Leki kent u. De Antwerpse zangeres is de jongere zus van Manuela Kamosi, Ya Kid K met haar artiestennaam, zangeres van de groep Technotronic, die eind van de jaren tachtig met Pump Up the Jam een wereldhit scoorde. Leki betekent “jongste zus” in het Lingala, vandaar haar naam. Leki, zo noemt ook Lieven Miguel Kandolo zich, “jongste broer”, wanneer hij brieven schrijft naar Yaya, zijn “oudste broer”, Moussa Don Pandzou. Over alles wat hen bezighoudt, zowel in België als in Afrika. De brieven zijn eerder in De Standaard gepubliceerd en nu in boekvorm verschenen als “Yaya na Leki”. Interessante lectuur voor wie beter wil begrijpen wat Belgen met Afrikaanse wortels over actuele thema’s te zeggen hebben.
Laten we Nyamchama Okemwa citeren, die zowel het voorwoord als de nabeschouwing geschreven heeft, om de twee briefschrijvers te duiden : “… de jongere generatie die onbeschroomd en kordaat, zelfs competitief is ten opzichte van de Belgische bevolking. Ze beroepen zich op dezelfde rechten als hun witte tegenhangers, omdat ook zij in België geboren en getogen zijn. De meesten van hen streven naar financiële onafhankelijkheid, individuele vrijheid, sociale erkenning en gerechtigheid. Ze durven hun ellende in het openbaar te uiten wanneer ze zich benadeeld voelen en lobbyen actief bij hun politieke vertegenwoordigers om actie te ondernemen. Velen van hen voelen zich ontworteld omdat ze de kennis en de beheersing van hun cultuur van oorsprong missen, terwijl ze nooit volledig worden aanvaard als gelijkwaardige Belgen.”
Nyamchama Okemwa, die ik als Stella ken, komt uit de Keniaanse migratie. Ze is medewerker van Hand in Hand tegen racisme en was in 2018 kandidaat-provincieraadslid voor Groen. Ze beschouwt zich als de twee schrijvers hun magokoro, letterlijk “voorouder-moeder”. Pandzou, de oudste van de twee, werkt op het kabinet van de SP.a-er, Pascal Smet, in de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel bevoegd voor Jeugd, Sport, Samenleven en Diversiteit. Kandolo’s naam vind ik terug als een van de vele reporters van StampMedia, een Antwerps nieuwsagentschap, dat jongeren vertrouwd maakt met audiovisuele journalistiek.
Pandzou, geboren in Brazzaville, in het andere Congo, en Kandolo, met Angolese en Congolese voorouders, zijn twee van de zowat 110.000 Belgen van Burundese, Congolese en Rwandese afkomst, waarvan de Koning Boudewijnstichting vier jaar geleden zegt dat, hoewel 60% van wie ze ondervraagd hebben een hoger diploma bezit, ze vier keer meer met werkloosheid geconfronteerd worden dan het gemiddelde in België en dat ze bijna volledig afwezig zijn in het publieke debat. In dit brievenboek krijgen ze dus een forum.
Uitgangspunten
Vooral uit hun laatste briefwisseling, 2030: droom of nachtmerrie?, en hun dankwoord kun je afleiden hoe ze zich opstellen. Ze geloven allebei in de maakbaarheid van de samenleving, ze willen er werk van maken, en hun geloof inspireert ze sterk.
God is de eerste, die Kandolo bedankt. Wat hij in zijn brieven uitademt, zonder het altijd uitdrukkelijk te verwoorden, is een vorm van onverwoestbare hoop en een samenhorigheidsbesef, dat hem in de hoek van de christendemocratie situeert. Het zou me niet verwonderen dat hij ooit daar belandt, mocht hij politieke ambities hebben.
Ook Pandzou vindt zijn inspiratie in de eerste plaats in zijn geloof. Hij heeft zich onlangs tot de islam bekeerd. Zo ziet hij het in 2030: “De groep Belgische Congolezen is de voorbije jaren sterk geëvolueerd. Er zijn steeds meer jonge bekeerlingen, die in de islam een geest van verzet gevonden hebben… Er is een nieuw activisme, met fysiek agressievere vormen. De islam wordt een wapen dat daden kan rechtvaardigen en een leidraad biedt in deze moeilijke tijden”. Hoe Pandzou het in Congo ziet evolueren: “Uit de assen van het verbrande huisvuil in de achterbuurten is eindelijk een feniks herrezen! Vanuit de sloppenwijken van de hoofdstad is een jonge strijder ontsnapt. Hij daagt de elite uit… Zijn stem weerklinkt tot in het diepste woud van het zwarte continent en de hoogste berg in het Westen. Hij wordt de motor van de tweede Afrikaanse dekolonisatiegolf”. Pandzou gaat ervan uit dat er een verhoogde mate van strijdbaarheid nodig is om de bestaande discriminatie op het vlak van werkgelegenheid, scholing, huisvesting en betrokkenheid bij de vormgeving van de samenleving weg te werken. Daarvoor mikt hij in Congo op een soort van messianistische figuur en in België op wat we black muslims kunnen noemen. Een vreemde combinatie.
Nation of Islam was in de jaren zestig, met Malcolm X als uithangbord, populair bij flink wat African Americans. Ook wereldkampioen boksen, Mohammed Ali, was een van hen. Blijft Malcolm X appelleren aan jongeren van vandaag – getuige daarvan het succes van het naar hem genoemde theaterstuk in de KVS in Brussel -, de organisatie zelf is binnen het geheel van de burgerrechtenbeweging tot een marginaal verschijnsel verworden, een randfenomeen. Het zou interessant zijn om van Pandzou een brief te ontvangen, waarin hij zijn beweegredenen om zijn mosterd bij black muslims te zoeken uiteenzet. Overigens, wat die feniks betreft, in Oeganda is Joseph Kony met zijn Lord’s Resistance Army ooit aan een religieus geïnspireerde opstand begonnen. Om over na te denken.
Thema’s
De twee briefschrijvers bestrijken een palet van onderwerpen in hun brieven. De onafhankelijkheid van Congo, zestig jaar na datum, de Congocommissie in de Kamer, excuses voor het kolonialisme, dekolonisatie, de diverse samenleving, de elitevorming binnen de diaspora, het spanningsveld tussen activisme en overleven, de verhouding tussen de diaspora en wie er in het moederland achtergebleven is, de band met het moederland en de mogelijkheid van een terugkeer en natuurlijk Black Lives Matter.
Black lives matter
Bijna vanzelf sloeg de protestbeweging, die in de Verenigde Staten op gang kwam na de knieklem van een agent in Minneapolis, die George Floyd op 25 mei het leven kost, over naar België. Het was de vonk om ook bij ons het structurele politiegeweld en het racisme aan de kaak te stellen. De voedingsbodem was evident, met name de maatschappelijke discriminatie, niet lang tevoren gedocumenteerd door de Boudewijnstichting. Mondige vrouwen en mannen uit de diaspora namen het voortouw.
De twee auteurs zijn ontevreden over de ingeslagen koers. Ze vinden dat Black Lives Matter zich niet zozeer door het Amerikaanse voorbeeld moet laten inspireren maar verbinden hun strijd aan het panafrikanisme. Opnieuw een begrip uit het verleden, dat ze afstoffen. Populair in de jaren vijftig, ook bij Afrikaanse leiders, zoals Ghana’s eerste president, Kwame Nkrumah. Toen hij in 1958 in zijn pas onafhankelijke land een conferentie belegde, was Congo’s eerste premier, Patrice Lumumba, een van de aanwezigen. Het panafrikanisme gaat ervan uit dat Afrikanen uit de diaspora en op het continent een gezamenlijk verleden én een gezamenlijke toekomst hebben. Zo is bv. in 1960 Mali onafhankelijk geworden, als een federatie van Frans Soedan en Senegal, waaruit dat laatste land zich na twee maanden terugtrekt. Kandolo en Pandzou zijn zoekende en schuwen geen enkel idee.
In zijn in 2030 geschreven brief stelt Pandzou vast: “We zeggen nu wel ‘wit’ in plaats van ‘blank’ en de standbeelden van Leopold II zijn grotendeels uit het standbeeld verdwenen. Maar de zwarte gemeenschap werd andermaal over het hoofd gezien, en bevindt zich ook vandaag, in 2030, na alweer tien jaar, nog grotendeels in een penibele economische situatie”. Het besef rijst dat de beweging zich grotendeels op symbolen toegespitst heeft en dat, hoe belangrijk die ook mogen zijn, het ongedaan maken van maatschappelijke discriminatie als streven uit het oog verloren is.
Merkwaardig is dat, ook in hun brieven is dat maar sporadisch aan de orde. Pandzou is bepaald de meest kritische van de twee, degene ook die overweegt om zijn toekomst in Congo gestalte te geven. Op blz. 94 schrijft Lieven: “Veel activisten schrijven over Zwarte Piet, een Lumumbastraat en de restitutie van geroofde kunst. Naar de discriminatie in het onderwijs en de arbeidsmarkt gaat minder aandacht, om nog maar te zwijgen over armoede. Dat zijn de tastbare problemen die de gemiddelde persoon met migratieroots in het dagelijkse leven nekken”. Schrijf een brief, Lieven, doén, ik ben benieuwd wat je daarover te zeggen hebt.
Af en toe denk je, Nation of Islam, panafricanisme, de twee zoeken inspiratie in de geschiedenis van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Wel, de grootste vooruitgang, in de jaren vijftig en zestig heeft ze gemaakt door massamobilisatie, charismatische leidersfiguren als Nobelprijswinnaar voor de Vrede, Martin Luther King, bondgenootschappen en het nastreven van concrete doelwitten. Ook burgerlijke ongehoorzaamheid maakte deel uit van haar arsenaal. Rosa Parks weigert in 1955 haar zetel in de bus af te staan aan een blanke medereiziger, zoals dat toen hoorde. We praten er nog altijd over. Ook voer voor een brief ?
Afro-Belgen
Dat ze de legendarische W.E.B. DuBois er eens op nalezen. Dat schoot me te binnen, toen ik hun brieven las over hoe ze zich willen noemen. Afro-Belgen? De twee briefschrijvers komen niet tot een besluit.
In 1928 schrijft DuBois in zijn blad, The Crisis: “Names are only conventional signs for identifying things. Things are the reality that counts. If a thing is despised, either because of ignorance or because it is despicable, you will not alter matters by changing its name. If men despise Negroes, they will not despise them less if Negroes are called “colored” or “Afro-Americans”. Wijze les, houd je met de werkelijkheid bezig, niet met woorden.
Overigens heb je in de Verenigde Staten naast African Americans en latino’s, Italian-Americans, Irish-Americans, original Americans, een hele reeks hyphenated Americans, allemaal Amerikaan, allemaal trots op hun wortels. Ik vind niet dat we zoveel kunnen leren van de Amerikanen maar wel dat je afkomst cultiveren geen afbreuk doet aan wat je nu bent.
Woke
“De koning is woke!”. Pandzou schrijft dat op blz. 34, omdat Filip zijn spijt betuigd heeft over de gruweldaden in de Kongo Vrijstaat onder Leopold II. Filip is alert voor maatschappelijk onrecht en racisme en dat horen we allemaal te zijn. Dat is tegenwoordig de regel, woke zijn. “In 2020 besliste ik woke te blijven”, schrijft Pandzou over zichzelf op blz. 116.
Soms ontspoort die houding en laat ze geen nuances, laat staan andere meningen toe. Cancel culture heet dat in de Verenigde Staten. Afgelopen zomer klaagden auteurs en denkers als Margaret Atwood, Noam Chomski, Salman Rushdie en Kamel Daoud in een open brief aan hoe antiracisme in sommige hoofden tot een onverdraagzame religie uitgegroeid is, die geen tegenspraak duldt. Je bent het kritiekloos met alles eens of ze roepen je tot persona non grata uit. Schakeringen aanbrengen, zelf denken is uit de boze. Daarop ingaan zou een mooie brief geven.
Dromen zijn geen bedrog
In zijn in 2030 geschreven brief droomt Lieven zich af : “Diversiteit is geen buzzwoord meer… Een zwarte vrouwelijke eerste minister, een hijabi als de nieuwe CEO van Proximus, een homoseksuele burgemeester met Marokkaanse roots”.
Wie in 2021 wakker is, ziet een transvrouw als vicepremier, de dochter van Marokkaanse migranten als minister van Klimaat, de dochter van een Algerijnse migrant in het Grondwettelijk Hof, een politiek vluchteling uit Congo als burgemeester, een migrante uit Burkina Faso als Europees parlementslid en de zoon van Italiaanse migranten, homo, gewezen premier, als minister-president van de Waalse regering. Wakker worden, Lieven, wrijf je ogen uit.
Yaya na Leki
De brieven zijn een mooie aanzet. Ze bevatten veel discussiestof en interessante inzichten maar ze laten ook kansen liggen. Don, Lieven, doop jullie pen in de inktpot en begin aan een vervolgreeks. En betrek anderen erbij, aarzel niet om meer stemmen te laten horen. We zitten er op te wachten.