Kiest Taiwan op 13 januari voor oorlog of vrede? Zo karikaturaal ligt het gelukkig niet voor de Taiwanezen die dan een nieuwe president kiezen. Peking geeft alleszins de voorkeur aan een kandidaat die geen enkele twijfel heeft bij de stelling dat er “één China” is waarvan Taiwan deel uitmaakt. Washington aarzelt, de VS zijn beducht voor een president die op confrontatie zou kunnen aansturen. En de Taiwanezen wikken en wegen nog.
Welke status-quo
De kandidaten: vice-president Lai Ching-te (William Lai) leidt in de opiniepeilingen. Hij is kandidaat van de regerende Democratische Progressieve Partij (DPP) van president Tsai Ing-wen die zich na twee tergmijnen niet meer verkiesbaar kan stellen. Zijn voornaamste tegenstrever is Hou Yhi van de Kwomintang (KMT), de partij die het jarenlang voor het zeggen had. Een derde kandidaat, Ko Wen-je van de Taiwan Volkspartij ligt een eind achter.
De KMT en de Volkspartij overwogen samen naar de stembus te gaan. Maar ze raakten het niet eens wie van beide, Hou of Ko, dat wel moest zijn en trokken dan maar verdeeld naar de kiezer Zowel Hou als Ko pleiten voor betere verstandhouding met Peking, zoals het was tot Tsai in 2016 president werd. Zij is tenslotte lid van een partij, de DPP, die in theorie voor een onafhankelijk Taiwan pleit, maar in de praktijk ook vasthoudt aan de status-quo.
Status-quo, dat betekent voor de Kwomintang wel iets anders: geen sprake van een onafhankelijk Taiwan, de KMT is de partij die tot 1971 in naam van het ene China de Chinese zetel in de Veiligheidsraad van de VN bezette. Zij heeft Taiwan altijd beschouwd als een deel van het ene China. Maar in de praktijk is zij voor het status-quo. Dat betekent bij elkaar zaken doen, vooral Taiwanezen in de Volksrepubliek, elkaar bezoeken, lippendienst bewijzen aan dat ene China.
Peking in campagne
Xi Jinping, partijleider, president en hoofd van de Centrale Militaire Commissie in Peking, herhaalt bij elke belangrijke gelegenheid dat hij de hereniging (de annexatie van Taiwan is dat) zal realiseren. Als het kan, vreedzaam. Zoniet, met geweld. Dat dreigement wordt de jongste tijd regelmatig met groot militair vertoon, kracht bijgezet. Het oude rijmpje over “één land,; twee stelsels” wordt iets minder bovengehaald. Peking illustreert in Hongkong duidelijk dat het dat niet ernstig meent.
Met zijn dreigementen, komt Peking tussenbeide in de kiesstrijd. Een keuze voor Lai komt neer op confrontatie en mogelijk oorlog. Met de Kwomintang, nochtans de historische vijand, vallen betere zaken te doen. De DPP geeft veel geld uit aan defensie en werkt nauw samen met de VS, de KMT minder. Een Taiwanees die vrede, of althans rust, wil, moet dan maar voor Hou stemmen.
Tegelijk slaagt Peking erin onder Taiwanezen twijfel te zaaien over de betrouwbaarheid van Washington. Zullen de VS met hun betrokkenheid bij de oorlog in Oekraïne en met die tussen Israël en de Palestijnen, er nog een oorlog bij nemen? Hoe duidelijk zijn ze wel dat ze militair zullen er hulp snellen in geval van agressie? In de VS is er wel de Taiwan Act, maar de termen er van zijn voor interpretatie vatbaar. Bovendien, aldus Peking, waait er in Washington een sterke isolationistische wind, kijk maar naar de gehandicapte steun aan Oekraïne. En bij een zege van Donald Trump zal die wind nog veel sterker waaien. Neem geen risico.
Identiteit
Peking heeft nog een andere troef op Taiwan, China’s ‘soft power’. Vooral jongere Taiwanezen kijken op naar wat in de Volksrepubliek allemaal wordt voortgebracht, films, tv-verhalen, muziek en allerlei nieuwe vormen van populaire cultuur. Taiwans jonge artiesten zijn in de wolken als ze in de Volksrepubliek kunnen optreden. Peking rekent er zijdelings op dat ze dan ook trots zijn tot die ene Chinese entiteit te behoren.
Want daar wringt wel het schoentje bij veel Taiwanezen. Ze voelen zich steeds minder Chinees, steeds meer in de eerste plaats Taiwanees, niets gemeen met de nazaten die met Chiang Kai-shek en diens Kwomintang naar Taiwan vluchtten, met hun militairen, met de kunstschatten uit Peking. De DPP spaart geen inspanningen om te herinneren aan de gruwelijke misdaden van die Kwomintang , waaronder het beruchte “incident 228”, 28 februari 1947, toen een opstand tegen de KMT-bezetters losbrak waarbij tienduizenden Taiwanezen werden afgeslacht. De KMT legt dan liever de nadruk op het “economisch wonder” dat de dictatuur bracht.
Die dictatuur heeft alles in het werk gesteld om Taiwan Chineser te maken. De lokale talen werden verboden, de restanten van de Japanse kolonisatie (1895 tot 19445) zoveel mogelijk uitgewist. Niet dat de Taiwanezen veel heimwee hadden naar die Japanse tijd waarin ze zwaar werden gediscrimineerd. Maar velen vonden dat er na het vertrek van de honden (de Japanners) zwijnen (de KMT) waren gekomen. Die waren nog erger.
Die decennialange indoctrinatie van de Kwomintang rond dat ene China, het verhaal dat we allemaal Chinezen zijn, heeft bij de oudere generatie sporen nagelaten. Bij de ouderen is er een groter deel dat zich als Chinees of vooral Chinees-Taiwanees ziet. Die sporen zijn aan het slijten, ook al omdat de Taiwanezen zien hoe het de Hongkongers vergaat.
Maar op 13 januari kiezen voor kandidaat Lai, houdt dus risico’s in, waarschuwt Peking. Het zal ongetwijfeld doorwegen in de keuzes. Hoe sterk, daar hangt de uitslag van af. Peking, Washington en de rest van de wereld kijkt gespannen toe.