De conservatief Alexander Stubb is met 51.6 % tot president van Finland verkozen. Al is de functie niet erg invloedrijk, toch is dat een steuntje voor de rechtse regering, waarin ook uiterst-rechts zit, in haar frontale aanval op de vakbonden en sociale rechten. Tegen dat beleid staakten begin deze maand 300.000 werknemers uit privé en openbare diensten. Deze week zijn er vanaf woensdag opnieuw drie dagen stakingsacties. Onder meer openbaar vervoer en havens worden platgelegd.
Stubb was de kandidaat van de in juni vorig jaar gevormde rechtse coalitie, geleid door Petteri Orpo van de rechtse Nationale Coalitiepartij. Naast twee kleinere partijen (o.m. van de Zweedse minderheid) heeft vooral de uiterst-rechtse Finnenpartij (Ware Finnen) een grote zeg in die coalitie. In het Europarlement zit die partij bij de ECR, waar ook N-VA deel van uitmaakt.
Zwaar geschut
Het regeringsvoorstel voor hervorming van de arbeidswet komt neer op een regelrechte aanval op de vakbonden, op het stakingsrecht, op sociaal overleg, op de lonen. Het holt onder meer het sociaal overleg verder uit. Er konden nu al geen nationale cao’s meer worden afgesloten, dat gebeurt alleen per sector.
De onderhandelingsmarge in die sectoren wordt wel sterk aan banden gelegd. In geen enkele sector mag worden onderhandeld over loonsverhogingen hoger dan in de uitvoersectoren. De huidige besnoeiingen in de werkloosheidsuitkeringen, zijn nog maar een aanloop tot veel verdergaande verminderingen, zoals in het voorstel vastgelegd. De eerste dag ziekte zal niet meer worden uitbetaald. Stakingen zouden niet langer mogen duren dan 24 uur.
De vakbonden, gegroepeerd in SAK, zitten al langer in het defensief, minder dan 60 % van de werknemers is nog bij een bond aangesloten. Door het sociaal overleg uit te hollen, zien de bonden zich verder verzwakt om de belangen van de werknemers te verdedigen.