Onlangs publiceerde het Transnational Institute (TNI) zijn jaarlijkse bundel essays over de toestand van de wereld, onder de titel State of Power 2025, Geopolitics of Capitalism. Je kan deze 140 bladzijden ideeën en grafieken gratis downloaden op www.tni.org
De bundel opent met een dialoog tussen Adam Tooze en Walden Bello, de eerste een economisch historicus en rijzende ster aan het firmament van progressieve denkers, de tweede een vaste waarde aan datzelfde firmament. De dialoog schetst meteen een kader voor de volgende essays.
Een multipolaire wereld
Adam Tooze en Waldon Bello praten over de multipolaire wereld ontstaan uit het relatief verval van de allesoverheersende dominantie van de VS. Zij lijken het niet altijd over alles eens, al worden nuances veelal geformuleerd als vriendelijke aanvullingen. Dat is maar goed ook, want welles-niets discussies zijn vervelend, en alles is in beweging. Werkhypothesen zijn niet meer dan ijkpunten om lopende historische processen te plaatsen.
Walden Bello is sterk overtuigd van een breuk met het neoliberalisme. Hij beschrijft het beleid van Donald Trump als een defensief imperialisme, met een focus op Noord- en Zuid-Amerika. Bello ziet de opkomst van een post-neoliberale staat: “(…) het massief falen van het neoliberaal beleid (…) zal initiatieven afdwingen om voorrang te geven aan sociaal beleid, herregulering en een leidende rol voor de staat.” (blz. 8). Autoritaire en fascistische regimes gebruiken het staatsapparaat om bevolkingsgroepen die behoren tot de eigen meerderheid te bedienen, zoals in India. Het defensieve imperialisme van Trump kan ertoe leiden dat hij elders invloedssferen van bijvoorbeeld China voor lief neemt.
Adam Tooze brengt hier nuances op aan. Zo bestond het industriebeleid van Joe Biden vooral uit belastingvoordelen, een klassiek neoliberaal recept. De markt boetseert ook meer dan ooit het individueel bewustzijn: mensen worden individuele deelnemers aan platformeconomieën, gepromoot door letterlijk tientallen miljoenen influencers. Niet alleen in het Westen: als je in China niet op WeChat zit kan je er niets kopen.
Tooze linkt dit aan mogelijke populistische coalities van MAGA-kiezers met het zakenleven: maar dan niet de klassieke groten uit Wall Street gedomineerd door “juristen en psychiaters”, die van Davos, maar de ‘kleine’ ondernemers die enkele tientallen miljoenen waard zijn, door sommige analisten omschreven als de Amerikaanse plattelandsadel. De miljardairs van Trump zijn rijker dan de klassieke bankiers, maar hebben een imago van vrijbuiters. De oligarchen rond Modi in India delen een cultuur en stijl die aansluit bij hoe je er zaken doet.
Kortom, deze dialoog barst van de interessante ideeën, ook over hoe dat nu precies zit met het Amerikaans verval. Het zou ons te ver voeren dat hier allemaal te reproduceren.
De hamvraag is wat deze multipolaire wereld betekent voor progressieve bewegingen: opent het mogelijkheden? Walden Bello lijkt hier optimistischer, of ziet in elk geval de mogelijkheid een agenda te promoten van een multilaterale wereldorde gebaseerd op samenwerking. Adam Tooze benadrukt hoe nationalistisch protectionistische tendensen het gevaar van oorlog opnieuw op de agenda zetten.
Beiden beschrijven een agenda waarbij sociale bewegingen zich richten op de eigen staat om een positieve invulling van de nieuwe ruimte af te dwingen. Wat dit betekent voor solidariteit van onderuit over de grenzen heen wordt niet belicht.
Wel of toch niet?
Het zal aan mijn eigen obsessie met dit vraagstuk liggen, maar de volgende essays lezen bijna allemaal nu eens als pleidooien voor de mogelijkheden van de nieuwe multipolaire orde, en dan weer om dit voor links juist te beschrijven als een doodlopend straatje.
Hoofdstuk 2, met als tittel The New Frontline, is één pleidooi voor de strategische mogelijkheden van de nieuwe multipolaire ontwikkelingen voor landen in het Globale Zuiden en internationale progressieve bewegingen. Hoofdstuk 4, over de potentie van de Brics klinkt een stuk pessimistischer (Brics is de coalitie oorspronkelijk gevormd door Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika), Hoofdstuk 6 plaatst vraagtekens bij het beeld van China als uitdager van de Amerikaanse dominantie. Hoofstuk 8 analyseert de rol van de Verenigde Arabische Emiraten, nog zo’n nieuwe speler, in Afrika. Hoofdstuk 9 beschrijft de onderwerping van Europa aan het VS-imperium. En hoofdstuk 11 beschrijft enkele moeizame pogingen van sociale bewegingen in de huidige multipolaire context: de solidariteit met Palestina, democratische strijd in Azië (de Milk Tea Alliance), en linkse regimes in Latijns-Amerika die banden aangaan met China.
Tussendoor bevat de bundel essays en interviews over Palestina, kunstmatige intelligentie, en de groene transitie.
Kortom, het loont wel degelijk de moeite deze bundel van TNI te lezen, ook al roept het meer vragen op dan antwoorden. Het kost overigens moeite: het is geschreven in het Engels, en nu en dan worden ideeën wel erg abstract en conceptueel geformuleerd. Maar de moeite wordt dus beloond.
Het is wel jammer dat deze State of Power geen balans maakt van de onderkant van de samenleving: hoe zit het met de vakbonden, pogingen tot linkse internationale politieke samenwerking, andere sociale bewegingen, oude en nieuwe ngo’s,…? Dat is misschien wat hoog gegrepen, of zou in elk geval een extra bundel essays vereisen. Maar de leegte is toch jammer, omdat aanhaken bij de mogelijkheden voor het eigen land in de multipolaire wereld bij gebreke aan internationalistische alternatieven een default option wordt. Links in de EU is al tijden in dat bedje ziek. Misschien een optie voor State of Power 2026.