Het Pakistaans leger heeft dan toch een grootscheeps offensief ingezet tegen de Taliban die in akkoord met de regering de controle over de vallei van Swat hadden overgenomen. Het leger doet dat voor een deel onder druk van bondgenoten als de Verenigde Staten (en ook China), maar tevens omdat in de noordwestelijke regio de eenheid en identiteit van het land op het spel staat. Er wordt meer en meer rekening gehouden met een implosie van dit land. En wat dan met de kernwapens?
Voor Ali Jinnah, de leider van de Moslim Liga, moest Pakistan een moderne staat worden voor de moslims van het vroegere Brits-Indië. Modern is die staat nog altijd niet, grootgrondbezit blijft de regel, 55 procent van de bevolking is analfabeet, met regio’s waar dat zelfs 83 procent bedraagt. De enige basis van die staat was de islam, maar dat kon geen echte eenheid smeden.
De eerste grote breuk kwam er in 1970 met de afscheuring van de Bengali in Oost-Pakistan, nu Bangladesh. Maar in West-Pakistan, nu Pakistan, bleven etnische tegenstellingen sluimeren en die zijn de voorbije kwarteeuw toegenomen. Vooral de grote Pakistaanse inmenging in de Afghaanse oorlogen was olie op het vuur.
“Pathanistan”
De grootscheepse militaire operaties in de Pathaanse gebieden van het noordwesten, bij de grens met Afghanistan, duwen Pakistan in de richting van een burgeroorlog, luidt de mening van Selig Harrison, een Amerikaan die na lang onderzoek een rapport opstelde ‘Pakistan: The State of the Union”. Volgens hem werken die operaties de beweging voor Pathanistan, een Pathaanse eenheidsstaat in de hand. De Pathanen leven zowel in Afghanistan (tussen 8 en 12 miljoen) als in Pakistan (ruwe schatting: rond 20 miljoen). Volgens Pathaanse leiders zijn er 41 miljoen Pathanen.
Volgens Harrison was het akkoord over de Swatvallei ingegeven door de vrees van de legerleiding voor dat Pathaans nationalisme. Talrijke officieren kennen dat maar al te goed, de Pathanen zijn zeer sterk vertegenwoordigd in de Pakistaanse legerleiding. Verscheidene van die officieren hebben de Taliban in het midden van de jaren 1990 flink geholpen bij hun opmars in Afghanistan.
Durand
Voor die Taliban, bijna uitsluitend Pathanen, bestaat er niet zoiets als een grens tussen Afghanistan en Pakistan. Die grens, de Durand Linie, werd in 1893 vastgelegd bij een akkoord tussen de emir van Kabul en de Britten. Met die Durand Linie werden de Pathanen van elkaar gescheiden, een deel in Afghanistan (dat de Pathanen beheersten) en een groot deel in Brits-Indië.
Na de implosie van Brits-Indië vonden de Afghaanse leiders het ogenblik aangebroken om de Pathaanse gebieden van het vroegere Brits-Indië bij Afghanistan te nemen. In een volksraadpleging kozen de inwoners van die gebieden voor het nieuwe Pakistan. Maar de Pathaanse factor bleef zeer sterk spelen in Afghanistan, waar de Tadzjieken en andere bevolkingsgroepen helemaal niet opgezet waren met dat Groot-Pathanistan.
Toen de Taliban in 1996 aan de macht kwamen in Kabul, weigerden ze de Durand Linie als grens te erkennen. In de praktijk trekken ze zich daar trouwens niet veel van aan. Harrison meent dat daar een middel ligt om de Taliban te scheiden van Al Qaeda: het accent op die Pathaanse factor leggen om de religieuze te verzwakken. Volgens hem spelen de Taliban in de regio’s waar ze ingeplant zijn, die Pathaanse factor trouwens sterk uit. Zij werpen zich op als de verdedigers van de lokale bevolkingen tegen invallers van buitenuit die zich als bezetters gedragen en dan nog zelf onder druk staan van het gehate Amerika.
Bovendien werpen die Taliban zich op als sociale bevrijders in een gebied van grootgrondbezit, lijfeigenschap, corruptie en ander onrecht. Ook in de rest van Pakistan is de sociale toestand erg, de machtsfamilies Bhutto en Sharif zijn feodale clans, hun beleid wordt telkens, zoals dat van d e militaire dictators, gekenmerkt door wanbeleid en corruptie, van sociaal beleid is nooit sprake geweest. Slechts één procent van het budget gaat naar onderwijs, en in de noordwestelijke stamgebieden ligt het nog veel erger: daar kan slechts 17% van de bevolking lezen en schrijven.
India
Voor de Pakistaanse legerleiders is er echter niet alleen de Pathaanse factor. Veel belangrijker voor hen is de India factor, de vrees dat ze door die grote vijand worden ingesloten. Want de invloed van India is in Kabul aanzienlijk toegenomen. De Afghaanse president Hamid Karzai, een Pathaan, speelt met het oog op de presidentsverkiezingen van augustus zijn Pathaanse factor uit, wat Islamabad ook al met argusogen volgt.
De Pakistaanse leiders zijn vooral verontrust door de groeiende vriendschap tussen India en de VS. Pakistan heeft jarenlang op Washington kunnen rekenen, met als hoogtepunt de nauwe samenwerking om alle mogelijke fundamentalistische groepen te bewapenen en financieren in de strijd tegen de communistische regering in Kabul. Ze werkten zelfs samen, onder Benazir Bhutto, om de Taliban in Kabul aan de macht te brengen.
Het nucleair samenwerkingsakkoord tussen India en de VS zorgde voor paniek bij de Pakistaanse leiders. Sommigen vrezen dat Washington Pakistan steeds zwaarder onder druk gaat zetten. Het feit dat president Barack Obama Pakistan zowat de gevaarlijkste plek van de wereld noemde, doet zelfs vrezen dat de Amerikanen de hand willen leggen op de Pakistaanse kernwapens.
Implosieven
Er is niet alleen het Pathaans nationalisme als bedreiging voor Pakistans eenheid. Begin mei kwam het in Karachi, een stad van 15 tot 18 miljoen inwoners, tot zware incidenten tussen onder meer Mohajirs en Pathanen. Miljoenen Pathaanse vluchtelingen zakten af naar deze stad waar eerder zoveel moslims uit India neerstreken, Mohajirs (Arabisch voor migrant) genaamd. Er heerst al decennia lang spanning tussen de lokale Sindhi en de Mohajirs die zich gediscrimineerd voelden, een gevoel dat afzwakte ten tijde van generaal Musharraf, een Mohajir.
In Baloetsjistan is het ook al jaren erg onrustig. Dat komt voor een deel door de komst van zeer veel Pathanen, maar ook door de eis van de Baloetjsi om een groter deel van de gasopbrengsten in de regio te houden. Er wonen ook Baloetsji in Afghanistan en Iran, wat ook daar doet dromen van een verenigd Baloetsjistan zoals er een bestond in de 18de en 19de eeuw, tot de Britten het opbraken. Daarnaast vinden zowat alle groepen buiten Punjab dat de Punjabi al te veel de toon aangeven. Ook de groeiende spanningen tussen soennieten en sjiieten ondergraven Pakistans broze eenheid.
(Uitpers, nr. 110, 10de jg., juni 2009)