De NAVO-bijeenkomst in Vilnius op 11 en 12 juli kondigde zich eerst aan als een gewone overgangstop tussen die van Madrid (juni 2022), waar een belangrijk Nieuw Strategisch Concept is goedgekeurd en een nog in te plannen verjaardagstop in 2024 om het 75-jarig bestaan van het militair bondgenootschap te vieren. De nieuwe geopolitieke realiteit als gevolg van de aanslepende oorlog in Oekraïne verandert de aard van de top. Het is de verwachting dat Vilnius voor een grote boost zal zorgen in de Europese militarisering.
Niet eens zo lang geleden rommelde het in de interne keuken van de NAVO. VS-president Trump noemde het militair bondgenootschap “verouderd”. Volgens de Franse president Macron was de NAVO zelfs “hersendood”. De Russische invasie van Oekraïne stuwde de NAVO echter naar een zelden gezien toonbeeld van eenheid. In de woorden van dezelfde president Macron: “de oorlog zorgde voor de elektrische shock die nodig was om de NAVO meer strategische duidelijkheid te geven”. De militaire alliantie kan ook bogen op een groeiende populariteit, althans volgens recente zelf bestelde opiniepeilingen. In 2022 steunde gemiddeld 72% van alle respondenten het lidmaatschap van hun land bij de NAVO, een stijging met 10% t.o.v. 2020. Het aantal respondenten dat vindt dat de militaire uitgaven van hun land omhoog moeten (zoals door de NAVO gevraagd), is over dezelfde periode gestegen van 28% naar 40%.
Het is ontegensprekelijk zo dat de oorlogspolitiek van Moskou -die de NAVO steevast “niet-geprovoceerd” noemt, maar eigenlijk niet kan worden losgezien van de Russische frustratie over de NAVO-(uitbreidings)politiek- paradoxaal genoeg de versterking van het militair bondgenootschap in de hand heeft gewerkt. De centrumlinkse regering van het voormalig neutrale Finland -dat een lange grens met Rusland deelt- vroeg (vorig jaar) en kreeg in recordtijd het lidmaatschap toegekend. Het is de verwachting dat ook Zweden gauw zal toetreden.
De NAVO slaagt er ook uitstekend in om zich naar buiten toe eensgezind te tonen over de militaire steun aan Oekraïne en de sanctiepolitiek tegen Rusland, ook al leven er binnen de organisatie verschillende visies over de (aard van de) wapenleveringen aan Oekraïne en het mogelijke lidmaatschap van dat land bij de NAVO.
Het lijkt er voorts op dat de meeste NAVO-lidstaten binnen enkele jaren alsnog de beloofde 2%-norm voor militaire uitgaven (2% van het Bruto Binnenlands Product – BBP), zullen halen. Dat was zo overeengekomen op de NAVO-top in Wales in 2014, maar enkele jaren geleden was het in verschillende lidstaten ondenkbaar dat de militaire budgetten substantieel zouden stijgen gezien de belabberde toestand van de overheidsbegrotingen na de COVID-crisis.
In Vilnius zullen een aantal belangrijke beslissingen worden genomen die de militarisering van Europa verder in de hand werken.
Oekraïne
Op de NAVO-top in Boekarest (2008) stuurde de regering van VS-president George Bush aan op het NAVO-lidmaatschap van Oekraïne en Georgië. Dat was tegen de zin van landen als Duitsland en Frankrijk. De toenmalige Franse premier legde uit dat dit het machtsevenwicht in Europa zou verstoren. Het compromis bestond er dan uit dat Oekraïne principieel lid kon worden, maar dat de bijhorende procedure (het ‘membership action plan’) niet werd opgestart. Rusland die de aanwezigheid -op basis van een akkoord met Oekraïne (Kharkiv-Pact)- van zijn Zwarte Zeevloot op het strategische Krimschiereiland in gevaar zag komen, steigerde. De kwestie lag ook heel gevoelig bij de Russische nationalisten die Kiev zien als de bakermat van de Russische beschaving. Bovendien zou Rusland indien Oekraïne zou toetreden tot de NAVO, plots een lange grens met het westers militaire bondgenootschap moeten delen.
Zes jaar later, kort na de voor Rusland ongunstige Euromaidan-machtswissel in Kiev, koos Moskou voor de vlucht vooruit en annexeerde het de Krim. Dat zorgde voor argwaan bij de Oost-Europese NAVO-lidstaten die zich kort na deze annexatie verenigden in de Boekarest-9. Zij streven naar een vlugge integratie van Oekraïne bij de NAVO. In Vilnius zullen ze erop aandringen dat er hiervoor een tijdlijn komt en dat bijhorende concrete stappen worden afgesproken. Verschillende machtige bondgenoten, de VS, Frankrijk en Duitsland staan echter op de rem.
Washington wil op korte termijn prioriteit blijven geven aan de structurele uitbreiding van de militaire steun aan Oekraïne. De kwestie van Oekraïens lidmaatschap zou voorlopig in de koelkast moeten als onderdeel van een toekomstig akkoord over het einde van de oorlog. De meeste landen zijn het erover eens dat Oekraïne geen lid kan worden zolang het nog in oorlog is met Rusland, om te vermijden dat Artikel 5 van het NAVO-verdrag in werking zou treden. Dat artikel verplicht de andere lidstaten militaire actie te ondernemen als één van de NAVO-leden aangevallen wordt, waardoor de hele NAVO in een oorlog met Rusland verwikkeld zou geraken.
Op een bijeenkomst in Oslo van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken begin juni lag het plan op tafel om de bestaande NAVO-Oekraïne-commissie op te waarderen tot een nieuwe NAVO-Oekraïne-Raad met bijhorende veiligheidsgaranties en substantiële financiering. Ook moet het Oekraïense leger verder omgevormd worden naar NAVO-standaarden.
Daarnaast zal in Vilnius ook een consensus worden gezocht over de te verwachten uitkomst van de oorlog. Oekraïne en een aantal NAVO-lidstaten zien het als een einddoel dat de Russische troepen uit het hele grondgebied moeten worden verdreven. Andere NAVO-lidstaten denken dat dit ijdele hoop is. In Vilnius moet er een gemeenschappelijke benadering worden afgesproken, ook over wat de best mogelijke onderhandelingspositie van Oekraïne behoort te zijn.
Zweeds lidmaatschap
Op de NAVO-top in Madrid werden Finland en Zweden als kandidaat-leden aanvaard. Eén land deed moeilijk: Turkije. Ankara eiste dat beide Scandinavische landen hun vermeende steun aan “terroristische” Koerdische bewegingen zouden stopzetten, hun leden zouden uitleveren en dat er een eind zou worden gemaakt aan het wapenembargo dat ze handhaafden tegen Turkije. Vooral de aanwezigheid van politieke opposanten in Zweden was een doorn in het Turkse oog.
De drie betrokken landen tekenden een trilateraal akkoord dat drie pagina’s lang de Koerdische kwestie reduceerde tot een “terroristisch probleem”. Finland kreeg al gauw groen licht van Ankara. Hoewel Zweden sindsdien zijn antiterreurwetgeving aanscherpte en NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg benadrukte dat Stockholm zijn afspraken in het akkoord is nagekomen, blijft Turkije echter dwars liggen. Ankara lijkt zoveel mogelijk uit de kast te willen halen. De VS wil Zweden tegen de top in Vilnius graag als 32ste lid verwelkomen en lijkt achter de schermen te werken aan een deal die de Turkse aankoop van 40 nieuwe F16-gevechtsvliegtuigen omvat – een aankoop die vooralsnog door het VS-Congres wordt geblokkeerd. Midden april, kort nadat Turkije de NAVO-toetreding van Finland goedkeurde, maakte Washington de weg vrij voor de upgrade van F16-toestellen die reeds in Turks bezit zijn.
Stijgende militaire uitgaven en versterking van de oostelijke NAVO-flank.
In 2014 beslisten de NAVO-leiders dat elke lidstaat er binnen de tien jaar moest naar streven om 2% van het BBP aan militaire uitgaven te besteden. Vooralsnog voldoen slechts 7 lidstaten aan die norm. De verwachting is dat daar dit en volgend jaar een pak aantal andere landen zullen bijkomen.
Waar NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg ook komt, blijft hij niet alleen op die verplichting hameren, maar maakt hij zich ook sterk dat in Vilnius zal worden afgesproken dat de 2%-norm geen plafond is, maar een minimumdoel. Hoewel de NAVO-lidstaten samen goed zijn voor meer dan de helft (1.052 miljard dollar in 2022) van de wereldwijde militaire uitgaven -of 13 keer meer uitgeven dan Rusland (86 miljard dollar in 2022) dat nu al meer dan 4% uitgeeft in verhouding met zijn BBP (mede een gevolg van de oorlog tegen Oekraïne)-, vindt Stoltenberg dat te weinig om tegemoet te komen aan de dreigingen van een wereld “die veel gevaarlijker” is geworden.
De financiering van de Oekraïense oorlogsinspanningen tegen Rusland vraagt aanzienlijke budgetten en militaire investeringen. Ook moeten de nodige middelen worden gevonden om de Oost-Europese flank van de NAVO verder te versterken. Op de NAVO-top in Warschau (2016) werd beslist om over te stappen op een ‘Enhanced Forward Presence’ door vier multinationale gevechtsbataljons te ontplooien in Polen en de Baltische staten. Na de Russische invasie van Oekraïne kwamen er daar nog vier bij (in Bulgarije, Hongarije, Roemenië, Slovakije). Op de NAVO-top in Madrid (2022) is afgesproken om de bataljons op te tillen naar het niveau van een brigade. Een brigade telt gewoonlijk verschillende bataljons en is breder uitgerust.
In Vilnius zal het wellicht gaan over de implementatie van deze beslissing, met name welk land draagt welke en hoeveel troepen bij. In Madrid werd ook beslist om de mankracht van de ‘Rapid Response Force’ fors op te trekken van 40.000 naar 300.000 troepen. Het gaat over troepen die op korte termijn inzetbaar zijn. Ook die maatregel moet nog in de praktijk worden omgezet, wat enorme extra budgetten en engagementen van de lidstaten zal vragen.
Het Zweeds vredesonderzoeksinstituut SIPRI stelde onlangs in een rapport over de wereldwijde militaire uitgaven, dat West- en Centraal-Europa in 2022 sinds het einde van de Koude oorlog nooit eerder meer besteedden aan hun militaire apparaten. De verwachting is -afgaande op beloftes en publieke verklaringen- dat daar nog tientallen miljarden zullen bijkomen in de komende jaren.
Kernwapens
In Vilnius zal het ongetwijfeld ook gaan over de ‘nucleaire afschrikking’. Het moeizaam opgebouwde nucleaire ontwapeningsregime zoals dat aan het eind van de koude oorlog en kort erna tot stand kwam, is de jongste jaren zo goed als volledig afgebouwd. De VS zegde in 2002 het ABM-verdrag op (dat grenzen oplegt aan de bouw van een raketschild om het nucleair evenwicht niet te doorbreken) en ontplooide vanaf 2007 in NAVO-verband een raketschild in Polen en Roemenië, dat geleidelijk aan wordt uitgebreid met een systeem vanop zee. In 2019 maakte president Trump ook een eind aan het INF-verdrag (dat de productie van langeafstandraketten verbood) na beschuldigen dat Rusland het overtrad. In werkelijkheid vond de VS-president dat ook China mee moet worden opgenomen in zo een verdrag voor een verbod op korte en middellange afstandsraketten.
Met de Russische invasie in Oekraïne is de dreiging van een nucleaire oorlog in Europa plots heel reëel geworden. Het Kremlin doorbrak een nucleaire taboe door meermaals te dreigen met het inzetten van kernwapens. In februari 2023 kondigde Moskou bovendien aan zich terug te trekken uit New Start, het laatste bilaterale nucleaire verdrag met de VS dat beperkingen oplegt aan het aantal ontplooide strategische kernwapens. Eind mei 2023 tekende Rusland ook nog eens een akkoord met Wit-Rusland voor de ontplooiing van tactische kernwapens op Wit-Russisch grondgebied. Volgens Rusland antwoordt het daarmee op de groeiende dreiging van de NAVO aan zijn grenzen. Rusland legitimeert deze ontplooiing ook door te verwijzen naar de aanwezigheid van VS-kernwapens in Europese gastlanden die daar al 60 jaar liggen.
In de marge van de NAVO-top in Vilnius zal de ‘Nuclear Planning Group’ van de NAVO bij elkaar komen om te discussiëren over de nucleaire dreigingen en de capaciteiten van de NAVO. Dat gebeurt op het ogenblik dat de VS volop in de weer is om nieuwe hoogtechnologische tactische kernwapens (B61-12) te ontplooien in Europese gastlanden (waaronder België) in het kader van de nucleaire taakverdeling van de NAVO. Ze komen er ter vervanging van oude types van B61-kernbommen.
Polen heeft al aangekondigd dat het nauwer betrokken wil worden bij de nucleaire politiek van de NAVO en in verborgen termen laten verstaan dat het desgevallend bereid is om kernwapens op zijn grondgebied op te stellen. Hardliners van militaire denktanks, pleiten ervoor -net als Polen– om alvast de NAVO-Rusland Stichtingsakte (1997) op te zeggen, dat afspraken bevat over militair-politieke en diplomatieke relaties en waarin de partijen een aantal verbintenissen zijn aangegaan, zoals de NAVO-belofte om geen kernwapens op te stellen in nieuwe lidstaten, m.a.w. in Oost-Europa. De vraag is of en in welke mate in Vilnius de deur wordt opengezet voor een versterking of uitbreiding van het NAVO-kernwapenarsenaal in Europa.
China
In Vilnius zullen de mondiale ambities van de NAVO en dan vooral in Azië een verlengstuk krijgen. Er is een ontmoeting voorzien met partners van de Indo-Pacifische regio: Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Zuid-Korea. De vier genoemde landen werden voor het eerst in 2022 uitgenodigd op de NAVO-top in Madrid.
Het daar goedgekeurde nieuw Strategische Concept heeft het over “systemische uitdagingen” die van China zouden uitgaan. In het vorige Strategisch Concept van Lissabon (2010) was er nog geen sprake van China. Volgens de NAVO bestaat er met China een “systemische competitie” die “onze belangen, veiligheid en waarden” uitdagen. De NAVO is vooral beducht voor de toenadering tussen China en Rusland die “de op regels gebaseerde internationale orde” dreigt “te ondermijnen”. Dat laatste is in het licht van tal van illegale militaire interventies (zoals tegen Irak in 2003), CIA-staatsgrepen en de uitwassen van de mondiale oorlog tegen terreur (Guantanamo) een behoorlijk hypocriete passage in het Strategisch Concept van de NAVO.
China wordt ook verweten technologische en industrieel strategische posities te controleren en met een “breed scala aan politieke, economische en militaire instrumenten zijn mondiale voetafdruk te vergroten en macht te projecteren.” De pot verwijt de ketel.
In april benadrukte de NAVO-secretaris-generaal het belang van het partnerschap met de vier betrokken landen van de Indo-Pacifische regio. Hij liet er daarbij geen twijfel over bestaan dat de veiligheidsrol van de NAVO mondiaal is: “In een gevaarlijkere en onvoorspelbaardere wereld is het nog duidelijker dat veiligheid niet regionaal is, maar mondiaal”, aldus Stoltenberg. Het Strategisch Concept van Madrid stelde al zeer duidelijk dat de Indo-Pacifische regio belangrijk is voor de NAVO, “aangezien de ontwikkelingen in die regio rechtstreeks van invloed kunnen zijn op de Euro-Atlantische veiligheid.”
De militaire opbouw van de VS en zijn bondgenoten in de Aziatische regio dreigt olie op het vuur te gooien van bestaande spanningen. Zo reageert China bijzonder ontstemd op de diplomatieke en militaire acties van de VS in Taiwan. Vorig jaar keurde de VS de verkoop van 1,1 miljard dollar aan wapens goed aan het eiland. De wapenleveringen maken deel uit van een militaire aankooplijst die Taiwan in 2019 aan de VS bezorgde ter waarde van 17 miljard dollar. De VS besliste eind vorig jaar over een financieel pakket ter waarde van 12 miljard dollar (de helft donaties, de helft leningen) om de Taiwanese wapenaankopen in de VS te financieren. Het gaat om een vaak gehanteerde techniek om de eigen militaire industrie te subsidiëren.
De meeste landen, met inbegrip van de VS en alle andere NAVO-lidstaten onderhouden geen formele diplomatieke relaties met Taiwan in het kader van de ‘Eén-China-Politiek’. De Chinese aanspraken op het eiland worden doorgaans wel onderkend, maar daarom niet officieel erkend. Decennialang bestond er een consensus tussen China en de VS om het status quo en de dubbelzinnigheid over Taiwan te handhaven. Met de groeiende wapenleveringen en diplomatieke bezoeken van de VS aan Taiwan lijkt daar verandering in te komen.
De mondiale ambities van de NAVO moeten niet alleen de pas afsnijden van al te ambitieuze andere grootmachten zoals China, maar ondermijnen ook de rol van de Verenigde Naties die volgens het Handvest de prioritaire organisatie is om vrede en veiligheid in de wereld te bewaren. Vilnius moet de mondiale gloriedagen onderstrepen van de NAVO-lidstaten die hoe langer hoe meer het recht in eigen handen lijken te willen nemen.