Natuurlijk ben ik blij dat Uitpers het al vijf jaar uithoudt. Niet zozeer omdat informatie schaars zou zijn – wie geïnformeerd wil worden, vindt over ’t algemeen wel zijn gading. Maar informatie werkt maar als er ook interpretatie en debat is – en bovendien is er een (toenemende?) informatiekloof tussen een kleine groep geïnteresseerden, die redelijk geïnformeerd zijn, en een grote groep ongeïnteresseerde ongeïnformeerden.
Symbool kan staan: de opsplitsing van het VRT-Journaal in een populaire versie voor tv 1 en Terzake op Canvas. De vergelijking is gebrekkig, want al irriteert het Journaal door beperking van de horizon, het bevat nog heel wat informatie; het nieuws van Terzake is op zich niet veel beter en het eigenlijke actualiteitenprogramma dat erop volgt lijdt aan de modieuze leukheidsziekte – en bovendien, kijkt sowieso maar een minderheid naar al die dingen… In Vlaanderen bestaat weinig belangstelling voor wat buiten de grenzen gebeurt – waarin we dan veel minder verschillen van de Verenigde Staten dan we graag denken.
Of de belangstelling mathematisch afneemt, weet ik niet, misschien is het nooit veel beter geweest – met uitzondering van de jaren na 68. Maar Vlamingen koesteren hun klokkentoren, dat is wel zeker. De "tango der kneuterigheid", zoals de Ekstermolengroep het noemt heeft iets te maken met de geleidelijke afglijding naar héél rechts – het soort rechts dat niet alleen gedesinteresseerd is in het buitenland, maar dat het vooral als vijand ziet.
Nochtans, België, laat staan Vlaanderen, zal als navel van de wereld niet veel furore maken.
Uitpers roeit tegen die stroom op. Of het een ruimer publiek kan aanspreken, weet ik niet – de kans is groot dat de Internaut die Uitpers leest ook al naar het journaal kijkt, het radionieuws volgt en de buitenlandberichten in een krant volgt. Maar point n’est besoin d’espérer pour entreprendre.
In het stuk dat nu volgt leest u qua informatie niets nieuws, maar ik probeer het debat te voeden.
***
Hoe willen we dat de wereld er in de nabije toekomst uit gaat zien? En wat staat er te doen om ons voorland in die richting te stuwen – wetende dat Sisyphus, hijgend, ons in de verte ziet krieuwelen? Ik zie, samengebald, vier hoofddoelstellingen: vrede, rechtvaardigheid, zorg en mensenrechten.
Vrede, in de eerste plaats. Dat wil niet zeggen: een conflictloze wereld. Dat het eufemisme ‘conflict’ de plaats van oorlog, burgeroorlog en zelfs oproer is gaan innemen maakt de redeneringen er niet altijd zuiverder op. Conflicten zijn essentieel voor iedere samenleving, oorlog niet. Een "realistisch ideaal" is misschien niet eens een geweldloze wereld geloof ook niet dat we ooit in dt, wijst erop dat er ar het journaal kijkt, het radionieuws volgt en een kwalitetiskrant lees– maar een waar conflicten beheersbaar blijven, in tijd en ruimte beperkt, waar wapengeweld de hoge uitzondering en overleg, onderhandeling, arbitrage, verdragen de regel zijn eld isschien niet .
Rechtvaardigheid is een moeilijk omschrijfbaar begrip – omdat over rechtvaardigheid verschillend gedacht wordt. De realisatie van de millenniumdoelen(1), die we ons in de Verenigde Naties hebben gesteld is evenwel op de korte termijn een redelijk concrete vormgeving. Uitschakeling van absolute armoede, basisonderwijs voor iedereen, stopzetting van de toename van aids, tuberculose en malaria, toegang tot drinkwater. – dat allemaal in concrete cijfers gevat. In hun formulering door het marktdenken beïnvloed, ongetwijfeld – maar met liberalisme en kapitalisme alleen onbereikbaar.
Bewaring van de aarde als leverancier van grondstoffen, adembare lucht, drinkbaar water, biodiversiteit – als we daar niet in slagen, zijn zowel vrede als sociale rechtvaardigheid onbereikbaar en wordt achter het voortbestaan van de mensheid een groot vraagteken gezet.
En een wereld waarin het voor iedereen mogelijk is een menswaardig leven te leiden. ‘Mensenrechten’ plegen we dat te noemen. Mensenrechten zouden heilig moeten zijn maar over de spanning tussen universaliteit en diversiteit is zowel het denken als de praktijk helemaal verkrampt geraakt. We zijn in een nieuw soort godsdienst beland, en u weet: als god met ons is, is de redding veraf.
***
Wat zijn de krachten, die in de komende decennia ons lot en onze plaats in de wereld zullen bepalen?
Er is de V.S., natuurlijk. Heraut van de mensenrechten als politiek wapen, niet zo goed scorend in eigen land. Absoluut negatieve scores inzake vrede, rechtvaardigheid en milieu..
Wel de massale militaire en ideologisch hegemonische macht, die aan de hele wereld het marktfundamentalisme opdringt.
Daarnaast zijn China en India twee, totaal van elkaar verschillende Aziatische grootmachten – die in belangrijke mate het verloop van de eenentwintigste eeuw zullen bepalen. En er zijn in Azië nog andere dingen aan de hand: Indonesië, Vietnam, Japan.
Er is de islamwereld – alleen al dat we die met de naam van een godsdienst aanduiden is significant. Er is Latijns-Amerika waar zowat iedereen die kan lezen en schrijven – en zeker wie dat niet kan – snakt naar een alternatief voor de verstikkende relatie met de V.S.
Ik zie drie ontwikkelingslijnen voor wereldpolitiek in de komende decennia. De eerste is dat de Verenigde Staten – ondanks al het boeiende wat daar op cultureel en wetenschappelijk gebied gebeurt – het belangrijkste obstakel zijn van een menswaardige toekomst.
De tweede is dat staten en interstatelijke samenwerking een essentieel instrument blijven voor zo’n menswaardige wereld – en dat ondanks de zeer reële problemen die staatssoevereiniteit inhoudt. Maar zonder staat, of met falende staten ligt de weg open voor krijgsheren, plunderaars, terroristen – en die brengen geen vrede, rechtvaardigheid, mensenrechten of zorg voor het milieu.
Boven die staten staat ongetwijfeld de ethiek, mensenrechten ook, maar wie rechten zegt, zegt wetten, rechtbanken en staten , en dus ook middelen om hun gezag af te dwingen. Nationale soevereiniteit lijkt een catch 22-situatie, omdat staten ook het onrecht kunnen incarneren, maar daar is slechts uit te geraken door een versterking van de Verenigde Naties en een aantal emanaties daarvan – zoals internationale gerechtshoven en onafhankelijk instanties die het voor de verworpenen der aarde kunnen opnemen. Hoe belangrijk sterke maatschappelijk organisaties ook zijn, zij kunnen het instrument staat niet vervangen. Een breed netwerk van ngo’s kan geen politiek uitzetten, kan de markt niet reguleren, de misdaad niet bestrijden, geen pensioenstelsel opleggen, geen belasting heffen, geen gezondheidspolitiek voeren, de aarde niet bewaren. Zij zijn de bouwers van de tempel niet, zij zijn de sjouwers van de stenen.
Omdat steeds meer problemen een grensoverschrijdende aanpak vereisen kan de Europese Unie (en kunnen soortgelijke regionale en bovenstatelijke gehelen, elders in de wereld) een zinvol instrument zijn, om die twee noden: staten en samenwerking te combineren – al worden dergelijke verbanden zeer snel oncontroleerbare bureaucratieën.
De derde is, dat we de transatlantische as moeten loslasten en opkomen voor een meerpolige wereld. Concreet: de banden tussen Europa en China, Europa en India, Latijns-Amerika, de moslimwereld, Afrika, versterken.
Een belangrijke hinderpaal daarbij is dat we die landen, hun bevolkingen, organisaties, instellingen, stromingen slecht kennen.
***
Eigenlijk zijn we maar over een klein stuk van de wereld redelijk geïnformeerd: de ‘Atlantische’ wereld – anders gezegd: de V.S., West-Europa en wat satellieten.
In onze media is er nood aan mensen die ons over de islamwereld kunnen berichten, niet alleen over de positie van de vrouw, laat staan over hoofddoeken en burka’s, maar die inzicht kunnen brengen in het wereldbeeld dat in het Midden-Oosten overheerst: hoe ziet men daar Europa, België, staten in het algemeen? Ziet men daar verschil tussen Amerika en wat wij zo graag het Europese model noemen? Wordt er getimmerd aan andere wegen dan de verheerlijking van het verleden, toen de islam nog zuiver en de wereld nog simpel was – en kunnen wij een op het heden en op de toekomst gerichte islam bevorderen? Hoe zien zij het samengaan van rechtvaardigheid, mensenrechten en koran? En hoe ziet men er de stilaan opkomende Europese islam? En welke rol kunnen en willen onze muzelmaanse burgers daarin spelen?
China: kan daar een synthese ontstaan tussen voorouderlijke inzichten, mensenrechten en een door het marxisme ingevulde verwestersing – of is een ‘Oost-Europese" ontwikkeling onvermijdelijk (van bureaucratisch socialisme naar cowboykapitalisme ?). In onze media komen alleen de succesverhalen van de Chinese economie en de voorstanders van een doorgedreven, ook politieke verwestersing, aan bod. Bestaan daar maar twee meningen, een ‘conservatieve’ en een liberale – d.i. een postmarxistische (misschien pseudo-marxistische?) en een Amerikaniserende?
Er is nood aan inzicht in de ontwikkelingen in India – over de binnenlandse machtsverhoudingen, maar ook over de rol die dat land op het wereldtoneel wil en kan gaan spelen, en hoe zich dat tot Europa verhoudt. Is ook dat gigantische land gedoemd zich aan de wetten van de grenzeloze markt te onderwerpen – of zullen zijn eeuwenoude bronnen van wijsheid er iets heel anders van maken? En het boeddhisme, dat ideologisch het verst verwijderd lijkt van de cultus van hebzucht en nijd? Wordt daar nagedacht over een wereldordening voor de eenentwintigste eeuw?
En Afrika: dat incontinente continent, dat we gewend zijn vanuit zijn misère te beoordelen, maar ook het enige waar de mensen tamelijk massaal voor verwestersing bedanken – zonder dat een alternatief zich aandient voor staat en kapitalisme. Kan uit die afwijzing iets goeds voorkomen?
En Latijns-Amerika, waar keer op keer een meerderheid blijkt te bestaan voor verandering, maar dat vast lijkt te lopen tussen een socialisme, dat niet meer realiseerbaar lijkt, en allerlei vormen van populisme. Is er een synthese mogelijk tussen het Cubaanse model, Lula en Chavez? Wat zeggen, wat doen de vroeger veel geroemde Latijns-Amerikaanse intellectuelen?
Inzicht in vragen als deze , een betere kennis van wat ons buiten het westerse wereldje afspeelt, kan ons helpen andere dan transatlantische bruggen te bouwen. Het atlantisme zal Europa onvermijdelijk meeslepen in een confrontatiepolitiek, die tot catastrofes kan leiden en alleszins veel kansen laat liggen. Als we geen clash of civiliations willen, zullen we een choc des idées moeten wagen. En ook puur economisch verschuift geleidelijk het zwaartepunt van de wereld – dus zelfs in een kapitalistische logica, is het niet abnormaal beter in te gaan op kansen die de rest van de wereld biedt.
***
Vanuit onze positie in West-Europa bekeken, zijn Oost-Europa – met Rusland als vernederde grootmacht – , het Midden-Oosten en Afrika onze onmiddellijke buren. Van groot economisch belang – grondstoffen, handel -, maar ook politiek en sociaal. Conflicten die daar ontstaan, hebben hun weerslag bij ons, kunnen zelfs overslaan. Vrede in en met die landen is een belangrijke opdracht.. Migratie, met haar voor-en nadelen, zal vooral uit die landen blijven komen.
Daarnaast is er het "trio van grote landen" – de V.S., China, India – misschien moeten we er Japan aan toevoegen. Europa kan, met zijn economische macht en zijn morele potentieel, de verhoudingen tussen die krachten beïnvloeden. Mits we ons niet aan het atlantisme en het marktfundamentalisme laten binden, en de rol opnemen van draaischijf, bemiddelaar – die ook de belangen van Latijns-Amerika, de islamwereld en Afrika bij de wereldpolitiek betrekt.
Kan België, kan Vlaanderen, een rol van betekenis spelen in die grondig herdachte ‘vaart der volkeren’? Niet als het op macht aankomt, en al is het zeker de moeite waard om nu en dan dwars te liggen binnen het ‘westerse kamp’, onze rol zal toch meer liggen en in het uitbouwen van een ‘inzichtscentrum’ en het faciliteren van bemiddeling.
Zijn we daartoe in staat? Zijn we ertoe bereid?
We zijn onze universiteiten in snel tempo aan het verengelsen – maar ik heb niet de indruk dat deze ‘kenniscentra’ daar internationaler door worden, eerder Amerikaanser. Nochtans zou ons land kunnen investeren in een inzichtscentrum – een hub – voor de ontwikkelingen in de niet-westerse wereld, een centrum dat heldere geesten uit alle continenten zou aantrekken om het ‘Europese model’ te plaatsen in een wereldwijd perspectief, een dat zich niet beperkt tot het herkauwen van de Verlichting, maar dat in dialoog gaat met de grote filosofische, maar ook de praktisch-politieke stromingen van de wereld. Minder betweterij, meer openheid. Dat we zelf een mengcultuur zijn op de grens van twee belangrijke Europese cultuurgebieden, en aangedaan door heel wat buitenlandse invloeden, is een niet te onderschatten troef, waarvan ik vrees dat we hem ook in snel tempo uit handen aan het geven zijn – maar dat is een andere discussie.
Het is een politieke strijd op zich. Meer en meer is er een gelijkstelling ontstaan tussen westerse waarden en "ongeremde markteconomie", tussen die markt en mensenrechten, terwijl nu juist het temmen van de economische krachten het mogelijk maakt ‘normen en waarden’ te onderhouden, en tot welvaart en welzijn heeft geleid.
Geen van beide zijn ze tot de hele wereld uitbreidbaar – maar het Europese model biedt meer ingangen voor dialoog, omdat het minder macht heeft en niet meer in staat is tot militaire overheersing. Cynici vinden dat een zwakte – hoeveel divisies had de Paus ook weer – maar het schept ook mogelijkheden. De keuze is tussen het Atlantische Europa van Blair c.s., en een eigen rol in de wereld, eerder een van invloed dan van macht, al moeten we niet zo onvoorzichtig zijn om dat machtaspect volledig naast ons neer te leggen. Maar als we dan al een leger nodig hebben, laat het dan slim en puur defensief zijn, en iedere imperiale ambitie van zich afschudden. Europese defensie? Wellicht, maar dan toch in een veel bescheidener vorm dan de voorstanders van een zwaarder bewapende Europese poot van de NAVO dat zien.
***
Als ik dus Uitpers een beetje mee mag oriënteren, zou ik zeggen: zoek het niet alleen in transatlantische analyses en in de links-rechtstegenstelling die daarbinnen belangrijk blijft – probeer ook wijdere aspecten van een politiek alternatief te verkennen. Sjouw stenen aan van elders, leer Chinees. Zelfs de jonge wolven van de VLD zeggen het u.
(Uitpers, nr. 57, 6de jg., oktober 2004)