INTERNATIONALE POLITIEK

Straatnamen: een brok geschiedenis

Image

Straatnamen? Wie heeft daar een boodschap aan? Voor je zo iets denkt of zegt is het toch best even het boek ‘Straatnamen vertellen geschiedenis’ van René De Preter ter hand te nemen. Want dit boek over de straatnamen van Deurne (Antwerpen) is helemaal geen saaie opsomming van namen met misschien een beetje uitleg, maar een boeiende wandeling doorheen de geschiedenis van Deurne en doorheen de geschiedenis tout court, zodat ook niet-Deurnenaren hiervan aardig wat kunnen opsteken.

René De Preter was dertig jaar lid van de districtsraad van Deurne en gedurende twaalf jaar voorzitter (burgemeester). Door de fusie van de stad Antwerpen met de omliggende gemeenten in 1983, werden die gemeenten kort nadien districten met een eigen districtsraad. Tot op heden worden vragen gesteld over die Antwerpse fusie. Want Deurne telt nu 83.000 inwoners en is daarmee een van de grootste ‘gemeenten’ van Vlaanderen, vergelijkbaar met de fusiegemeenten Sint-Niklaas, Mechelen en Oostende.

De auteur herinnert er allereerst aan dat straatnamen een recent verschijnsel zijn. In de stad Antwerpen kregen weliswaar in de zestiende eeuw sommige straten al een naam vanwege de enorme bevolkingstoename. Ook in Deurne doken toen enkele straatnamen op. Maar straatnamen werden pas in 1805 onder Napoleon verplicht. Het was ook Napoleon die de nummering van de huizen verplichtte.

Zoals het waarschijnlijk in andere gemeenten het geval is verwijzen de oudste straatnamen in Deurne naar de natuur en vooral naar waterlopen: Schindestraat (genaamd naar de rivier de Schijn of Scinde), Tweemontstraat (genaamd naar de Tweemond, de samenvloeiing van de Grote en de Kleine Schijn) en uiteraard de Rivierenlaan, genaamd naar het Rivierenhof, het park waar tal van waterlopen doorheen vloeien of vloeiden. Dat Deurne tijdens de middeleeuwen een bosrijk gebied was bewijzen straatnamen als de Boshovestraat en het Bosuilplein.

Dat de katholieke kerk eeuwenlang een grote invloed had niet alleen op het maatschappelijke maar ook op het dagelijkse leven bewijzen straatnamen zoals de Ten Eekhovenlei, genaamd naar de hoeve ‘Ten Eekhove’, eigendom van de kloosterorde der benedictijnen die in de twaalfde eeuw in Deurne goederen en rechten verwierf. De grond die de kloosterlingen in Deurne verwierven maakte deel uit van het Bisschoppenhof dat eigendom was van de bisschoppen van Luik. Iedereen kent nu de Bisschoppenhoflaan die tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog een karrenspoor was. Van hun kant hielden de paters jezuïeten zich niet uitsluitend met religieuze zaken bezig. In 1618 kocht pater Tirinus het Rivierenhof. Er werd een straat naar hem genoemd. Toen de jezuïetenorde in 1776 door paus Clemens XIV werd afgeschaft, werden de goederen van de jezuïeten, ook het Rivierenhof, openbaar verkocht. Dat werd door Jean-Baptist Cogels gekocht en bleef eigendom van zijn afstammelingen tot de provincie het Rivierenhof in 1921 kocht.

Cogelsplein en Craeybeckxtunnel

Ook wie Deurne niet zo goed kent, kent misschien wel het Cogelsplein aan de Turnhoutsebaan in het centrum van het oude Deurne. Het plein werd naar Georges Cogels genoemd die in 1839 burgemeester van Deurne werd en dat 45 jaar bleef. Zo werd hij de langstzittende burgemeester van de gemeente.

Nog andere burgemeesters kregen een straatnaam. Ook Florent Pauwels, de opvolger van Georges Cogels. Naar hem werd de Pauwelsdreef genoemd, die tot in de helft van de vorige eeuw een mooie dreef was en inmiddels de Florent Pauwelslei werd, een straat als een andere. De auteur vermeldt het niet, maar op de hoek van de Pauwelsdreef en de Herentalsebaan stond tot het begin van de vorige eeuw de brouwerij ‘De Ster’ van Florent De Preter, grootoom van René De Preter. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd in de afgedankte brouwerij een kapel geïnstalleerd, in afwachting van de bouw van een nieuwe kerk in de wijk Silsburg. Het is haast niet te geloven, maar tot 1907, toen Pauwels als burgemeester aftrad, bestond nog een tol aan de Deurnese straten Merksemsesteenweg en Herentalsebaan.

Antoon Van den Bosch, die in 1908 burgemeester werd, gaf zijn naam aan de Antoon van den Bosschelaan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij door de Duitse bezetter opgepakt en naar Duitsland gevoerd omdat hij zich tegen sommige Duitse orders had verzet. Tijdens zijn gevangenschap werd onder voorzitterschap van waarnemend burgemeester Jaak Embrechts (Jaak Embrechtsstraat) eenparig een motie goedgekeurd tegen de oprichting van de Raad van Vlaanderen en tegen de splitsing van België. De Raad van Vlaanderen werd door activisten opgericht die met de Duitse bezetter collaboreerden.

Iedere automobilist kent de Craeybeckxtunnel. Die werd naar Lode Craeybeckx genoemd die van 1947 tot 1976 burgemeester van Antwerpen was. Maar van 1933 tot 1937 was hij burgemeester van Deurne. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Craeybeckx activist. Daarvoor werd hij na de oorlog tot vijf jaar gevangenis veroordeeld, waarvan hij twee jaar en twee maanden effectief vastzat. Na de Tweede Oorlog werd eraan gedacht de nieuwe straat langs het Atheneum van Deurne naar Lode Craeybeckx te noemen. Maar op diens verzoek werd het de Frank Craeybeckxlaan, genoemd naar zijn neef die het slachtoffer werd van de nazi’s. Alfons Schneider die in 1937 burgemeester werd en opkwam voor de oprichting van een Atheneum, overleed in 1944 in het naziconcentratiekamp Harzungen. In Deurne-Centrum werd een laan naar hem genoemd.

 Moedige politiemannen

Tal van straten werden naar slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog genoemd. Om tijdens de Tweede Wereldoorlog joden op te sporen en naar concentratiekampen te voeren deed nazi-Duitsland een beroep op Belgische politieagenten. De katholieke Antwerpse burgemeester Leo Delwaide verzette zich daar niet tegen. Omdat Deurne toen deel uitmaakte van het tijdens de oorlog bestaande Groot Antwerpen, werd ook de politie van Deurne ingeschakeld. De eerste razzia die in 1942 tegen de joden werd georganiseerd mislukte grotendeels omdat veel agenten zich tegen het Duitse bevel verzetten en de joden waarschuwden voor de op til zijnde razzia. Bij een volgende operatie konden enkele joden ontsnappen dankzij de hulp van agenten.

Wegens hun verzet werden de agenten Jos Veerman en Frans Van Heymbeeck naar concentratiekampen gevoerd. Zoals Van Heymbeeck kreeg ook politieman Jaak Van Rillaer een straat. Omdat die werd belast met de bewaking van het vliegveld van Deurne gaf hij de Duitse vliegtuigbewegingen via de Witte Brigade door aan de Engelsen. Hij overleed in een concentratiekamp. Politieman Albert Spitaels kreeg een straatnaam omdat hij de verbindingsman was met de Engelse inlichtingendienst. In de nacht van 14 op 15 januari 1943 werden 67 van de 81 politiemannen opgepakt. 43 agenten werden naar concentratiekampen gevoerd. Acht overleefden en 35 kwamen om. Ze waren allemaal lid van de weerstand. Van de 35 overleden agenten kregen er 12 een straatnaam.

Vrouwen, schrijvers, architecten en bedrijven

Uiteraard kregen ook mensen uit de kunst-, sport- en bedrijfswereld een straatnaam. Dat was het geval voor twee jeugdauteurs: Leopold Vermeiren, auteur van de boeken over ‘De Rode Ridder’ en Toon Lindekruis, schuilnaam van Antoon Aerts. Die schreef in de vorige eeuw jeugdboeken waarin al eens een jongen en een meisje voorzichtig verliefd mochten worden. Lindekruis (Aerts) was onderpastoor in de Sint-Rochusparochie in Deurne-Zuid. Hij richtte er twee jeugdverenigingen op, een voor jongens en een voor meisjes, waarvan hij ‘Den Baas’ was, zoals hij ook werd genoemd. Later werd hij godsdienstleraar aan het Atheneum van Antwerpen. De architecten Eduard Van Steenbergen (tuinwijk Unitas, ontwerper van het Atheneum van Deurne en van het nieuwe gemeentehuis), Flor Van Reeth (Sint Walburgiskerk in Antwerpen, Sint-Lievenscollege), Jef Huygh (Sint-Laurentiuskerk in Antwerpen, Sint-Jozefkerk en de kerk van O.L.V. van Altijddurende Bijstand in Deurne) en Renaat Braem (Arenawijk) kregen een straatnaam.

De Confortalei werd naar het bouwbedrijf Conforta genoemd, dat in een groot deel van Deurne-Noord goedkope maar niet al te leefbare arbeiderswoningen bouwde. Het bedrijf nam het niet al te nauw met bouwvergunningen en -voorschriften. Zo lag de gevelbreedte van 3,7 meter onder de opgelegde norm. Dat zorgde natuurlijk voor extra winst. De Vuurwerkstraat verwijst naar het familiebedrijf Hendrickx dat ver buiten Deurne bekend was voor de productie van vuurwerk.

René De Preter besteedt ook aandacht aan straten die de naam van een vrouw kregen. We pikken er een uit: Paula Marckx (1925-2020). Ze was naaktmodel, mannequin, journaliste, schrijfster en zakenvrouw. Ze was een bewust ongehuwde moeder en kreeg op haar 47ste nog een dochter. Omdat buitenechtelijke en wettelijke kinderen ongelijk werden behandeld diende ze een klacht in bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ze won de zaak en het arrest-Marckx van 1979 werd baanbrekend. Ze had niet meteen een band met Deurne, maar volgde er wel vliegtuiglessen. Het was haar wens een straat of plein in de buurt van de luchthaven te krijgen. Het werd het Paula Marckxplein.

Moraal van het verhaal: zeg niet te gauw ‘Het is maar een straatnaam’.

René De Preter

Straatnamen vertellen geschiedenis – Het verhaal van Deurne

Garant

182 blz. – 19,00 euro

Laatste bijdrages

“Mexicaans Amerika”

De foto’s deden de ronde op facebook. President Trump liet ook zijn oog vallen op Mexico, hoewel hij dat van de 52ste deelstaat van de VS niet meer vermeldt.…

Nog veel onduidelijkheden bij akkoord voor staakt-het-vuren in Gaza

Na 15 maanden van brutaal geweld en grootschalige vernietigingen in Gaza, waarbij meer dan 46.000 Palestijnen het leven lieten, bereikten Israël en Hamas een akkoord over een staakt-het-vuren. Hoewel…

Kolonialisme en kolonialiteit,  post(-)kolonialisme en dekolonisering

Het is niet ongebruikelijk in de sociale wetenschappen dat de woorden waarmee wordt gegoocheld meer verbergen dan ze ophelderen. Tegelijk zijn de termen van de titel boven dit artikel…

Mens blijven aan het front

You May Also Like

×