Sinds (…)(1) heeft het westers denken een ommekeer meegemaakt. De traditionele vijand, die sinds een eeuw als argument kon dienen voor alle mogelijke – meestal illegitieme – politieke en militaire acties, is verdwenen. Gelukkig heeft de wereldleider een nieuwe vijand aangeduid. Wat zou het volk doen zonder vijandsbeeld?
Als er een goede is moet er een boze zijn. Dit staat vast sinds het begin der schepping, en heel de mensengeschiedenis is daar een voorbeeld van. Deze dualistische visie wordt door alle leidinggevende instanties in stand gehouden, want zij is gemakkelijk te hanteren. Zowel politici als clerici hanteren hetzelfde model. Het zit als het ware in de genen geprent. Er bestaat geen cultuur of religie waar de verheerlijking van de enen en de culpabilisering van de anderen, de goeden en de slechten, niet aanwezig is. Zo heeft men de mensen via de media ingeprent dat onze westerse cultuur de enige, mogelijke, goede en eigenlijk de door de ene christelijke God gezegende cultuur is. In ieder geval is het deze cultuur die ons de rechten van de mens, van het kind, van de vrouw, de democratie, de vrijheid, en nog meerdere dingen heeft geschonken. Zo heeft onze culturele ideologie een aantal paradigmata geschapen, die te pas en te onpas worden gebruikt om onze cultuur een verheven imago te bezorgen: vrijheid – Democratie – Recht. Deze zelfidentificatie moet alle wandaden, volkerenmoorden en vernietigingen van andere culturen gepleegd door de westers-christelijke cultuur doen vergeten en nu kunnen we die gretig aan de vijand toeschrijven. ‘De’ islam is nu de mondiale vijand geworden. Heel de westerse christelijke wereld wijst naar Mekka. ‘Vade retro Satanas’.
De Islam en de moslims zijn de nieuwe vijanden geworden. De strijd is volop aan de gang. Hoe kan men de shock tussen Oost en West, tussen christendom, jodendom en islam, zowel op kleine als op grote schaal, blijven negeren als men overal de tekenen ervan kan waarnemen. Alle media storten zich op de nieuwe vijand, op allen die zich maar enigszins op de islam beroepen of die op de een of andere manier verbonden zijn met de Arabische, Semitische, Perzische, Berberse, Aramese, en andere volksgroepen. (…) Deze argwaan tegenover de islam zit diep geworteld in onze cultuur. Een duidelijke islamofobie heeft zich meester gemaakt van onze media en de pseudo-intello’s en veel reactie is daarop niet te zien. (…)
De media
De uitlatingen van Berlusconi, Verhofstadt e.a., de tendentieuze berichtgeving in een groot deel van de media, de formule van de goede tegen de kwade, de cartoons over de moslims, enz. (…) Men vertelt de meeste onzin over de godsdiensten in het algemeen en de islam in het bijzonder. De Antwerpse regionale televisie wijdt een ‘Wakker op zondag’ aan o.a. de recente gebeurtenissen in Vlaanderen. (…) Ware het niet dat men over het hoofd heeft gezien dat, in een discussie over de recente aanslagen, het onvermijdelijk is over de islam en het fundamentalisme te spreken. Geen enkele moslim werd uitgenodigd, wel iemand die een boekje had geschreven over de islam. (…)
En De Morgen laat, in een eerste bijlage over de islam, inderdaad een aantal westerlingen aan het woord, allen gebaad in de westers-christelijke cultuur, die elk iets vertellen ‘over’ de Islam. In een volgende bijlage zouden dan de moslims de vragen mogen beantwoorden die zij hen gesteld hebben. Zij kwamen zelf niet aan het woord. Men liet ze buikspreken via dezelfde ‘specialisten’ met soms verbijsterende antwoorden, die niet altijd getuigen van deskundigheid. Daarbij wordt vergeten dezelfde vragen te stellen aan joden en christenen. De grote apotheose kwam in de uitzending van Mevr. Liekens, waarin het probleem ‘Bin Laden’ in enkele minuten werd opgelost door twee dames in een idioot gebekvecht. Over de zogenaamde wijzen van het panel zwijg ik liever.
Debatten – een te mooi woord voor de bekvechterij in de media met overwegend pseudo-islam-kenners, bestrijders en verdedigers, maar vooral warhoofden – werden en worden met de regelmaat van de klok opgevoerd en op het volk losgelaten. De media gaven totaal onvolledige, éénzijdige en leugenachtige informatie over de islam als godsdienst, levenshouding en cultuur. De zogenaamde ernstige mediasterren, gewetens van Vlaanderen en andere top reporters weten met moeite waarover het gaat. Zinnige zaken worden in deze – en nog vele andere uitzendingen en artikels – niet naar voren gebracht. De debatten, voor zover deze aanduiding mag gebruikt worden, zoals ze de laatste jaren op ons werden losgelaten, getuigen van onkunde of kwade wil en wat meer is, ze dragen bij tot een algemene desinformatie die, helaas, in meer en meer media te vinden is. Aandacht voor de islam is een eufemisme, want het enige wat eigenlijk gebeurt is dat men de eeuwenoude clichés terug boven haalt en voor de zoveelste maal opgewarmd aan het volk opdist. Want als wij de goeden zijn, dan… Dus moeten we kost wat kost onze eigen hutsepot-cultuur verdedigen, die inderdaad bestaat uit lagen en invloeden van primitieve, Keltische, Gallische, Germaanse, Romeinse, Arabische, christelijke en rooms-katholieke oorsprong. Die heeft ons immers dank zij het Grote Inzicht (de Verlichting), o.a. de rechten van de mens, van het kind en van de vrouw geschonken.
Informatie
Dat de informatiecultuur grondig is veranderd is een feit. Dit neemt niet weg dat men toch een zeker rationeel, kritisch en analytisch denken enerzijds en luisterbereidheid, empathie, integriteit en zelfs ethiek anderzijds hoog moet houden zeker als men met mensen van andere culturen of godsdiensten in gesprek gaat. Maar het gesprek is er niet meer, het heeft geen spektakelwaarde en het brengt zeker geen financiële aarde aan de dijk. Er is alleen nog enerzijds de gezellige doch nietszeggende bloemetjescultuur, zoals in de tijd van ‘Tout il est beau, tout il est gentil’ en anderzijds het dispuut in de negatieve betekenis van het woord. Het gaat niet meer om woorden- of gedachtewisseling, waarbij men het denken van de ander van binnenuit wil begrijpen. Zeker niet. Het gaat om heetgemaakte vechthanen die op elkaar worden losgelaten, en die er maar moeten voor zorgen dat – met welk wapen ook – er een winnaar te voorschijn komt. Inderdaad heeft het spektakel de inhoud verbannen. Niet meer ‘wat’ gezegd wordt is belangrijk maar het ‘hoe’. ‘The Medium is the Message’. Het is werkelijk droevig om zien hoe wij de profeten van de vorige eeuw vergeten zijn. We zijn nu in de maatschappij die zij hebben voorzien. Is dit misschien een postmoderne houding dat wij de profeten uit de moderne tijd verwaarlozen. Zijn ze allen vergeten, mensen als Orwell en Illich, Ellul, McLuhan en Marcuse, en vele anderen? Sinds alles te zien is via de moderne technieken, is het niet meer om aan te zien. Dus wordt het overbekende recept van het ‘panem et circenses’ terug boven gehaald.
Niet alleen de ontspanningsprogramma’s, maar alle programma’s, dus ook de culturele of politieke, moeten het spelelement benadrukken. Reeds in de 80ger jaren voorspelde Neil Postman (Amuzing ourselves to death – Wij amuseren ons kapot) naast vele anderen deze evolutie en deze tendensen en waarschuwde dat er in deze constellatie van het kritisch denken niet veel zou overblijven. In een debat tussen Prof. Corijn en S. Bracke poogt deze laatste met alle mogelijke middelen aan te tonen dat het (politieke) tv-spel bijdraagt tot meer democratie. Ook in een artikel in DS verdedigde hij deze manier van handelen. Albers schreef dan weer in DSL dat het artikel van Bracke voornamelijk bestond uit kromme redeneringen, schijnargumenten, schimpscheuten, retorische vunzigheden met als uitsmijter een ondermaatse sneer aan het adres van een oud-collega. Het is een mondiaal probleem. De media zijn in handen van de economische machten, en – wiens brood men eet, diens woord men spreekt – moeten de media de doelstellingen van hun broodheren met alle mogelijke middelen verdedigen en promoten. (…) Wat de vierde macht wordt genoemd had tot wezenlijke taak de kritische begeleider te zijn van het politiek, sociaal en economisch leven en denken. (…) De media zijn nu in handen van diegenen die ze kritisch hadden moeten begeleiden.
(…)
Beangstigend is verder vooral dat het neoliberaal kapitalisme via deze media een obscurantistisch denken aan de massa opdringt, via valse redeneringen, pseudo logische conclusies en inhoudsloze praterij. Een slecht begrepen postmodernisme, waarin iedereen alles meent te weten en te mogen en kunnen verkondigen, zonder een minimum aan kritisch denken en wetenschappelijke accuratesse. De leden van de kritische vierde macht, zoals men de media noemde, hebben zich omgeschoold tot ‘volksamuseurs’, zoals narren, clowns, woordkunstenaars en musici, met dien verstande dat deze laatsten hun hart nog zelf bezitten.
Het meest cynische argument dat telkens wordt opgedist is dat van de ‘cultuur van de massa’. De massa moet geïnformeerd worden, de massa moet mondiger worden, de massa moet inzicht krijgen in het politieke, terwijl de wezenlijke bedoeling erin bestaat de massa meer te doen consumeren, in slaap te wiegen en zeker niet te laten denken over de machten die onze gemeenschap, openlijk of verdoken, manipuleren en regeren. In plaats van de opstand der horden krijgen we nu de verdwazing der horden. Deze zogenaamde nieuwe massacultuur wordt verkocht en opgedrongen aan kijkers, lezers en luisteraars, omdat de economische machthebbers er terecht van verzekerd zijn dat een verlaging van het intellectuele peil en de afstomping van het kritische denken de kortste wegen zijn naar grof geld. Manipulatie om de massa te doen denken wat ik, machthebber, denk en wil. De publiciteitsmanager van het Derde Rijk wist dit maar al te goed, en het hedendaags schoolvoorbeeld is Berlusconi. Leugen, halve waarheden en desinformatie zijn schering en inslag. Een krant durft het zelfs aan in zijn eigen publiciteit triomfalistisch te poneren: ‘De mensen van DM brengen de ware toedracht zwart op wit. Zonder kleur te bekennen’. Merkwaardige uitspraak, die én een grove leugen, én zuiver volksbedrog én volksverblinding is. Hier begint fascisme in haar zuivere vorm: wat wij u voorschotelen is de waarheid. Niet de onze, maar ‘de’ waarheid, want wij kiezen geen kleur, de waarheid toont zichzelf. Ook is deze uitspraak een schoolvoorbeeld van religieus fundamentalisme: hier zwart op wit, de wil van God, geen interpretatie maar de gedrukte tekst. En het meest funeste aspect van deze strategie bestaat erin dat het praktisch ongezien het menselijk denken en handelen ‘brengt waar het niet zijn wil’. Het fascisme, het dogmatisch communisme, het nazisme, en andere politieke, sociale en religieuze ideologieën brengen een duidelijke, niet mis te verstane boodschap. Het neoliberaal kapitalisme brengt zijn boodschap niet expliciet en is daardoor veel gevaarlijker.
De media en de islam
Om niet in het luchtledige te blijven hangen wil ik toch enkele voorbeelden aanhalen die praktisch uitsluitend te maken hebben met de islam en de andere mediterrane godsdiensten en culturen in onze media.
Voorbeelden
In de uitzending ‘Nachtwacht’ (09-11-2002) voert men Urbain Vermeulen op, een fundamentalistisch denker en laat men hem los op de islam als een Groot-inquisiteur op een heks, met de medewerking van een van onze gevestigde ‘waarden’, Etienne Vermeersch (ex-rooms en nog altijd dogmatisch denker) en dit tegenover een verdraagzaam moslim, die volgens mij zich moet hebben afgevraagd: ‘Is dit het niveau van het westers-joods-christelijk-rationeel denken?’. Als men een integristische islam vergelijkt met een geseculariseerd westers katholicisme; als men erop hamert dat de Koran de man toelaat zijn vrouw te slaan en men zegt er niet bij dat het boek van joden en christenen toelaat de vrouw te doden; als men geen onderscheid wil maken tussen godsdienst en cultuur in de islam en hun interactie; als men niet accentueert dat de westerse cultuur aan de moslimcultuur zeer veel heeft te danken; …; dan is men niet correct, veeleer corrupt of onbekwaam. ….. Vermeersch slaat de bal mis door aan te draven met de rechten van de mens in bovengenoemde discussie over de islam. De mensenrechten zijn de 10 geboden van een filosofisch-politiek systeem die in de loop van de twintigste eeuw hun grootste toepassing hebben gevonden. Een soort humanistisch-ethisch wetboek. Daar heeft de moslim geen boodschap aan – de christen trouwens ook niet -, en geen enkele ‘gelovige’. En terecht. Voor gelovigen, van welke strekking ook, gaat het om de wil en de wet van God. Hoe die ook moge klinken en hoe hij ook geïnterpreteerd wordt. Dat de ‘wet van God’ het belangrijkste is werd nog letterlijk door Danneels in een uitzending met Desmet en Polspoel uitgesproken. Mocht een imam dit gezegd hebben dan was hij meteen als fundamentalist aangewezen. (…)
Een ander voorbeeld. In een ‘Zevende Dag’ werden Abou Jahjah en De Winter op elkaar losgelaten en werd, dankzij een medewerker van Knack, een ondermaats spektakel opgevoerd. Er werd direct op de man gespeeld – – en De Winter verliet het podium, terecht. Het kan toch niet zijn dat de redactie van deze uitzending zo dom is, om niet te weten dat men op deze manier geen gesprek kan voeren. Maar het heeft wel een enorme spektakelwaarde. Wat moet men gelachen hebben achter (en voor) de schermen. De grootste idioot was de verslaggever van het weekblad Knack die beweerde dat Jahjah intelligenter is dan De Winter. Een prachtige aandachttrekker voor een hanengevecht. (…) De veralgemening die kenmerkend is voor de media, wordt ook gehanteerd door zgn specialisten. Zo steekt L. Catherine alle christenen (oudbollige gezinswaarden) joden (goddelijk recht op Palestina) en moslims (religieus gefundeerd anti-imperialisme) in een zelfde zak. (Uitpers-Discussie). Een schoolvoorbeeld van slechte communicatie, anti-gesprek en zelfs smaad aan de taal vinden we dan terug in een interview in ‘Humo’ (nr 52/3250) tussen de heren De Winter, Jahjah en De Gucht.
Het meest typerende voorbeeld van het westers-christelijk denken vinden we in de bijlage van DM, nl de afleveringen over het Oude Testament. De afbeelding op de kaft, Jezus die aan het kruis de krant leest, shockeert veel – vooral roomse – christenen, omdat zij deze voorstelling als blasfemisch aanvoelen. Men doet alsof het een christelijk boek is: van de drie inleiders voor de Nederlandstalige editie is er maar één specialist en twee hebben een totaal andere specialiteit. Verder zijn het alle drie christenen, en heeft men er blijkbaar niet aan gedacht er een joodse- en moslimspecialist bij te betrekken. Maar het fundamentele is dat deze afbeelding de exacte weerspiegeling is van het westers-christelijke denken in het algemeen en de jodenhaat – die als een rode draad door onze geschiedenis loopt – in het bijzonder en waarvan het Derde Rijk de normale consequentie is. Inderdaad heeft het christelijke Westen de geschiedenis – het Oude Testament – van het joodse volk gestolen en voor haar eigen legitimatie aan haar geschriften – het Nieuwe Testament – toegevoegd. Daardoor heeft men het joodse volk van zijn wortels en dus van zijn wezen beroofd en had het geen reden van bestaan meer. Deze kaft zou zeer goed gepast hebben in een bijlage van de ‘Völkischer Beobachter’ van de jaren 30 van de vorige eeuw. Het illustreert perfect onze houding tegenover de ‘anderen’. Daarbij wordt met geen woord gerept over de islam, die evenals het christendom, dit boek als een waardevolle openbaring aanziet, zij het dan vervolledigd en vervolmaakt door respectievelijk de Koran en het NT. En ten slotte schotelde de Zevende Dag ons een onwaardig debat voor tussen een ontsluierde non – een van de enkele wijzen in Vlaanderen die door VTM worden opgevoerd – en een gesluierde moslimvrouw, waarbij de non meer overkwam als de stiefmoeder van Assepoester dan als een ‘bruid des Heren’.
De argumentatie die gebruikt wordt en de verwijten die naar het hoofd van de moslims geslingerd worden, getuigen van een totaal gebrek aan informatie en kritisch denken. Men stelt niet de wezenlijke vragen die gesteld moeten worden, men vergelijkt onvergelijkbaren, men etaleert een totaal gebrek aan inzicht in de drie mediterrane godsdiensten, men zaait verwarring en zo kan ik nog een poosje doorgaan. (…) Als men sommige moslimgroepen met de vinger wijst moet men de christelijke en joodse sekten en gewelddadige groeperingen ook minstens aanwijzen en de vraag stellen wat wij daaraan doen: de christelijk-protestantse KKK, het Rooms Katholieke Opus Dei en de Ira, en de bestrijders van de abortuswet in de VSA die geneesheren doden, om nog maar een klein tipje van de sluier op te heffen.
Terminologie.
De media hebben geen enkel ethisch gevoel meer. Zij berokkenen zeer veel mensen schaamte, soms een diepe pijn en praktisch altijd ergernis. De grote verscheidenheid die we vinden in elk van de drie grote mediterrane godsdiensten komt praktisch nooit aan bod. Zelfs de belangrijkste stromingen schijnen onbekend. (…) En waar het helemaal gek wordt is als men termen als orthodoxen, fundamentalisten, integristen, conservatieven, spiritualisten hoort gebruiken. Men kent ook hun betekenis niet meer zodat alles maar door elkaar wordt gegooid, verwarrend werkt en vele mensen onrecht aandoet. De meest gebruikte, de chou-chou van alle journalisten is de term ‘fundamentalisme’. Maar de meesten weten niet eens dat het een protestantse term is, ontstaan op het einde van de 19de eeuw in de USA, (…) Men is in de media eigenlijk nog niet tot het besef gekomen dat men in alle mediterrane godsdiensten en ideologieën alle mogelijke richtingen vindt: conservatieven en progressieven, modernisten en fundamentalisten, spiritualisten en integristen. En nog een aantal ’tisten’. (…) En dat geldt niet alleen voor de islam; ook in christendom en jodendom, liberalisme of socialisme, kortom in alle interpreteerbare ideologieën vinden we precies dezelfde waaier van groeperingen, die hetzelfde éénrichtingsverkeer bewandelen met hun waarheid naar de realisatie van het ultieme doel toe. En dat is kenmerkend voor alle richtingen.
Deze terminologische vereenvoudiging is niet te wijten aan onkunde of onzorgvuldigheid van de journalisten, maar aan een zeer perverse mediapolitiek die erin bestaat ganse groepen collectief op te hemelen, te etiketteren of te culpabiliseren: dé moslims, dé christenen, dé gelovigen, dé Amerikanen, enz. (…)
Maar het wezenlijkste ligt veel dieper. In praktisch alle media en uitspraken van ‘specialisten’ en ‘essayisten’ leest, ziet of hoort men zeer expliciet en in ieder geval duidelijk impliciet, hetzelfde westers-christelijk superioriteitsgevoel en -gedrag. Alle vragen die we stellen over de islam godsdienst en cultuur bevatten het vergelijkingselement: waarom is het bij jullie niet zoals bij ons? Wat dus zeer duidelijk inhoudt dat onze cultuur zo niet de beste is, dan wel als maatstaf dient ter beoordeling van hun culturen en godsdiensten, waarbij men vanzelfsprekend zijn eigen westerse cultuur niet in vraag wenst te stellen. Dit is nu precies het tegenovergestelde van de oorspronkelijke kritische traditie die toch eigen is aan onze cultuur – en aan andere culturen -: men wil zijn eigen denken en doen niet kritisch analyseren.
Scheiding van godsdienst en staat
Vooraleer de islamlanden aan te klagen wegens de te grote verbondenheid van politiek en godsdienst moet eerst even in eigen boezem gekeken. De zogenaamde scheiding tussen kerk en staat, tussen godsdienst en gemeenschap is een schijnconstructie die oppervlakkig gezien, en dan nog formeel, aanwezig is, doch bij nader toezicht volledig vervluchtigt. Onze Europese cultuur wordt beheerst door het christendom in zijn drie belangrijkste verschijningsvormen. (…) Het probleem is dat wij de diepste en zelfs de oppervlakkige sporen en kenmerken van onze christelijke cultuur niet meer herkennen en ze dus als normaal en als evident accepteren. (…)
Wat België betreft is het zonder meer duidelijk dat de rooms-katholieke kerk een medespeler is van het politieke bestel. Onze cultuur is een roomse cultuur. (…) De openbare omroep voert regelmatig het hoofd van de roomse kerk op, men heeft het over het aantal roomse seminaristen, elke zondag een roomse misviering, (…) Daarbij verbergen we netjes – zelfs de zgn. top journalisten – dat in België wat niet christelijk is zeker, en wat niet rooms is eveneens wordt gediscrimineerd. Het Belgische erkenningsysteem is altijd de facto gebaseerd geweest op een monolithische structuur en het functioneren van de dominante kerk, het rooms katholicisme: een kerkelijke structuur met een duidelijke hiërarchie en een duidelijke territoriale verdeling. Het is echter uitzonderlijk voor een geloof om monolithisch te zijn.
(…) Anderzijds houden de media, via verlichte essayisten, ons voor de gek door te beweren dat wij in een geseculariseerde westerse wereld leven waar de staat een lekenstaat is en godsdienst en religie praktisch verdwenen zijn. Sinds het verschijnen van ‘The secular city’, waarin Cox ervan uitgaat dat de wereld een wereld zonder God is, is dit een axioma geworden en als paradigma van onze tijd overal ten berde gebracht. Wij leven in een ‘leken’staat, heet het dan. Het is niet omdat de ‘kruisbeelden’ in de gerechtshoven en andere openbare plaatsen verdwenen zijn dat de invloed van het roomse denken is terzijde geschoven. Het is zelfs niet omdat de meerderheid der mensen niet meer ‘gelooft’ en niet meer ’ter kerke gaat’ dat we in een staat leven zonder religie en zonder symbolen. En nu men een andere vijand gevonden heeft kunnen Danneels en De Gucht samen op een kaft van Knack als bruid en bruidegom poseren om duidelijk te maken dat de twee grootmachten, loge en katholieke kerk een modus vivendi gevonden hebben. En sinds die tijd is alles rustig geworden op het front van o.a. het vrij onderwijs.
Hun cultuur en de onze
Het is legitiem fier te zijn op zijn cultuur, wat ze op het gebied van de wetenschap en de kunsten, het rationele en emotionele denken, de burger- en volkscultuur heeft voortgebracht. Maar als men de geschiedenis van onze cultuur en vooral haar positieve aspecten aanhaalt en die vergelijkt met de negatieve aspecten van een andere cultuur is men niet eerlijk. Dat is duidelijk boerenbedrog. En dat is hetgeen in de media aan de orde is. Men moet de moed hebben de ganse geschiedenis aan te halen. Niet vergeten te praten over godsdienstoorlogen, St Bartholomeusnacht, kruistochten, pogroms, uitroeiingen, vernietigingen van andere culturen in naam van het kruis, onderdrukking, leugens en bedrog, enz. De westerse geschiedenis is helaas één opeenvolging van conflicten tussen staten en volkeren in naam van religieuze of politieke ideologieën tot op de dag van vandaag. Laat ons op dit punt dus zeer ootmoedig zijn. Wij wijzen in Vlaanderen en Europa met veel aandrang op de wandaden van de islam; maar merkwaardig genoeg komt deze kritiek niet meer van de andere christelijke kerken of godsdiensten, enkele privé-uitspraken uitgezonderd, voor de eenvoudige reden dat alle drie de godsdiensten zich eigenlijk bewust geworden zijn van het feit dat zij allen niet alleen alle mogelijke fouten en wandaden hebben gepleegd maar evenzeer letterlijk en figuurlijk vele volkeren hebben uitgeroeid. Alle grote stromingen hebben mensen het zwijgen opgelegd of uitgebannen. Dat is nu eenmaal eigen aan de mediterrane godsdiensten en aan alle westerse ideologieën zoals o.a. het fascisme en het communisme.
Essentiëler is echter dat wij te specialistisch en dus kortzichtig zijn en de grote gehelen niet zien. Wij zijn ‘cultuurblind’ geworden zoals men bedrijfsblind is. We zijn onze christelijke cultuur zodanig ‘gewoon’ gaan vinden, dat alles ons ‘gewoon’ lijkt en we ‘gewoon’ geen analyses meer maken. Wij hebben vergeten dat onze West-Europese cultuur nu eenmaal deel uitmaakt van de mediterrane culturen: Grieken, Romeinen, Ottomanen, joden en Arabieren en dat de wisselwerking tussen christelijke, moslimse en joodse politiek, Keltische en barbaarse cultuur en dus ook godsdienst niet te loochenen is. Men mag ook niet vergeten dat de drie mediterrane godsdiensten en hun culturen – zij het diachronisch – dezelfde grote periodes gekend hebben. Periodes van expansie – stabilisatie en organisatie – theologische en politieke hoogconjunctuur en neergang – en ze hebben allen in hun midden modernisme en orthodoxie, integrisme en secularisme en fundamentalisme.
Men vergeet meestal dat ook wij in Europa te maken hebben met drie grote deelculturen die een andere benadering hebben van bepaalde culturele aspecten van hun en andere gemeenschappen. Deze culturen zijn wezenlijk verschillend op minstens drie domeinen: taal, godsdienst en invloeden. De noordwest-mediterrane groep spreekt een Latijnse taal, is rooms katholiek en heeft vooral contacten en kolonies gehad in Noord en Oost Afrika, De noordoost- mediterrane groep spreekt een Griekse of Slavische taal (Roemenië uitgezonderd) is orthodox en zeer dicht bij de Ottomaanse – Turkse Moslims – en de noord-west-Europese groep heeft een Germaans, Scandinavische (Finland uitgezonderd) taal, is anglicaans of protestants, vooral Luthers, (Ierland uitgezonderd) en heeft meer elementen van de oorspronkelijke Keltisch-Germaanse traditie bewaard.
Verdeeldheid
Wij stellen het meestal voor alsof het christendom één grote godsdienst is met hier in België de heer Danneels (kardinaal is een kerkelijke en geen burgerlijke titel.) als verantwoordelijke aangesteld door de hoofdzetel te Rome. Niets is minder waar. De drie grote mediterrane godsdiensten – jodendom, christendom en islam – zijn verdeeld in diverse grote richtingen die op hun beurt uiteenvallen in ontelbare groepen en sekten, richtingen en scholen, allerlei synagogen, kerken en moskeeën. En in elk van de drie grote groepen vindt men sektariërs en scheurmakers, fundamentalisten, integristen en modernisten, orthodoxen en pseudo-vrijzinnigen, racisten en anti-racisten, pacifisten en gewelddadigen. Daarnaast zijn er vele volgelingen van Abraham of van de Man van Palestina – die niet tot een geloofsgemeenschap willen behoren omdat iedere georganiseerde godsdienst een onderdrukking veronderstelt en een eigenlijke ‘broederschap’ in de weg staat. Allen verkondigen ze kinderen en volgelingen van dezelfde Heerser te zijn: Jhwh, God of Allah. Allen beweren de enige en volle waarheid te verkondigen en de sleutels van de waarheid en wijsheid te bezitten. Men zou nog kunnen vermoeden dat die verdeeldheid het gevolg is van een open en vrije gesprekscultuur, maar dat is het niet. Het gaat om ideologische verblinding waarbij de eigen waarheid de enige en volmaakte waarheid is. Zowel op cultureel, religieus of politiek vlak leidt het tot primitief taal en wapengeweld. Tot op vandaag zijn er gewelddaden niet alleen tussen de drie groepen onderling, maar eveneens tussen groepen binnen eenzelfde geheel. Christenen tegen christenen (Ierland, USA) Joden en moslims (Palestina) christenen en moslims (Zuid-Oost Azië), moslims en moslims (Afghanistan) moslims en Hindoes (Pakistan en India) christenen en animisten (Soedan), christenen en moslims (Servië, Cyprus, Turkije) zijn de topjes van de ijsberg. Het merkwaardige is nochtans dat zij alle drie volgelingen zijn van één en dezelfde god die eenheid vraagt van al zijn uitverkorenen. De waanzin die zich voor onze ogen afspeelt en deze primitieve stammenoorlog, waar kinderen, ouderen noch jongeren gespaard worden in Naam van de Grote Bevrijder is inderdaad onverdraaglijk.
Maar merkwaardig genoeg zijn het allen kinderen van een god die niet alleen, zoals men het altijd beweert de eenheid wil, maar ook diegene die in de schepping de verdeling heeft ingevoerd. Hemel en aarde, God en mens, man en vrouw, chaos en orde, verscheidenheid in talen en rassen, goed en kwaad, zijn volk en de anderen, enz. Regelmatig hebben grote gebedsdiensten plaats tussen vertegenwoordigers van de grote godsdiensten. Men hoort of ziet ze bidden, zingen en preken tegen geweld en voor de broederliefde, tegen de oorlog en voor de vrede, die hij (Jhwh, de Vader of Allah) wil geven, terwijl de gewapende strijd blijft voortduren.
Daarom is het misschien wel eens interessant om op een rijtje te zetten de zaken die ze gemeen hebben. (…) (…) Verder aanvaarden alle drie bepaalde teksten – die een min of meer groot gezag hebben in de mate dat zij het woord van God of van de profeet bevatten – en doen ze uitspraken waarvan ze denken dat zij de juiste verkondiging, mededeling, profetie, interpretatie bevatten omtrent de verschijning en verkondiging van één van de profeten van deze gezamenlijke God: Mozes, Jezus, Mohammed. En dit is het oeverloos probleem, waarmee alle drie de godsdiensten te kampen hebben: wie heeft de juiste interpretatie niet alleen van de tekst maar ook de juiste visie op de boeken als zodanig.
En zo zijn alle verschillen tussen alle groepen terug te leiden tot interpretaties van de teksten. En omdat het daar rond draait, nl wat zegt de heilige en wat is zijn wil, heeft de clerus deze taak op zich genomen. Soms gebeurt het dictatoriaal zoals bij de roomse kerk (Roma Locuta), de Jehova’s getuigen (New York speaking) en vele sekten, soms collegiaal in synodes en kerkvergaderingen en alle mogelijke tussenvormen. Hoe dan ook: de tekst moet geïnterpreteerd worden, hoe zou men anders de wil van de heilige kennen. (….) (…)
Cesar Lecompte
(Uitpers, nr. 48, 5de jg., december 2003)
(1) Dit is een door de auteur ingekorte versie. Vandaar hier en daar de haakjes en puntjes. Volledige tekst bij redactie Uitpers.