-monarchisten”.
Analisten zeggen dat dit de deur opent voor verdere vervolgingen, waardoor de partij, net zoals haar voorganger Future Forward Party in 2020, zou kunnen worden ontbonden en er strafrechtelijke vervolgingen kunnen worden opgelegd aan de leiders.
De fervente royalisten Sonthiya Sawasdee en advocaat, Thirayut Suwankhesorn, dienden begin februari reeds petities in bij de Nationale Anticorruptiecommissie (NACC), waarin zij verzochten om onderzoek naar het ethische gedrag van 44 Move Forward-parlementsleden die een wetsvoorstel om de controversiële 112-wet van Thailand te wijzigen steunden. Ook voormalig senator Ruangkrai Leekitwattana, lid van de militair-conservatieve Palang Pracharat-partij, zal een klacht indienen bij de verkiezingscommissie om de ontbinding van de MFP te eisen. Hij diende vorig jaar soortgelijke verzoekschriften in maar werd steeds afgewezen. De tijdens Prayuth’s regering opgerichte speciale senaat van 250 aangestelde militaire senatoren zien zichzelf, net als het leger, als bewakers van traditionele conservatieve royalistische waarden.
Critici menen dat de wet wordt misbruikt als politiek wapen. In de huidige vorm kan iedereen een klacht wegens majesteitsschennis indienen tegen iemand anders en is de politie verplicht om onderzoek te doen – een situatie die volgens Move Forward toestaat dat de wet voor politieke doeleinden wordt gebruikt. De voorgestelde wijzigingen van Move Forward omvatten strafvermindering en een vereiste dat klachten moeten worden ingediend door het koninklijk huis.
“Niet vrij”
De Amerikaanse NGO Freedom House stelde in haar laatste ‘The Freedom in the World 2023’ rapport dat Thailand “niet vrij” is: “De combinatie van democratische achteruitgang en frustraties over de rol van de monarchie in het Thaise bestuur leidde tot massale demonstraties in 2020 en 2021. Als reactie hierop heeft het regime autoritaire tactieken toegepast, waaronder willekeurige arrestaties, intimidatie, aanklachten wegens majesteitsschennis en intimidatie van activisten. De persvrijheid is beperkt, een eerlijk proces is niet gegarandeerd en er heerst straffeloosheid voor misdaden tegen activisten.”
Ook Harvard-politicologen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt voeren in hun nieuwe boek “Tyranny of the Minority” Thailand op als kampioen in lawfare.
Nauwelijks enkele dagen na de veroordeling door het Grondwettelijk Hof, veroordeelde het Pathumwan District Court op 6 februari MFP-leider Pita Limjaroenrat en 7 andere MFP-leden elk tot vier maanden gevangenisstraf, met een schorsing van twee jaar, voor een protest op 14 december 2019 in Pathumwan op 150 meter van een verboden koninklijk domein, het Sa Pathum-paleis. De ‘samenscholing’ was het eerste grote protest van enkele duizenden mensen na de staatsgreep van 2014. Het was een reactie op het besluit van de verkiezingscommissie van 11 december om de Future Forward Party te ontbinden.
De 8 MFP-leden werden schuldig bevonden aan het overtreden van de Assembly Act en voor het zonder toestemming gebruiken van een megafoon. Pita verdedigde zich: “Het vormgeven van sociale agenda’s door middel van vreedzame bijeenkomsten is een onderdeel van de democratie. Als het de vrijheid van anderen aantast, moeten demonstranten mogelijk worden gestraft, maar de straf moet in verhouding staan tot de actie”. Omdat ze menen dat dit niet zo is, “zullen we gebruik maken van het recht om in beroep te gaan”.
Friedrich Artur Blair noteert in de Thai Enquirer: ”Het is tragisch om zien hoe de idealen van de democratie worden ondermijnd door een duaal rechtssysteem: één voor de elite en één voor de gewone man. Zolang de straffeloosheid voor de rijken en machtigen voortduurt, blijft de droom van een werkelijk democratisch Thailand een verre luchtspiegeling”.
De grootste straffeloosheid van allemaal schuilt niet alleen in het ontwijken van gerechtigheid voor verkeersovertredingen of financiële misdaden, maar ook in de brutale omverwerping van de democratische instellingen van een land zonder dat daar enige juridische consequenties aan verbonden zijn, stelt de auteur.
Voorbeelden liggen voor het grijpen. Denk maar aan de nog steeds op vrije voeten rondlopende ‘Boss’ Vorayuth van Red Bull, de schamele 600 Euro boete die 13 geelhemden van de royalistische People’s Alliance for Democracy werd aangerekend na het wekenlang bezetten en sluiten van de luchthavens van Bangkok in 2008, of de vrijspraak op 3 februari 2024 van Tun Min Latt, een Birmese zakenman die banden heeft met de juntaleiders van Myanmar, voor het witwassen van geld, transnationale georganiseerde misdaad en drugshandel.
De terugkeer van Thaksin
Om Thaksin niet te vergeten. Thaksin Shinawatra ontvluchtte in 2008 het land vanwege een veroordeling wegens corruptie. Sinds hij op 22 augustus 2023 met een privéjet naar zijn moederland terugkeerde, veroordeelde het Hooggerechtshof hem tot acht jaar gevangenisstraf. Analisten betwijfelden meteen of hij die tijd zou dienen. En, inderdaad, op 1 september, reduceerde de koning zijn acht jaar tot 1 jaar straf.
Bovendien werd hij onmiddellijk naar het Police General Hospital gebracht waar een speciale verdieping voor hem was ingericht. Omdat hij sinds de dag van zijn terugkeer binnen de muren van het Police General Hospital is verdwenen, is zijn welzijn in mysterie gehuld .Het Thaise publiek heeft slechts sporadisch een glimp van hem op kunnen vangen. Dit heeft tot publieke verontwaardiging geleid.
Kort gezegd kan worden verwacht dat de veroordeelde in kwestie zijn straf zal blijven uitzitten in het Police General Hospital, en niemand die bij zijn zaak betrokken is, zal publiek duidelijke antwoorden kunnen geven. Misschien zal Thaksin’s zus, de eveneens voortvluchtige voormalige premier Yingluck Shinawatra, vroeg of laat in de voetsporen van haar broer treden.
Voormalig Democraat-parlementslid Thepthai Senapong meldde op 8 februari op zijn Facebook-pagina dat de ‘zieke’ Thaksin waarschijnlijk op 18 februari voorwaardelijk zal vrijgelaten worden.
Dat niet iedereen binnen de conservatieve elite daar blij om is, blijkt uit een recent bericht dat Thaksin nu is beschuldigd van het overtreden van de koninklijke smaadwetten tijdens een interview dat hij in 2015 in Seoul gaf. Aanklagers zullen wachten tot de politie hun onderzoek heeft afgerond alvorens te beslissen of ze de zaak tegen Thaksin voortzetten. Eerder verklaarde de Correcties-afdeling dat Thaksin, gezien zijn leeftijd en gezondheidstoestand, in aanmerking komt voor vervroegde vrijlating op grond van nieuwe regelgeving die binnenkort van kracht wordt. Als de procureur-generaal echter besluit de majesteitsschenniszaak tegen Thaksin voort te zetten, zal de politie hem, zodra hij voorwaardelijk vrijkomt, arresteren en weer in hechtenis nemen.
Maar, surprise surprise, op Valentijnsdag werd bevestigd dat Thaksin op 18 februari samen met 930 anderen op parool zal vrijgelaten wordt, zonder dat hij een dag in de gevangenis heeft doorgebracht.
Een geel-rode coalitieregering
Nog meer geschiedde. Een deal van Thaksin’s Pheu Thai partij (van roodhemden) met de (gele) militair-conservatieve elite van 11 partijen, heeft op 21 augustus 2023 tot de Srettha coalitieregering geleid.
Pheu Thai dat naar de kiezer trok met populistische beloften, zoals het aanpakken van corruptie, verhogen van het minimumloon en het verstrekken van een digitale portemonnee voor de minder vermogenden, heeft daarvan nog niet veel kunnen realiseren. Wel is het er dus in geslaagd om Thaksin terug naar Thailand te brengen.
Eerste Minister en Pheu Thai-lid Srettha Thavisin is geen parlementslid, heeft voor Procter & Gamble gewerkt en later zijn vastgoedbedrijf Sansiri opgericht. Via familiebanden is hij goed gelieerd aan de machtige families in het land. Ons-kent-ons. In tegenstelling tot zijn voorganger, generaal Prayuth, blijkt hij ook minder confronterend te zijn. Zijn eerste beleidsdaden poogden enkele van de ‘hete hangijzers’, zoals de nog steeds groeiende inkomensongelijkheid en luchtverontreiniging, aan te pakken. Ook sloot hij met China visa-vrij reizen per 1 maart af. Op die wijze hoopt hij in 2024 8 miljoen Chinese toeristen te kunnen verwelkomen. In een verdere poging om de aantrekkingskracht van Thailand als toeristische bestemming te vergroten, keurde het kabinet belastingverlagingen op alcoholische dranken en uitgaansgelegenheden goed, en versoepelde de openingsuren van a-gogo-tenten.
Met gezagsgetrouwe media in zijn kielzog reisde hij door het land om zijn imago van compromisfiguur en doener te verkopen.
Rijken worden rijker, armen armer
Ondertussen blijkt er niets fundamenteels te veranderen. De nog steeds toenemende inkomens- en vermogensongelijkheid teistert Thailand immers al lange tijd.
Uit een onderzoek van de Wereldbank blijkt dat Thailand met een Gini-coëfficiëntindex van 43,3 procent in 2019 de hoogste inkomensongelijkheid had in de regio Oost-Azië en de Stille Oceaan. Het gemiddelde maandinkomen van huishoudens op het platteland bedroeg slechts ongeveer 68 procent van dat van huishoudens in de stad. Huishoudens op het platteland lijden ook nog steeds onder een laag opleidingsniveau, een groot aantal afhankelijke personen en moeilijke levensomstandigheden.
De vooruitgang van Thailand op het gebied van armoedebestrijding is sinds 2015 vertraagd, waarbij de armoede in 2016, 2018 en 2020 is toegenomen als gevolg van een slabakkende economie, stagnerende landbouw- en bedrijfsinkomensten en de COVID-19-crisis.
Uit het rapport blijkt dat het armoedecijfer in 2020 ruim 3 procentpunten hoger was op het platteland dan in stedelijke gebieden en dat het aantal armen op het platteland bijna 2,3 miljoen groter was dan het aantal armen in de steden.
De prevalentie van armoede is ook ongelijk verdeeld over de geografische regio’s, waarbij het armoedecijfer in het zuiden en het noordoosten bijna het dubbele is van het armoedecijfer op nationaal niveau, aldus de Wereldbank.
Credit Suisse, een internationale investeringsbank, had eerder reeds gemeld dat Thailand de grootste welvaartskloof ter wereld kent.
Uit het in december 2023 gepubliceerde Global Wealth Report and Databook blijkt dat de rijkste 1 procent in Thailand bijna 67 procent van de rijkdom van het land in handen heeft. De onderste 10 procent van de Thais bezit daarentegen nul procent van het vermogen, omdat ze schulden hebben of geen gedocumenteerd gezinsinkomen hebben. De armste 50 procent van de Thais bezit slechts 1,7 procent van de rijkdom van het land, terwijl de rijkste 10 procent maar liefst 85,7 procent in handen heeft.
De Bank of Thailand heeft gemeld dat lage inkomensgroepen verzanden door de hoge schulden van huishoudens. De kern van dit economische dilemma zijn het midden- en kleinbedrijf en mensen met lage inkomens. Deze groepen zijn het zwaarst getroffen door de economische crisis, verergerd door hoge schulden en stijgende financiële lasten.
Om hier wat aan te doen heeft de regering voor het begrotingsjaar 2024 bijna 1 biljoen baht uitgetrokken voor sociale uitgaven aan staatsambtenaren en andere burgers. Een blik op de cijfers onthult evenwel de grote ongelijkheid in de uitgaventoewijzing per hoofd van de bevolking voor staatsambtenaren in vergelijking met andere burgers. Voor de 1,8 miljoen ‘koninklijke dienaren’, inclusief politie en leger, wordt blijkbaar beter gezorgd dan voor de rest van de onderdanen.
Mensenrechten
Ook de wijze waarop politieke activisten worden aangepakt baart zorgen. Op 5 februari 2024 hebben Amnesty International Thailand, het People’s Amnesty Network, en de Thai Lawyers for Human Rights een nieuwe wereldwijde campagne gelanceerd voor de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van advocaat Anon Nampha, een van de meest prominente politieke mensenrechtenverdedigers. (Een kort overzicht van mensen die van 50 tot 75 jaar gevangenisstraf veroordeeld zijn, en waarvan sommigen in gevangenschap gestorven zijn, is hier beschikbaar.)
De organisaties dringen er bij de Thaise autoriteiten op aan om te handelen in overeenstemming met internationale verplichtingen, die vereisen dat de Thaise regering de mensenrechten van alle mensen moet beschermen, inclusief hun recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering, en om wetten die de mensenrechten beperken, in te trekken of te wijzigen.
“De afgelopen vier jaar zijn activisten en mensen die hun recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering hebben uitgeoefend, aangeklaagd. Dit weerspiegelt hoe de uitoefening van de mensenrechten in het eigen land tot een ellendige situatie kan leiden, aangezien velen van hen zijn gearresteerd, geïntimideerd, vervolgd of gescheiden van hun dierbaren”.
In haar boodschap aan de Thaise rechterlijke autoriteiten en de Thaise regering herhaalt Amnesty International Thailand dat het recht op borgtocht of voorlopige vrijlating een mensenrecht is en een fundamenteel recht dat iedereen geniet. Dit is in overeenstemming met het rechtsbeginsel van het vermoeden van onschuld, waarbij “iedere persoon die van welk misdrijf dan ook wordt beschuldigd, als onschuldig wordt beschouwd totdat het tegendeel bewezen is”.
Op een eerder cynische wijze wordt verwezen naar de kandidatuurstelling (op 27 februari 2023) van Thailand voor de termijn 2025-2027 van de VN-Mensenrechtenraad (HRC). “Als Thailand lid wil worden van de HCR, dan moet het de mensenrechten in eigen land, zoals beloofd, respecteren, beschermen en bevorderen”.