De voorgeschiedenis
Soms kan een lidwoord zeer veelzeggend zijn. Dit boek over twintig jaar De Roma heet niet toevallig HET verhaal. Een (ander) verhaal, zoals David Van Reybrouck open laat in zijn boek over Congo is er niet. Dit boek gaat over zeshonderd vijftig enthousiaste en koppige vrijwilligers die, gespreid over bijna een generatie, hebben aangetoond dat het mogelijk is om het maatschappelijk ‘onzalige tij te keren’, zoals Charta 91 in dat jaar de doorbraak van het Vlaams Blok bestempelde. Op die ‘Zwarte Zondag’ van 24 november 1991 bereikte dat ‘onzalige tij’ ook Borgerhout. In dat toen eerder verpauperde en verzuurde district Borgerhout ging zowat één op de vier stemmen van de ‘boze blanke man’ naar het Vlaams Blok. Het Vlaams Blok beschouwde Borgerhout als zijn thuisbasis én rekruteringsterrein. Het is ook in die periode dat de bokshandschoenen werden aangetrokken en het 70-puntenprogramma gelanceerd werd (herwerkt in 1996), dat jarenlang de basis van het vreemdelingenstandpunt van het Vlaams Blok was.
‘Als het er dan zo goed is, ga er dan wonen.’ Dat was de uitdagende titel van een Humo-reportage uit 1994. Sommigen gingen daar op in. Het is ook in die periode dat Eric Antonis schepen van Antwerpen was die via cultuur – kan cultuur de wereld redden? – verandering wilde brengen in Borgerhout en Antwerpen-Noord. Achteraf beschouwd ging hij daar volgens founding father Paul Schyvens niet ver genoeg in. ‘Voor Eric Antonis zou een goede verbouwing zeker 500 miljoen euro kosten en dat geld was er niet. Hij begreep onze gefaseerde aanpak niet en in het verhaal van de vrijwilligers geloofde hij niet. Dat heeft zeker voor wrevel gezorgd, maar onze relatie heeft die spanningen overleefd.’ (p. 15)
In die periode kwamen kunstenaars afgezakt naar dat district waar je voor een appel en een ei nog relatief grote panden kon kopen of huren. Zo begon een groepje buurtbewoners aan het Krugerpark met een coöperatief praatcafé APROPOO dat nadien vervelde tot Bar Leon dat nu de place to be is geworden. Het Krugerpark(je) is nu al lang geen no go zone meer maar een groene en gezellige speel- en vertoefplek voor iedereen.
Ook de Sfinx pionier Paul Schyvens komt daar in 1997 op af en begint in het voormalig Gildenhuis H. Anna met de theaterwerkplaats Rataplan. In 2002 loopt Schyvens over de Turnhoutsebaan en ontdekt dat de afhaalmuur ’t Romatikske een geweldige ruimte verbergt die na twintig jaar leegstand helemaal uitgeleefd is.
Teamwork van hoog niveau
Daar en toen begint het tweede leven van De Roma en daarover gaat dit schitterende boek dat in vijf hoofdstukken de revival van deze iconische zaal uit 1928 in woord en beeld brengt. Het boek bevat vijf zeer substantiële hoofdstukken die telkens een aspect van het verhaal brengen: ‘We doen het zelf’, ‘Levend monument vol verhalen’ (over hoe een gebouw straalt en leeft, veroudert en vervalt, herrijst en pronkt), ‘Sterren op het witte doek’ (over de glorie, verloedering en heropstanding van de cinema op de Turnhoutsebaan), ‘Muziektempel’ (een warme plek voor 101 soorten muziek, fans en artiesten), ‘Buurt, stad en wereld’ (een hart voor cultuur, en stem en steun voor iedereen, dichtbij of ver weg). Als je als lezer klaar bent met woord en beeld wacht er nog een tweede lectuur, want op vele bladzijden kun je via een barcode scanner nog veel dieper over bepaalde aspecten geïnformeerd worden. Het lijvige boek bevat zoveel informatie en is zo rijk aan beeldmateriaal dat het onmogelijk is om dat geheel in een recensie te vatten. Daarom beperk ik me tot de twee krachtlijnen die volgens mij uniek zijn aan dit project, met name het tegendraadse vrijwilligerswerk én de maatschappelijke impact die een dergelijk project kan hebben in de heropleving van een buurt en een district, aspecten die respectievelijk in hoofdstuk een en vijf aan bod komen. Het boek is niet alleen een eloge aan de vrijwilligers, maar doet ook veel eer aan de finesses en het gestileerde epoque karakter van een gebouw dat tot in de kleinste hoeken in beeld werd gebracht door tientallen fotografen die al die pracht en die sfeer voor hun lens hebben weten brengen. Je wordt via dit kijk- en leesboek ook meegevoerd achter de schermen waar dagelijks wonderen worden verricht door vrijwilligersteams die je als toeschouwer in de zaal uiteraard niet kunt zien. Ook Borgerhoutse kunstenaars en creatievelingen hebben hun beste beentje voorgezet om al die epoque elementen, tot in de kleinste details, een nieuw leven te geven. Via dit boek herleeft het decor van 1928 maar dan met de technische middelen van 2023. En wat meer is: die revival is geen snoepje geworden voor de happy few die zich dure optredens kunnen veroorloven. De Roma is en blijft een laagdrempelig cultuurhuis – geen De Singel, geen KVO of geen AB – maar een plek waar ook T-dansants op hun plaats zijn en blijven. Is dat uit de tijd? Prima. De gezellige ruimte van De Roma zorgt ervoor dat heden en verleden naadloos in elkaar passen en waar mensen met om het even welke achtergrond elkaar kunnen ontmoeten. Zoals ook heel de werking van De Roma is dit boek teamwork geworden. Het zou niet anders gekund hebben en daarom is het ook van zo’n hoog niveau en dat op alle vlakken: inhoudelijk, qua beeldmateriaal maar ook qua lay-out en vormgeving. Wie dit boek koopt aan de ridicuul lage prijs van 25 euro krijgt er het gebouw van De Roma en een portret van de meeste vrijwilligers gratis bij.
‘Vrijwilligen’
Dat is een onbestaand werkwoord maar dat zeker in De Roma inhoud heeft gekregen door de 650 actieve vrijwilligers die heel het jaar door laten zien wat dat betekent. Een De Roma-jaar in cijfers toont aan hoe de vrijwilligerskrachten ontplooid worden. Zo zijn er 11.257 vrijwilligers die jaarlijks over de vloer komen in De Roma. 56 is het grootste aantal vrijwilligers op één avond, maar er zijn wel 752 vrijwilligersshiften en 201 vliegende brigades per jaar. Over de twintig jaar waren er ooit 1242 vrijwilligers actief in De Roma. Het boek opent dan ook met een prachtige fotoreportage van Koen Broos die de vrijwilligers van het eerste uur in beeld brengt. Zij hangen daar boven de vitrinekastjes in de gang en Koen Broos portretteerde de overlevenden opnieuw met hun eigen foto in de hand maar dan twintig jaar jonger. Roberts Kaerts, vier jaar lang coördinator van de werken en nu ook auteur van grote delen van dit boek, is vol lof over het ‘vrijwilligen’. ‘Mensen overstijgen zichzelf en wel op permanente basis. Wat ze voordien nog nooit gedaan hadden, wordt nu een uitdaging. Er is zowel spierkracht als oog voor detail, aangevuld en sterker gemaakt door grenzeloze inzet. Er is begrip en wederzijds respect.’ (p. 36) Hannah Lamiroy, negen jaar lang vrijwilligerscoördinator – zij behoorde tot het vast team dat intussen uit 32 medewerkers bestaat – voegt eraan toe: ‘Persoonlijk contact is essentieel. De vaste medewerkers kennen zo goed als iedereen bij naam en werken samen met de vrijwilligers. Ze poetsen even goed de toiletten of maken de vuilnisbakken leeg. Hiërarchie kennen we niet in De Roma, iedereen is gelijk.’ (p. 49) Coördinator Danielle Dierckx voegt eraan toe: ‘We zijn niet enkel tevreden met het grote aantal, maar ook met de mix van arm en rijk, hoog- en laaggeschoold, jong en oud.’ (p. 219) ‘Onze 650 vrijwilligers zijn onze levensverzekering’, besluit voorzitter Ferre Wyckmans zeer terecht. Voor sommige vrijwilligers reikt hun engagement zelfs verder dan hun levenstijd. Iedereen die geregeld De Roma bezocht, kent zeker Walter Eelens die dag in dag uit aan de ingang ieders ticket scande. Op de laatste bladzijde onder de titel ‘Een dikke dankjewel’ lees ik dat de man overleden is en dat hij zijn nalatenschap aan De Roma heeft geschonken waardoor de productie van dit prachtige boek mogelijk is geworden.
financiële autonomie
Naast dat vrijwilligersbestand als levensverzekering is De Roma ook een geslaagd voorbeeld van een burgerbeweging van onderuit die er zonder kapitaal – alleen menselijk! – in geslaagd is om op twintig jaar vrijwel financieel autonoom te zijn. Vandaag bestaat 84 procent van het nodige budget uit eigen inkomsten. Danielle Dierckx: ‘Slechts 15 procent van onze werking komt van overheidssteun. We zijn dus een hardwerkende kmo, veel meer dan een subsidiespons.’ Dat is uniek in het culturele landschap. Waarschijnlijk niet alleen in ons land. Programmator Toon Van Deuren: ‘In de Londense wijk Hackney is er EartH, ook een art-decobioscoop die na veertig jaar leegstand werd gerenoveerd door lokale activisten. Maar of ze daar ook met vrijwilligers werken, weet ik niet.” (1) En Danielle Dierckx voegt eraan toen: ‘De mensen die in Duffel de oude Cinema Plaza nieuw leven hebben ingeblazen, zijn wel al eens langsgekomen, omdat ze wilden leren van onze aanpak. We hebben zelfs ooit bezoek gekregen van een Cubaanse buurtvereniging die een verwaarloosde kerk wilde ombouwen tot een buurt- annex cultuurcentrum.’
In het interview met De Morgen haalt journalist Serge Simonart een zeer gevoelig onderwerp aan. De Roma is nog steeds in privéhanden van een familie die einde 20ste eeuw het uitgeleefde pand voor een appel en ei kocht en daar geen blijf mee wist: ze spijkerde de ingang dan maar hermetisch dicht en plaatste ’t Romatikske, een automaat met versnaperingen in de gang. Het was de gedreven Paul Schyvens die een huurcontract van twee jaar lospeuterde dat nadien werd omgezet in een langlopende pacht die nu verlengd is tot 2037. En dan? Dierckx: ‘Wij vragen elk jaar opnieuw of de familie de zaal aan ons wil verkopen. Maar tot nog toe hebben ze altijd geweigerd.’
-De Morgen: ‘De staat kan panden onteigenen tot nut van het algemeen. Kan de overheid De Roma niet aankopen en aan jullie verhuren voor een symbolische euro? Ik zal ’m betalen.’
-Dierckx: ‘Zo’n drastisch voorstel heeft nog nooit op tafel gelegen, maar het is niet volledig ondenkbaar. Telkens als wij subsidies vragen, polst het stadsbestuur bij ons: ‘En? Willen de eigenaars nog niet verkopen?’
Dààr zit de achilleshiel van De Roma. In het worst case scenario wordt binnen 14 jaar een familie slapend rijk van het werk van al die vrijwilligers. En noteer wel: het gaat over ‘Het Schoonste Gebouw’ van Antwerpen dat in 2017 de publieksjuryprijs kreeg. Dat mag niet gebeuren.
Makelaar voor betere wereld
De Roma is een cultuurhuis met een missie. Daarover schrijft Danielle Dierckx in het laatste hoofdstuk ‘Over de kracht van De Roma voor buurt en stad. ‘De Roma is een makelaar voor een betere wereld, een drijvende kracht voor maatschappelijke impact. Mensen die onrecht ervaren of kunnen getuigen over averechts beleid, worden er samengebracht met een schepen, een minister, een directeur, de politiek of de politie om samen verbeteringen te bespreken onder het SIG-motto: spreken is goud. Danielle Dierckx: ‘Wij hebben een grote zak vol kiezelstenen en gooien die zover mogelijk in de vijver om deining te veroorzaken. Zeer belangrijk is, schrijft zij, dat de partners van toen gaandeweg uitgebreid, vermenigvuldigd zijn. ‘We organiseren nu niet enkel meer een iftar met de Marokkaanse verenigingen maar ook met de Senegalese. De Afghaanse gemeenschap heeft ons hun Shabe-Yalda-traditie leren kennen. Onze acties en debatten over racisme hebben nu andere accenten en andere partners. Door meerdere publieken te triggeren, ontstaan nieuwe samenwerkingen.’ (p. 216) En, zo vult Ferre Wyckmans in zijn besluit aan: ‘Eigenzinnigheid en een rebelse aanpak en programmatie zullen onze verdere tijdlijn tekenen.’ (p. 253)
Is De Roma een buitenbeentje dat buiten de lijntjes kleurt? Jazeker. Daarom kreeg het project in 2003 de Stad-prijs van de Vlaamse gemeenschap: ‘Bestuurlijke en participatieve vernieuwing. Geen participatie op het einde van een bestuurlijk proces, geen benadering van burgers als klanten maar burgerschap als dynamiek, als praktijk, als concrete handelingen en vormen van samenwerking tussen burgers. De Roma is voor ons een stukje stadsrepubliek.’
- (1) Serge Simonart, Door de sociale mix evenwichtiger te maken, hebben we die drempel niet verlaagd, maar volledig uitgewist’. De Morgen van 18 mei 2013