De Spaanse regering heeft een ambitieus klimaatplan in een wetsvoorstel gegoten waarbij het land binnen dertig jaar nog enkel elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen wenst te putten. Spanje is alvast op de goede weg want de groeicijfers voor 2019 zijn indrukwekkend. Als men waterkracht meerekent steeg het aandeel van hernieuwbare energie tot de helft van alle opgewekte elektriciteit in Spanje. Sven Tuytens analyseert vanuit Madrid.
De productie van hernieuwbare energie uit wind- en zonne-energie dekte in 2019 maar liefst 40 procent van de totale elektriciteitsvraag. Dat zorgde voor een vermindering van bijna een kwart van de emissies van elektriciteitsopwekking.
Fundación Naturgy, de stichting van het internationaal energiebedrijf Naturgy publiceerde onlangs een rapport waarin berekend wordt dat de hernieuwbare energie in Spanje vorig jaar met 20 procent groeide.
In die cijfers werd geen rekening gehouden met de energie die stuwdammen opwekken maar als men waterkracht meerekent was het aandeel van hernieuwbare energie 49,3 procent volgens de jaarcijfers van Red Eléctrica de España voor 2019. Een verminderd verbruik van stroom (-1,5 procent) droeg ook bij tot het recordcijfer.
Daling 23 procent van CO2 uitstoot
De opwekking van elektriciteit door hydraulische bronnen is in 2019 met maar liefst 40 procent gestegen. De wind- en hydraulische energie zorgden ervoor dat de CO2-uitstoot met 23 procent werd verminderd tot 50.000 kiloton CO2.
In 2019 was de vraag naar elektrisch vermogen in Spanje 261.020 gigawattuur (Gwh), 58,6 procent van de geleverde stroom die in Spanje was opgewekt kwam van energiebronnen die geen CO2-uitstoot veroorzaakten.
Spanje versus België
De meeste hernieuwbare stroom werd opgewekt door windenergie, goed voor 55 procent van het totaal aan groene stroom. De hydraulische energie nam voor 20 procent voor haar rekening, gevolgd door 9 procent opgewekt door zonne-energie.
Ter vergelijking produceert België vorig jaar slechts 17,4 procent hernieuwbare energie. Spanje heeft natuurlijk het voordeel van veel meer zonne-uren en ruimte om parken met zonnepanelen en windturbines te bouwen, maar toch speelt politieke inzet hier ook een grote rol.
De socialistische regering van José Luis Rodríguez Zapatero (2004-2011) trok reeds 15 jaar geleden subsidies voor zonne-energie uit waardoor Spanje een wereldspeler werd. De conservatieve regering van Mariano Rajoy Brey (2011-2018) bouwde deze overheidssteun af als onderdeel van een zware besparingspolitiek waardoor de opmars van zonne-energie in Spanje vertraagde.
Maar met onder andere de bouw van een fotovoltaïsche centrale van 494 megawatt in Mula (Murcia) maakte Spanje een inhaalbeweging. Op het moment van haar inhuldiging in juli 2019 was het de grootste zonnepanelencentrale van Europa.
Het einde van de kolencentrales
In 2019 werd de meeste stroom in Spanje opgewekt door stoom- en gascentrales met 21,9 procent, gevolgd door kerncentrales die goed waren voor 21,2 procent van het totaal. Niet ver weg bevond zich de windenergie die goed was voor 20,6 procent, de warmtekrachtkoppeling met 11,4 procent en waterkracht met 9 procent. De energie opgewekt door kolencentrales daalde in 2019 naar 5 procent en zal dit jaar aanzienlijk verder blijven dalen.
Vanaf middernacht 1 juli hebben 7 van de nog 15 functionerende kolencentrales definitief hun deuren gesloten. De 8 resterende kolencentrales moeten ten laatste tegen 2030 sluiten.
Geen Spaanse kerncentrales meer
Ondanks dat Spanje eigenlijk het ideale land is om hernieuwbare elektriciteit op te wekken door middel van zonnepanelen, windmolens en elektriciteit uit getijdenstroming en golven in zee, kiezen de elektriciteitsmaatschappijen nog steeds voor de milieuonvriendelijke kolen en kernenergie.
De coalitieregering PSOE-Unidas Podemos heeft er een punt van gemaakt om geen verlenging meer te verlenen voor de Spaanse kerncentrales waardoor die voor 2030 allemaal zullen moeten sluiten.
Op dit moment heeft Spanje zeven kerncentrales die bijna een volledige levensduur van 40 jaar hebben bereikt. Dat is het geval van kerncentrale van Almarza (Castilla y León) waar het sluitingsproces volgend jaar al voltooid zal zijn. De overige kerncentrales zullen rond 2028 de grens van 40 jaar bereiken.
Wetsvoorstel
Eind 2018 kondigde premier Pedro Sánchez Pérez-Castejón (PSOE) reeds aan dat het land inzet op 100 procent hernieuwbare elektriciteit tegen 2050. Het ambitieuze plan van de regering is in een wetsvoorstel gegoten dat mikt op 70 procent hernieuwbare elektriciteit tegen 2030.
Twintig jaar later moet alle elektriciteit in Spanje uit hernieuwbare energiebronnen zijn en dat is een gigantische uitdaging die niet enkel met de bouw van extra windmolens en zonnepanelencentrales kan worden opgevangen.
De hoeveelheid door wind, zon, en water opgewekte energie schommelt naargelang de weersomstandigheden en daarom moeten er systemen worden gevonden om energie op te slaan.
De Spaanse energiereus Endesa is reeds begonnen met het ombouwen van een deel van de kolencentrales naar centrales met enorme lithium-ionbatterijen om een deel van de door de hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit op te slaan.
Strijd tegen fossiele brandstoffen
De wet voorziet een verbod op verkennende boringen naar fossiele brandstofvoorraden, zowel op land als op zee. Nieuwe brandstofsubsidies worden verboden, en de bestaande subsidies moeten stilaan verdwijnen.
De verkoop van auto’s op fossiele brandstoffen wordt in 2040 verboden: een belangrijke stap voor een land dat de tweede grootste autobouwer in Europa is.
Het verbod geldt bovendien niet enkel voor conventionele diesel- of benzinewagens, maar ook voor hybride auto’s of voertuigen die op aardgas rijden.
Nieuwe technologieën en investeringen
De nieuwe back-uptechnologieën om de door wind, zon en water opgewekte stroom op te slaan voor later gebruik zal volgens de regering nieuwe uitdagingen voor Spaanse bedrijven scheppen. Er wordt gehoopt dat deze sector voor tienduizenden nieuwe banen kan zorgen. Dat is belangrijk in een land waar het aantal werklozen hoog boven het Europese gemiddelde ligt.
Maar volgens Greenpeace España hebben de plannen van de regering om naar propere energie over te schakelen enkel een kans indien er tegelijk zwaar op wetenschappelijk onderzoek wordt ingezet. Op de fondsen voor onderzoek in milieu, energie en technologie werd tussen 2008 en 2018 met 19 procent bespaard. Pas in 2018 steeg het budget met 8,3 procent ten aanzien van het vorige jaar en in 2019 ging het met 16 procent omhoog.
Volgens Greenpeace doet de energiesector niet genoeg om vaart achter de transitie naar hernieuwbare energie te zetten. De sector is volgens de milieuorganisatie meer begaan met competitiviteit en doet er alles aan om niet voor de uitstoot van CO2 te hoeven opdraaien.
Greenpeace denkt dat Spanje ruimschoots over het potentieel beschikt om tegen 2050 jaar met 100 procent hernieuwbare energie aan de energievraag te kunnen voldoen. Met hernieuwbare energie zou het land in de toekomst jaarlijks gemiddeld zo’n 200 miljard Euro kunnen besparen.