Op 12 maart jl. ontspoorden rellen tijdens een match tussen een Koerdisch en een Arabisch voetbalteam in Qamishli in Syrisch Koerdistan tot zes dagen van geweld, waarbij officieel 25 doden vielen, volgens andere bronnen 40. De Koerden spreken van Arabische provocaties, waarbij de Arabische supporters pro-Saddam-slogans riepen en de Koerdische leiders van Irak verbaal fel aanvielen.
Het wijst er op dat de gebeurtenissen in Irak een grote invloed hebben op de relaties tussen Arabieren en Koerden in Syrië. De Arabieren zijn verontrust en vrezen een verdeling van Syrië naar het voorbeeld van Irak. De 2 tot 2,5 miljoen Koerden, op een totale Syrische bevolking van 18 miljoen, voelen zich geïnspireerd door de rechten en de autonomie die de Koerden sedert de Golfoorlog van 1991 in Irak verworven hebben. Sedert december 2002 organiseerden ze een reeks manifestaties, waarop de autoriteiten fel reageerden. Een gesprek met één van de twee organisatoren van de eerste grote manifestatie van 10 december 2002, Marwan Osman, lid van het politiek comité van de Koerdische Yekiti-partij.
Op 10 december 2002 organiseerde u een betoging bij het Syrische parlement in Damascus. Waarom?
Sedert jaren komt het Syrische regime op voor een cultuur die Arabisch is. De Koerden hebben er geen recht op hun taal. Daarom hebben de Koerden in Syrië zich georganiseerd en vanaf 1957 partijen opgericht. Die partijen waren illegaal en mochten niet opkomen voor de Koerdische rechten. Daarom zochten we een andere methode om te tonen dat er Koerden zijn in Syrië: op straat komen.
Dat gebeurde op 10 december 2002. Het was toen de eerste keer dat een politieke partij opkwam tegen de Syrische staat. Ons doel was te tonen dat Syrië een mozaïek van volken is. We vroegen dat de Syrische staat het verbod op de taal, op de cultuur van onze minderheid zou opheffen. We wilden dat Syrië democratisch zou worden en het Koerdische volk minderheidsrechten zou hebben zoals in andere landen. We wilden de vrijlating van alle gevangenen en wilden een staat zonder gevangenissen. Er moest een einde komen aan het gevangen zetten van mensen wegens hun ideeën.
U werd daarna gearresteerd.
Tijdens de betoging kregen we bezoek van parlementsleden.We gaven ze alle informatie. Daarna werd ik, samen met Hassan Saleh (een ander lid van het politiek comité van Yekiti, nvdr) verzocht naar het ministerie van Binnenlandse Zaken te gaan. Daar werden we gearresteerd. Er werd gezegd dat we separatisten waren en de helft van Syrië aan een ander land wilden geven. Duizenden mensen worden op die beschuldiging opgepakt.
Toen we in de gevangenis zaten kende Syrië nog een nieuwigheid: voor het eerst werd er gemanifesteerd bij de gevangenis. Op onze manifestatie waren er 200 mensen, maar deze bij onze gevangenis 500. Omwille van dat succes wou het regime ons weg. We werden veroordeeld tot drie jaren gevangenisstraf. Ik en Hassan Sameh bleven één jaar en twee maanden in de gevangenis. Tijdens onze gevangenschap waren er schrijvers en mensenrechtenactivisten in de hele wereld die voor onze vrijlating ijverden. Met succes.
U besloot toen Syrië te verlaten?
Op 24 februari 2004 werden we vrijgelaten, maar ik ben in Syrië gebleven. Ik was op 12 maart aanwezig bij de incidenten rond de voetbalmatch in Qamishli. Op 6 mei 2004 heb ik het land verlaten, maar eind juni ga ik terug naar Syrië. Dat zal zeker problemen geven. Want ik heb in Europa met veel mensen over Syrië gepraat, over de Koerdische minderheid. Toen ik naar Europa vertrok was dat niet voor vakantie, als toerist. Ik wilde de hele wereld tonen dat er mensen jaren in de gevangenis zaten, zowel Koerden als Arabieren en ik wilde die mensen een stem geven. Ik wilde de hele wereld tonen wat er op 12 maart 2004 gebeurde.
Inmiddels liet de Syrische regering al ongeveer 300 Koerden vrij, die na 12 maart werden opgepekt en beloofde president Bashar al-Assad dat de kwestie van de Koerden zonder papieren – en oude Koerdische eis – zal oplossen.
Er zijn inderdaad mensen vrijgelaten. Wat de kwestie van de mensen zonder papieren betreft (het zou over zowat 250.000 Koerden gaan, nvdr), die is een gevolg van de volkstelling van 1962, waarbij een groep Koerden de Syrische nationaliteit werd ontzegd. Bashar al-Assad moet er niet over praten maar die mensen de nationaliteit geven, het doen. Op 12 maart werden vele Koerden gedood, daarom wil hij tonen dat Syrië een democratisch land is en dus de naturalisatie wil toestaan. Volgens de Syrische autoriteiten waren de incidenten van 12 maart het werk van vreemdelingen. Bashar al-Assad wil ook niet dat het Koerdische en het Arabische volk samen voor de democratie gaan vechten.
Wat is de Koerdische Yekiti-partij en waar staat ze voor?
Yekiti wil zeggen "verenigd", "samen". Het is een partij die opkomt voor de rechten van de Koerden in Syrië en voor democratie in Syrië. Onze partij tracht de rechten van de Koerden op democratische wijze te verkrijgen. De partij werd in 1992 opgericht door mensen die actief waren in drie andere partijen. In 1992, bij de oprichting werden veel leden gearresteerd. De partij was een doelwit van de Syrische autoriteiten, zodanig dat ze na enige tijd gewoonweg niet meer kon werden. Vanaf het jaar 2000 probeerden we opnieuw te werken als voorheen omdat er veel verandering was in de wereld en in Syrië.
Heeft die hervatting dan te maken met de dood van president Hafez al-Assad in dat jaar?
In 2000 was er de "lente van Damascus" na de dood van Hafez al-Assad. We begonnen te werken met andere mensen in Syrië en openden op 10 september 2000 een cultureel centrum te Qamishli in Syrisch Koerdistan. We probeerden alles legaal te doen. Op dat moment werd ik nogmaals gearresteerd en het centrum werd gesloten. We konden niet meer werken en probeerden een andere weg te vinden. Die weg waren de manifestaties. Op 10 december 2002 hielden we de eerste van vier betogingen. In juni 2003 was er, op Wereldkinderdag, een manifestatie van kinderen, die werd aangevallen door de politie. De volwassenen probeerden de kinderen uit handen van de politie te houden en werden aangehouden. Tot op de dag van vandaag zitten er nog mensen vast, zonder bezoekrecht. Op 5 oktober 2003 was er een manifestatie om de Syrische staat te herinneren aan het nationaliteitsverlies van 1962. De vierde manifestatie, op 10 december 2003, werd georganiseerd door Koerden en Arabieren: de eerste maal in Syrië dat ze samen betoogden.
Toen we uit de gevangenis kwamen, bracht de Yekiti-partij op 25 februari 15.000 Koerden samen om de vrijlating te vieren. De incidenten van maart waren daar een reactie op. De Syrische staat heeft schrik van de Koerden. Sedert de Amerikaanse aanval op Irak vreest Syrië dat het ook zal worden aangevallen. En het vreest dat de Koerden van Syrië die aanval zullen steunen. Er is ook het feit dat Koerdische partijen in Syrië veel aanhang hebben terwijl de Arabische partijen niet veel succes hebben. Daarom heeft het regime schrik dat de Koerden een macht zouden kunnen worden voor de Amerikanen.
Wat zijn de Koerdische rechten volgens Yekiti?
De Koerden wonen al jaren in Syrië en willen rechten hebben zoals overal ter wereld. We willen dat de Syrië staat het Koerdische probleem oplost op democratische wijze, zoals hier in België bv. We willen dat de Koerdische taal een officiële taal wordt, die men op school kan leren. We willen een staat zoals de Belgische. We willen dat de Koerden zich vrij kunnen uiten, in het parlement, in de instellingen en daar dezelfde rechten hebben als de Arabieren.
Willen jullie een vast aantal parlementsleden, gegarandeerde ministerportefeuilles, autonomie of een federale staat…?
Men kan de Koerden in Syrië niet vergelijken met de Koerden in Irak. We willen een parlement voor Syrië, waarin de Koerden hun rechten kunnen verdedigen. Sedert 1992 zitten er drie in het parlement, maar het Syrische parlement is geen echt parlement. Het wordt geleid door de president. Wij willen dat Syrië democratisch wordt en alle mensen hun rechten hebben, dat er een parlement van Arabieren en Koerden. We hebben niets tegen Syrië. We willen geen separatisme.
(Uitpers, nr. 54, 5de jg., juni 2004)