YVAN VANDEN BERGHE. De Koude Oorlog 1917-1991. Uitgeverij Acco – 391 blz., ISBN 90-334-4869-6.
"De strijd tussen kapitalisme en marxisme-leninisme was onvermijdelijk; het verloop ervan had anders gekund", schrijft professor Yvan Vanden Berghe in de jongste herziene uitgave van De Koude Oorlog dat eerder verscheen als "Het grote misverstand? Een geschiedenis van de Koude Oorlog". Die oorlog is inderdaad begonnen met de Russische Oktoberrevolutie, luidt de stelling van de auteur. Sinds 1917 was het kapitalisme er inderdaad op uit dat vijandig stelsel te breken.
Hoe anders had het gekund? Van den Berghe haalt diverse factoren aan. Het uitblijven van een communistische revolutie in de rest van Europa isoleerde het Sovjetcommunisme. De Sovjet-Unie verloor in de Tweede Wereldoorlog 27 miljoen mensen en 40 procent van haar economisch potentieel, terwijl de Verenigde Staten tijdens die oorlog de economische en militaire reus van de wereld werden.
Vanden Berghe maakt brandhout van de stellingen dat de Sovjet-Unie erop uit was West-Europa aan te vallen en te veroveren. Stalin was wel beducht voor ‘Duits revanchisme’ en hechtte daarom het allergrootste belang aan strakke controle over zijn eigen invloedszone, vandaar zijn wantrouwen tegenover communistische leiders die hij niet controleerde, zoals Tito én Mao. De auteur toont ook aan hoe talrijke communistische leiders eerder verwoede nationalisten dan wel internationalisten waren, zoals ook de rest van hun ideologie vaak maar een laagje vernis was.
Hij beschrijft ook goed hoe zowel de Sovjetleiders als de westerse leiders na de Tweede Wereldoorlog belang hadden bij die Koude Oorlog. Die toestand bevestigde aan de ene kant de almacht van de nomenclatura en belemmerde alle pogingen tot hervormingen (die werden steevast afgedaan als manoeuvres van het andere kamp. De Koude Oorlog kwam anderzijds vooral de Amerikaanse leiders goed uit, het bevestigde hun leiderspositie van het kapitalistische kamp, terwijl ook zij linkse opposanten als ‘agenten van Moskou’ konden afschilderen.
De auteur legt bij de afloop van de Koude Oorlog m.i. wel te weinig de nadruk op de in elkaar verstrengelde uithollingsprocessen die het Sovjetsysteem uiteindelijk deden verpulveren. Dat heeft te maken met een zwakke analyse van het stalinisme als degeneratie van de Oktoberrevolutie, wat nochtans het Sovjetsysteem met zijn nomenclatura tot aan het einde kenmerkte. Er heeft nooit een grondige destalinisatie van het systeem plaats gevonden.
Het is de voornaamste reden waarom Gorbatsjov, een product van dat systeem, het in de tweede helft van de jaren ’80 ook niet meer kon redden.
(Uitpers, mei 2002)