Economisch slop geen campagnethema
Enkele zeer belangrijke politieke thema’s zijn in de 27 lidstaten van de Europese Unie tijdens de campagne niet of nauwelijks aan bod gekomen. De strijd tegen de klimaatopwarming met de enorme inspanningen voor de transitie naar ene nieuw energiebeleid? Hoogstens in ‘greenbashing’, aanvallen op een beleid dat weinig aandacht heeft voor de sociale aspecten ervan. En dan het slabakken van de economie met sombere vooruitzichten op lange termijn? Ook al geen stemmen mee te halen.
Volgzaam
Een grote lidstaat van de EU waar de economische groei 0.3 percent haalt, is tegenwoordig al een positief voorbeeld. Italië herstelt daarmee beter dan Duitsland waar toch alle ogen op gericht blijven. Het geeft een beeld van de impasse waarin de economie van Europa (het continent min de oostelijke helft) verzeild is. Deze stagnatie is geen conjunctuurverschijnsel, wel een proces dat al langer bezig is en nu versnelt. En dat mede een gevolg is van “Atlantische volgzaamheid” en van kapitalistische kortzichtigheid.
Nagenoeg elk bericht over de ‘stagnatie’ van de Duitse economie, begint met de verwijzing naar de o zo dure energie. Want Duitsland is nu verstoken van zijn grote troef, het goedkope Russische aardgas. Waar is dat gas dan wel naartoe? Is dat de schuld van de Russen?
Het geheugen even opfrissen: in november 2021 was NordStream 2, ondanks de zeer felle tegenkanting van Washington, afgewerkt. Toch besliste het verantwoordelijke Duitse agentschap dat de kraan niet mocht worden opengedraaid, er waren institutionele problemen. Voor Moskou was het signaal duidelijk, de belangen van de VS wogen in Berlijn zwaarder door dan het eigenbelang.
IRA
VS-president Joe Biden wond er nog doekjes om, zijn voorganger Donald Trump was duidelijker geweest: Europa moet Amerikaans (schalie-) gas kopen. Dat doet het nu, waardoor energie voor de Europese industrie minstens drie keer duurder is dan in de VS. Om de terugweg te blokkeren, werden de pijpleidingen dan in september 2022 ook nog eens opgeblazen. De Deense en Zweedse onderzoeken zijn stilgelegd, men wil de daders niet vinden. De verzekeringsmaatschappij betaalt niet uit, want het gaat om staatsterreur, en dat is geen Russische. De grote winnaars zijn de VS, voorop de schaliebaronnen.
Biden is daar nog wat komen bijdoen: de Inflation Reduction Act, IRA. Dat heeft niet te maken met inflatiebestrijding, maar alles met puur protectionisme : 369 miljard dollar om onder meer Europese bedrijven naar Noord-Amerika te lokken, wat velen dan ook doen. Want daar hebben ze zeer goedkope energie, een pak subsidies en minder last van vakbonden.
Dat alles drukt zwaar op de Europese economie, de Duitse voorop. Dat is geen tijdelijk verschijnsel. Een Europees antwoord is niet makkelijk als men blijft zweren bij de “Atlantische solidariteit”, met golven van sancties die vooral Europa zelf treffen.
Mijnen open
Europa, maar ook Noord-Amerika, heeft een ander groot probleem: de transitie naar nieuwe energiebronnen. Naast de financiering ervan, is er ook de nevenschade voor het milieu: de 21ste eeuw wordt steeds vaker “de eeuw van de mijnbouw” genoemd.
Want om tot een nette energie te komen, zal er wereldwijd zwaar moeten gedolven en geraffineerd worden. Met alle gevolgen vandien voor het milieu. Nu, in Europa kan men zich trachten te troosten met de vaststelling dat hooguit tien percent van mijnbouw voor koper, lithium, nikkel, kobalt, ‘zeldzame metalen’, enz. op het continent zal gebeuren. Tien percent, als men de doelstellingen haalt van het inderhaast opgestelde plan om zoveel mogelijk in eigen bevoorrading te voorzien.
Maar op dit terrein, zeggen zowat alle kenners, hebben Europa en de VS 15 jaar achterstand op China, en die lijkt niet meer in te halen. Vijftien jaar eerder zijn de Chinezen begonnen met het opsporen, ontginnen, raffineren van de metalen nodig voor de transitie. Dat legt uit waarom ze bij voorbeeld inzake batterijen een enorme voorsprong hebben, zowel kwantitatief als kwalitatief.