Het gaat niet goed met de Thailandse economie, en dat heeft niet alleen te maken met de Covid-virus. Buitenlandse investeerders schuwen het land ook omdat ze politieke instabiliteit vrezen. De beweging van vooral studenten tegen het bewind van generaal Prayut Chan-o-cha wordt steeds ruimer en radicaler. Het verrassend ontslag van minister van Financiën Predee Daochai kwam deze week dan ook erg ongelegen voor Prayut.

Koning

De oppositie tegen de regering komt massaal op straat en neemt een groot taboe, de monarchie, op de korrel. In Thailand is de monarchie meer dan taboe, er staan ontzettend zware straffen voor kritiek op de koning en zijn omgeving, zelfs de hond van de vorst is onaantastbaar. Verscheidene Thailanders zitten voor lang, tot 15 jaar, in de gevangenis omdat ze aan dat taboe hadden geraakt.

Op 10 augustus las ‘Rung’ (mango), bijnaam van de studente Panusaya Sithijirawattanakul, een manifest voor waarin een hervorming van de monarchie werd geëist. Het manifest wil dat kritiek op de koning niet langer verboden is, dat er een einde komt aan de straffen voor majesteitsschennis, en dat de eigendommen van ‘de Kroon’, rond 30 miljard euro, naar de staat gaan.

Schok

Dat is een grote schok in een land waar de koning beschouwd wordt als een goddelijke telg. Ook al gedraagt koning Maha Vajiralongkorn zich erg aards, meestal in zijn paleis in Beieren. Het feit dat Rama X, zijn officiële titel, enkele militaire eenheden onder zijn persoonlijk bevel plaatste, is slecht ontvangen. Hij heeft ook amendementen op de grondwet doen aannemen die zijn macht nog uitbreiden.


De studenten kleden hun protest wel wat in, ze vermommen zich vaak als Harry Potter die het opneemt tegen “Degene Wiens Naam Men Niet Uitspreekt”.
De actievoerders eisen ook dat er een nieuwe grondwet komt in de plaats van die van 2017 die werd opgesteld door de generaals die in 2014 een coup pleegden om het parlement buiten werking te stellen. Met die grondwet hebben de militairen een nog grotere zeg in het landsbestuur, o.m. met een “senaat” van 250 leden die door het leger worden aangesteld.