Het Theemswater staat de Britse premier Rishi Sunak tot aan de lippen. Dat water is veel te onfris voor aristocratische neuzen die er een regatta planden. Maar het gaat Sunak net om de geur, wel om de grote schuldenberg van Thames Water, een door Margaret Thatcher in 1989 geprivatiseerde watermaatschappij.
Thames Water, dat instaat voor de watervoorziening van Londen en omstreken (15 miljoen mensen), zit in zeer vieze papieren. Net zoals de andere door Thatcher geprivatiseerde watermaatschappijen. Zullen we ze dan maar weer even, tijdelijk, nationaliseren zoals al eerder met vier spoorwegmaatschappijen gebeurde? Winsten privatiseren, risico’s en verliezen nationaliseren, het is een credo van het neoliberalisme.
Gulzige aandeelhouders
Thames Water zit met een schuld van meer dan 16 miljard euro. De maatschappij heeft erg weinig geïnvesteerd in o.m. waterzuivering, met alle vieze gevolgen vandien. Want investeren kost geld en interesseert aandeelhouders dus niet. De tien grote Engels privé-watermaatschappijen hebben samen een schuldenberg van bijna 70 miljard euro, dat is evenveel als wat aan de aandeelhouders is uitbetaald. Er zijn schulden gemaakt om de aandeelhouders tevreden te stellen. Niet om de klanten te dienen dus.
Maar het zijn wel die klanten dus als verbruikers en belasting betalende burgers dreigen op te draaien voor de redding van Thames Water en compagnie. De regering Sunak speelt immers met het idee de maatschappij tijdelijk weer in staatshanden te brengen om ze na redding op kosten van de samenleving, weer aan de privé toe te vertrouwen.
De moeilijkheden worden gemakshalve geweten aan de sterk gestegen rente op de schuldenlast. Niet aan de winsthonger van de aandeelhouders die geen baat hebben bij onderhoud en investeringen op langere termijn. Zelfs de Conservatieve achterban is er in meerderheid (58 % volgens peiling van YouGov) voor de watersector weer, zoals vóór Thatcher, in overheidshanden te brengen. Deze watersnood kan Sunak en de Conservatieven bij de verkiezingen volgend jaar nog zuur opbreken.
Voor de Conservatieve regering komt die watercrisis immers bovenop een diepe sociale crisis met onder meer een snelle verpaupering van een groot deel van de Britse bevolking
a