Een konvooi van Taliban heeft 11 Hazara’s van het geïmplodeerde Afghaanse leger geëxecuteerd. Daarbij kwamen ook nog een meisje en een jongeman om. Aldus Amnesty International dat spreekt van een koelbloedige moordpartij. Amnesty had ook al in augustus een gelijkaardige slachtpartij gemeld.
De Hazara’s zijn een overwegend sjiïtische bevolkingnsgroep die vooral in Centraal Afghanistan en Kaboel leven. De nu gemelde executies hadden plaats in de provincie Daykundi, in centraal Afghanistan.
Lijdensweg
De Hazara’s kregen het ook al zwaar te verduren tijdens het vorige Talibanbewind, van 1996 tot 2001. In augustus 1998 maakten de Taliban in de pas veroverde stad Mazar-i-Sharif jacht op mannelijke Hazara’s. Volgens Human Right Watch zouden toen meer dan 2000 mannen omgebracht zijn als vergelding voor de Taliban die een jaar eerder door een Hazara-militie waren gedood.
Volgens bewoners van de provincie Daykundi zijn daar al minstens 20.000 families uit hun woningen gedreven omdat ze daar volgens de Taliban onrechtmatig de gronden hadden ingenomen . Ze werden in andere dorpen geplaatst, de meesten in tenten. Dat gebeurt in een bergachtige regio waar de winter bijzonder hard kan zijn.
De Taliban waren lang bijna uitsluitend Pathanen. De voorbije jaren rekruteerden ze ook meer Tadzjieken Oezbeken en zelfs enkele Hazara’s die dan wel soenniet zijn. Vorig jaar hadden ze in één district wel een sjiïtische Hazara als verantwoordelijke aangesteld; de jongeman zei “samen met de Taliban te willen strijden tegen de joodse en christelijke invallers.”
IS
De voorbije jaren vielen honderden Hazara’s bij moordaanslagen van IS Chorasan, de Afghaanse tak van IS die de Hazara’s als ketters beschouwt. Hazara’s vrezen dat IS ook na de zege van de Taliban dat soort aanslagen zal verder doen.
Veel Hazara’s zijn naar Iran en Pakistan gevlucht, vooral naar de provincie Baloetsjistan. Ook daar zijn ze vaak slachtoffer van moordpartijen.