Aung San Suu Kyi heeft het zwaar te verduren. Er was haar lang stilzwijgen over de gewelddadige etnische zuiveringen in de regio Rachin en dan haar pogingen om die te minimaliseren. Ze liet na rijp beraad zelfs een opening voor de terugkeer van meer dan een half miljoen verdreven Rohingya’s. Maar intussen worden nog altijd woningen uitgebrand, zodat een terugkeer erg onwezenlijk wordt. Het is niet Suu Kyi die de brand aansteekt, wel de militairen met wie (of onder wie) ze regeert, terwijl extremistische boeddhisten de brand aanwakkeren. Die militairen doen dat niet (alleen) uit haat, ze doen het om de gronden en de opbrengsten ervan. De etnische zuiveringen zijn ook strooptochten.
Arakan
Nadat de situatie in Rachin (vroeger ooit het koninkrijk Arakan) op 25 augustus weer explodeerde, dit keer nog feller dan daarvoor, wuifde Suu Kyi alle internationale kritiek weg als zwaar overdreven. Ze verwees naar het feit dat de aanklagers vervalste foto’s rondstuurden, om te beweren dat alle berichten over de gebeurtenissen zwaar overtrokken waren. Meer dan 50% van de dorpen zijn nog intact, zei Suu Kyi op 18 september, waarmee ze impliciet toegaf dat bijna de helft wel vernield is. Er gaan geen half miljoen mensen, geteld door VN en ngo’s, zomaar hals over kop vluchten, de rookwolken van de massale woningbranden zijn al te duidelijk. Dit is de zoveelste versie van de verschroeide aarde, van terreur om mensen te verjagen.
De voorgeschiedenis is vele generaties oud, begonnen ten tijde van het Brits kolonialisme dat in Zuid-Azië zo dominant was. De Britten namen in 1826 Arakan in. Vooral op het einde van de 19e eeuw porden ze Bengali aan om zich in dat gebied te vestigen, vooral als boeren. Rond 1900 groeide het aantal “Mohammedanen van Chittagong” – zoals ze toen werden genoemd – met bijna 80 % in 20 jaar. Chittagong is een havenstad in de zuidoostelijke punt van wat nu Bangladesh is. Deze mohammedanen zijn de Rohingya’s van vandaag, met een taal die sterk verwant is aan het Bengaals en volgens de Myanmarese nationalisten gewoon Bengaals is.
Oud zeer
Het samenleven verliep niet zo vlot, bleek bij voorbeeld tijdens de tweede wereldoorlog. Veel boeddhisten zagen in 1942 de Japanse bezetters als bondgenoten tegen de Britse bezetters, maar ook tegen de lokale moslims. Ook toen brandden boeddhistische commando’s dorpen van moslims plat. Terwijl de Britten in Indië Bengali, overwegend moslims, opleidden om tegen de Japanners te vechten. Die Bengaalse eenheden vielen in Arakan echter al even graag boeddhistische dorpen als Japanse soldaten aan.
Na de onafhankelijkheid werd Birma in 1948 officieel een Unie. De “beweging van moslims van Arakan” eiste in 1951 de oprichting van een eigen staat binnen die Unie. In Oost-Pakistan (sinds 1971 Bangladesh) kwam er een “beweging van modjaheddin van Arakan”. Later kwamen er diverse, numeriek erg zwakke, guerrillabewegingen, sommige seculier, andere duidelijk islamistisch. Het Heilsleger van de Rohingya’s van Arakan” (ARSA), dat op 25 augustus dit jaar meer dan twintig leger- en politieposten aanviel, is volgens sommige waarnemers gestuurd door radicale Pakistaanse en Saoedische islamisten. Het is na die actie van 25 augustus dat het leger van Myanmar enkele bataljons infanterie inzette die als bijzonder wreed bekend staan.
Staatloos
Vanaf de jaren 1960 dan werd meer en meer de benaming Rohingya gebruikt, om zo duidelijk te stellen dat het wel degelijk om een apart volk ging. Om te staven dat Rohingya’s verschillend zijn van de Bengali verwijzen ze naar bronnen uit de 8ste eeuw en naar de diverse Arabische, Portugese en andere invloeden die hen een aparte identiteit gaven.
De Birmaanse militaire dictatuur zag dat anders. In 1982 ontnam ze de Rohingya’s het staatsburgerschap waardoor die bevolking meteen de grootste groep staatlozen van de wereld werd. Het militair regime maakte hen duidelijk dat ze geen volwaardige burgers waren maar slechts konden geduld worden als ingeweken Bengali met beperkte rechten. Myanmar heeft een officiële lijst van 135 volkeren, de Bimanen als hoofdgroep (twee derde van de bevolking ongeveer) , daarnaast vele minderheden, vooral in het oosten en noorden waar al decennia lang strijd wordt geleverd.
Rachin, een van de armste gebieden van Myanmar, is voor de officieren van het nog steeds oppermachtige leger van Myanmar erg interessant. De militaire heersers hebben wel aanvaard om de macht te delen met gekozen politici, wat leidde tot de verkiezingen van 2015. De Democratische Liga van Suu Kyi won die met vlag en wimpel, Suu Kyi kreeg naast haar functie als minister van Buitenlandse Zaken een speciale titel (Staatsadviseur), maar de militairen blijven het laatste woord hebben. En de generaals zijn gewoon om hun macht te gebruiken om zichzelf te verrijken.
Pijpleidingen
Dat gebeurt onder meer op grote schaal met landonteigeningen zonder vergoeding voor bouwprojecten, mijnontginningen, grote landbouwuitbatingen, enz. De haven Sittwe in Rachin is belangrijk voor transport van offshore gas dat van daaruit via een pijpleiding naar China gaat. Ook Indias firma’s zijn erg actief in die regio.
Mensenrechten is al langer de laatste zorg van binnen- en buitenlandse investeerders. In 2002 was er in Frankrijk opschudding omdat Total er van beschuldigd werd de ogen te sluiten voor slavenarbeid bij de aanleg van een gaspijpleiding waar het bij betrokken was. Total deed een beroep op “mensenrechtenactivist” Bernard Kouchner die ter plaatse een zogenaamd onderzoek deed. Na vier dagen wining and dining vond Kouchner dat er weinig aan de hand was. (Later werd hij minister Buitenlandse Zaken onder president Sarkozy en EU-gezant in Kosovo, wat een regelrechte ramp werd).
Er staan diverse plannen voor nieuwe pijpleidingen op stapel in de staat Rachin. Zowel China als India willen er hun activiteiten sterk uitbreiden, de regeerders in hoofdstad Naypyidaw – zowel militairen als anderen – hebben baat bij het uitdrijven van de Rohingya’s. We gaan stilaan naar een miljoen vluchtelingen die volgens Suu Kyi eventueel ooit kunnen terugkeren. Hoe ziet Suu Kyi dat, terugkeren naar een woning die uitgebrand is ? Maar intussen zijn die Rohingya’s ook niet erg welkom in de moslimlanden waar ze nu als vluchteling leven, Bangladesh, Maleisië, Indonesië.
Schuldig
Suu Kyi kan haar handen niet in onschuld wassen, ze kan hoogstens toeven dat de militairen haar handen hebben gebonden, maar ze had hen die wel aangeboden. Intussen is met de dag duidelijker geworden dat Aung San Suu Kyi allesbehalve de democrate is waarvoor sommigen haar hielden, steeds meer vroegere medestanders klagen over haar autoritair ondemocratisch beleid, onder meer in haar eigen Democratische Liga die ze als privé-eigendom beschouwt.
Zie:ook:
https://www.uitpers.be/artikel/2017/01/05/rohingyas-suu-kyi-ergert-zich
https://www.uitpers.be/artikel/2015/05/19/boeddhistisch-extremisme-in-myanmar