30 jaar later
In 2022 schreef Jef Verschueren een inleiding bij de heruitgave van Het Belgische Migrantendebat. De auteur, nu op emeritaat, was professor in de taalkunde aan de UAntwerpen en schreef dat boek met de veel te jong overleden Jan Blommaert, linguïstisch pragmaticus én man met uitgesproken linkse standpunten. Ook Jef Verschueren schrijft dat hij tot een linkervleugel behoort (de sociaaldemocratie) maar dan van de oude stempel. Dat boek deed exact dertig jaar geleden heel wat stof opwaaien – het won de Arkprijs van het Vrije Woord – ook bij tolerante Vlamingen. Dat de kern van de ideologie van waaruit ook zij volgens Verschueren en Blommaert spraken over de vreemdelingenproblematiek nauwelijks afweek van het gedachtegoed van extreemrechts moet bij hen niet goed zijn binnengekomen. Is dat dertig jaar later nu anders en beter? Nauwelijks, zegt Verschueren in zijn inleiding bij de herdruk. Die extreemrechtse grondstroom is alleen maar sterker geworden. De mate waarin extreemrechts de politieke agenda al lang bepaalt, kan niet overschat worden.
Medeplichtig
Het elan van die heruitgave schreef de intussen gepensioneerde Jef Verschueren nu een nieuw boek dat, zoals hij zelf schrijft, in de lijn ligt van ‘Het Belgische migrantendebat’ van dertig jaar geleden. Eigenlijk begon hij daar tien jaar geleden al aan wat resulteerde in een Engelse versie onder de titel Complicity in Discourse and practice. ‘Medeplichtig’’ is de aangepast Nederlandstalige versie ervan. Er blijft echter over de tijd heen een constante in zijn denken. Dertig jaar geleden stond er op de achterplat ‘geloof in de heilzaamheid van een homogene samenleving’ Vandaag vat hij dat in één woord samen: ‘medeplichtig’. Het is tevens de uitdagende titel van zijn boek. Wat bedoelt hij daarmee? In een interview met Joël De Ceulaer zegt hij: Tussen de verontwaardiging die je voelt als dingen misgaan en de verantwoordelijkheid die je vaak bij anderen legt, ligt je eigen medeplichtigheid − je taak als kritische burger om deel te nemen aan het democratische debat.” (1) Verschueren stelt dat we in zekere zin veroordeeld zijn tot medeplichtigheid enkel al omdat we individueel niet alleen een verschil kunnen maken. ‘Het is moeilijk om medeplichtigheid te vermijden in een wereld waarin alles met elkaar verbonden is via geglobaliseerde kapitaalmarkten en netwerken die gekenmerkt worden door instant communicatie en mobiliteit.’ (p. 203)
Strijden om betekenis
‘Strijden om betekenis’ is de ondertitel van het boek en dat geeft misschien nog het beste aan waarvoor de inhoud van dit boek staat. Het geeft bovendien zeer goed aan wat het wetenschappelijk studieterrein van Verschueren (en van Blommaert) is geweest. Zoals al gezegd waren Blommaert en Verschueren beoefenaars van de pragmatiek. Dat is de wetenschap die het mogelijk maakt bekwaamheden te ontwikkelen om betekenissen te ontdekken die niet letterlijk worden uitgedrukt. Het zijn uitgerekend die studies over taalgebruik en discoursanalyses die zeer verhelderend kunnen werken om impliciete boodschappen bloot te leggen. Pragmatici onderzoeken op welke manier een ideologie weerspiegeld wordt in taalgedrag, communicatie en retoriek. Ideologie tref je haast nooit aan in zijn pure vorm. Wat impliciet, wat net niet gezegd of anders alleen “off the record“, is vaak veel belangrijker. In zijn korte leven schreef Jan Blommaert, meestal voor EPO, er een groot aantal boekjes over, in vulgariserende stijl die een concretisering zijn van dat verborgen, ideologische taalgebruik.
Metaniveau
Jef Verschueren zit op dezelfde lijn, maar hij doet het op een meer abstracte manier. Dat blijkt al dadelijk uit het eerste en belangrijkste hoofdstuk waarin hij een brede schets brengt van het huidige maatschappelijk kader. Hij hangt zijn analyse op aan enkele algemene begrippen. Politiek op het metaniveau is er daar een van. In zijn terminologie heeft politiek twee bepalende eigenschappen. Ten eerste construeren politici (en hun spin doctors) hun boodschap rond sloganeske analyses van complexe sociale realiteiten waarvan ze (vaak terecht) veronderstellen dat ze krachtig genoeg zijn om een significant deel van het electoraat te overtuigen. Ten tweede gaan sommige politici nog een stapje verder door zichzelf op te werpen als de echte vertegenwoordigers van ‘het volk’. Ze plaatsen dat volk dan in oppositie met de zogezegde vervreemde en zelfgenoegzame ‘elite’. Anton Jäger en Eric Corijn noemen dit profiel ‘populisme’. Corijn schrijft in ‘Vlaanderen ontwaak!’: ‘Het populisme vervangt de representatieve democratie door een plaatsvervangende democratie. Wij zeggen wel wat jullie denken.’ (p. 46-47) Volgens Verschueren is de angstzaaierij rond migratie een uitstekend voorbeeld van succesvolle politiek op een metaniveau, die angstvallig elke denkoefening over alternatieven vermijdt.
Om die metapolitiek verder te duiden lanceert Verschueren een ander algemeen begrip dat hij ‘ontspoorde reflexiviteit’ noemt. Hij gebruikt die term om te verwijzen naar ons vermogen om ons in te beelden, correct of niet, wat er gebeurt in de geest van iemand anders. Daar is niets mis mee, zegt hij, tenzij die reflexiviteit ontspoord, in over drive gaat. Als voorbeeld daarvan geeft Verschueren een uitspraak van Bart De Wever die hij deed in de nasleep van de aanslagen in Brussel van 2016. De regering besloot toen om zwaarbewapende militairen te laten patrouilleren in bepaalde stadswijken. Volgens de burgemeester zouden zij alleen beschikken ‘over de noodzakelijke operationele vuurkracht.’
Het boek van Verschueren volgt de grote analyselijnen van ‘Het Belgische migrantendebat’. Na een lang hoofdstuk ‘In de maatschappij’ volgen er twee kortere hoofdstukken ‘Aan de universiteit’ en ‘Via de media’, twee sectoren die een belangrijke rol spelen in ‘de strijd om betekenis’. Vooral het universitaire milieu kent Verschueren goed en het is daar dat hij veel voorbeelden van die ontspoorde reflexibiliteit vindt. Als voorbeeld daarvan in academia, zo schrijft hij, is de neiging om alles te vatten in rankings, evaluaties en benchmarks. Zo gaat de essentie van het academische werk en onderzoek verloren.”
‘Medeplichtig’ is een boek dat in vergelijking met een aantal monografieën van Jan Blommaert, eerder op een eerder abstract niveau is geschreven. Verschueren richt zich vooral op het discours en de discursieve onderbouw van actie. Daarvan is de auteur zich bewust want in zijn afronding merkt hij op dat er op ‘Medeplichtig’ nog een praktisch vervolg nodig is. Dat denk ik ook.