Het Amerikaans bombardement op Somalië had plaats toen het Wereld Sociaal Forum aan de gang was in Kenia en drie dagen voor de grote anti-oorlogsactie in Washington op 27 januari. Nunu Kidane, de netwerkcoördinator voor het Priority Africa Network (PAN) was aanwezig in Nairobi. Na haar thuiskomst vroeg ze zich met luide stem af “hoe de stilte van de Amerikaanse vredesbeweging omtrent Somalië uit te leggen viel.”
In haar artikel in een krant uit San Francisco, Bay View, gaf ze een mogelijke reden aan die volgens mij wel hout snijdt. “Misschien hebben Amerikaanse organisaties niet het nodige analytische kader waaruit het belang van de Hoorn van Afrika blijkt. Misschien omdat Somalië grotendeels gezien wordt als een land zonder regering in eeuwige chaos, met fundamentalistisch islamitische krachten zonder sterke verdediging tegen de militaire aanvallen van Verenigde Staten die op zoek zijn naar terroristen.”
Hier wil ik iets aan toevoegen, namelijk de rol van de grote Amerikaanse mediaspelers in de aanloop naar de invasie en in het leed dat aanwezig is in de Hoorn van Afrika. “Het slagveld en het leed in Somalië vormen mogelijks de ergste gebeurtenis van het voorbije decennium – maar je komt het amper te weten via het avondnieuws,” schreef Andrew Cawthorne van Nairobi voor Reuters vorige week. Amy Goodmans Democracy Now heeft recent onderzoek gedaan naar ABC’s, NBC’s en CBS’s verslaggeving rond Somalië in de avondnieuwsbulletins sinds de invasie. ABC en NBC hadden met geen woord over de oorlog gerept. CBS deed dit éénmaal, door er drie hele zinnen aan te wijden. Dit, ondanks het feit dat er meer slachtoffers in deze oorlog zijn gevallen dan in de recente conflicten in Libanon.
Terwijl de meeste Amerikaanse gedrukte media het conflict compleet genegeerd hebben, is de verslaggeving nog oppervlakkiger dan deze was voor de invasie in Irak. Vorige week was Reuters nog aan het volhouden dat Ethiopische troepen hun buurland waren binnengevallen met de ‘stilzwijgende’ steun van de Verenigde Staten. De New York Times beschreef het tenminste nog als heimelijke Amerikaanse steun. “Beide karakteriseringen verduisteren de waarheid. De aanval op Somalië was vooraf gepland en zou nooit hebben plaatsgevonden zonder goedkeuring van het Witte Huis. We weten nu dat de Bush-administratie de regering van Ethiopië de goedkeuring heeft gegeven om zijn eigen opgelegde ban op wapenhandel met Noord-Korea te negeren om zich voor te bereiden op de geplande strijd. Amerikaanse troepen namen deel aan de aanval.”
“De Amerikaanse politieke en militaire alliantie met Ethiopië – die openlijk het internationaal recht met de voeten treedt in zijn agressie tegenover Somalië, destabiliseert de Hoorn regio en is de start van een nieuwe wijze waarop de Verenigde Staten zich permanente en actieve militaire aanwezigheid in Afrika garandeert,” schreef Kadane.
De planning van de invasie begon vorige zomer toen de Union of Islamic Courts (UCI) de controle over de Somalische regering kreeg. Dit – ook – had de bedoeling een mokerslag te zijn. De VS–Ethiopische versie van de schok was bedoeld om snel de gewenste veranderingen in het regime erdoor te krijgen, namelijk de Washington-gezinde, regering-in-ballingschap van President Abdullahi Yusuf ter hulp snellen. Maar een paar dagen nadat de troepen het land binnenvielen, zeiden Ethiopische autoriteiten dat het hun troepen aan de voorzieningen ontbrak om in Somalië te blijven en dat ze snel zouden vertrekken. Op een bepaald moment verklaarde de Ethiopische eerste minister Meles Zenawi – op z’n Bush’es – dat de missie der bezetters met succes volbracht was en dat tweederde van zijn troepen huiswaarts keerde. Niets bleek minder waar te zijn. Drie maanden later zijn de Ethiopiërs nog steeds in Somalië en plegen, wat verschillende observatoren noemen, afgrijselijke oorlogsmisdaden.
‘Het duidelijk willekeurige gebruik van zware artillerie in de hoofdstad heeft honderden burgers gedood of verwond en meer dan 200.000 mensen doen vluchten voor hun leven.’ Walter Lindner, Duits ambassadeur in Somalië schreef vorige week naar de dienstdoende president van het land: vluchtelingen ondergaan een groot risico om slachtoffer te worden van plunderingen, uitbuiting en verkrachting – ook door troepen aan de verschillende “controleposten”.
“Cholera – veel voorkomend in de regio tijdens het regenseizoen – begint toe te slaan onder de vluchtelingen,” vervolgde hij, toevoegend dat pogingen door internationale groepen om hulp te bieden aan de slachtoffers worden tegengewerkt door de milities die voorraden stelen, ‘tol’ eisen en helpers bedreigen.
Op 3 april, meldde Associated Press dat een veiligheidsadviseur van de Europese Unie een e-mail had gestuurd naar het hoofd van de EU delegatie voor Somalië met de waarschuwing dat “Ethiopische en Somalische militairen mogelijk oorlogsmisdaden hadden gepleegd en dat donorlanden medeplichtig kunnen worden beschouwd als ze niks doen om ze te stoppen. Ik moet u zeggen dat er sterke gronden zijn om te geloven dat de Ethiopische regering, de federale overheid van Somalië, de commandant van de Afrikaanse Unie-troepen, als mogelijk ook de Hoofd van de Missie van de Afrikaanse Unie, zich – door aan te zetten of te negeren – mee schuldig hebben gemaakt aan het overtreden van het Rome statuut inzake het internationale strafhof,” aldus het bericht.
Ondertussen heeft de Bush administratie er hard aan gewerkt om ervoor te zorgen dat de troepen van de dichtstbijzijnde samenwerkende staten het werk overnemen. Beloftes werden gemaakt die, op één uitzondering na, niet vervuld werden. In een telefoongesprek beloofde President Yoweri Museveni aan President Bush om 1000 à 2000 troepen te leveren om de Somalische overgangsregering te beschermen en diens troepen te trainen. Deze arriveerden maar bleven vooral in hun barakken, en namen niet deel aan de inspanning om de oppositie de kop in te drukken. Ondertussen worden de ‘overgangsregering’ en de Ethiopische troepen ervan beschuldigd burgergebieden in de hoofdstad vanuit het regeringsgebied te hebben gebombardeerd terwijl ze die eigenlijk dienden te beschermen.
Niemand van de reporters ter plaatse heeft zich afgevraagd waarom de andere Afrikaanse regeringen geen troepen hebben gestuurd, maar ik denk dat het antwoord zichzelf uitwijst. Hoewel ze ‘Peacekeepers’ genoemd zouden worden, werden ze opgeroepen om zichzelf in een burgeroorlog te mengen aan de zijde van een ‘marionetten’- regering, iets waar ze een afkeer van hebben.
Drie maanden geleden, schreef ik dat, “als de gebeurtenissen in Irak een indicatie kunnen zijn, dan zal wat begon als een snelle invasie en bezetting, uitdraaien op een lange en uitgebreide oorlog.” Dat was nog zacht uitgedrukt. Sindsdien zijn ongeveer 1.300 mensen om het leven gekomen in de gevechten, 4.300 zijn verwond en bijna 400.000 zijn gevlucht. Vluchtelingen die probeerden te ontsnappen via de Rode Zee zijn verdronken voor de Somalische kust.
“Er is een grote tragedie aan het gebeuren in Mogadishu, maar als je op de stilte in de wereld moet afgaan, zou je denken dat het Kerstmis is,” zei het hoofd van de Mogadishu politieke denktank tegen Cawthorne. “Somaliërs, omringd door het ergste geweld in 16 jaar, zijn zich pijnlijk goed bewust van hun positie op de globale agenda.”
“Niemand geeft om Somalië, zelfs als we met miljoenen sterven.” werd verteld aan Cawthorne door Abdirahman, een 29 jaar oude vader van twee die werkt als veiligheidsagent in Mogadishu.
En net als in Irak, komen de troepen gesteund door de VS – het kleine leger van de zeer onpopulaire regering en bezetters – terecht in het midden van een burgeroorlog, in gang gestoken door de invasie en bezetting. Aanvullend op de troepen die trouw zijn aan de omvergeworpen islamitische regering, ziet het regime aan de macht zich geconfronteerd met de Hawiye, één van ’s lands grootste clans. Een woordvoerder van de clan riep recent het Somalische volk op om zicht te verzetten tegen de Ethiopiërs. “De oorlog is niet tussen Ethiopië en onze stam, maar tussen Ethiopië en Somalië” zei hij.
“Voor de grote (wereld) leiders hangt er een grote schaamte over Somalië” zei Michael Weinstein, een Amerikaans expert inzake Somalië van de Purdue Universiteit aan Reuters. “Zij hebben zichzelf ertoe verbonden een overgangsregering te steunen – een regering die niet veel recht van spreken heeft, een falende regering.
Dit is de kern van het probleem. …Maar, westerse leiders kunnen niet meer terug. Dus hebben ze ook totaal geen zin om de aandacht van de wereld te vestigen op Somalië. Er is geen twijfel mogelijk over het feit dat Somalië aan de kant werd geschoven door grote mediaspelers en wereldleiders, en de Somalische diaspora wordt al huilend achtergelaten in de wildernis.”
Vorig week, gedurende wat beschreven werd als de stilte voor de storm, gingen Ethiopische soldaten in de hoofdstad Mogadishu van deur tot deur en namen honderden mannen mee. Ondertussen, waren de getraumatiseerde bewoners van de stad in puin lijken aan het verzamelen, waaronder vele al in een gevorderd ontbindingsproces, om ze alsnog te begraven. “De meeste thuisloze burgers kamperen aan de rand van Mogadishu, waar het terug als in de middeleeuwen is” zo rapporteerde The Economist vorige week. Er is tekort aan water, kleding en onderdak. Cholera is uitgebroken. De zieken moeten soms huur betalen om zelfs maar in de schaduw van een boom te mogen zitten! Door de regen zal de situatie nog verslechteren. Hulporganisaties melden dat mensen snel op grote schaal zullen sterven. Sommigen beweren dat Somalië zijn grootste humanitaire crisis tegemoet gaat, groter dan in de vroege jaren ’90 toen de staat instortte te midden van honger en slachtpartijen.”
Martin Fletcher schreef in de London Times op 26 april over de vijf dagen die hij doorbracht in Mogadishu. Hij vroeg naar de mening van vele Somaliërs over de huidige situatie. Nagenoeg allemaal spraken ze hun afschuw uit over de regering die ze beschouwen als marionetten in handen van de Ethiopiërs.
Vorig week schreef de Washington Post dat de interviews die ze deden in Ethiopië en de getuigenissen van diplomaten en mensenrechtengroepen een beeld scheppen van een natie die zijn burgers gevangen zet zonder enige vorm van proces of reden en bovendien velen onder hen foltert. Desondanks blijft de regering het tegenovergestelde beweren.
Zulke zaken worden nog lastiger omdat de VS-regering, een belangrijke bondgenoot van Ethiopië, heeft toegegeven verdachten van terrorisme in Ethiopische gevangenissen te hebben ondervraagd. Het gaat om mensen die in Somalië zijn gearresteerd. In de Post stond: “Er zijn geen rapporten die zeggen dat er gevangenen gefolterd worden.” De volgende dag berichtte de krant: “Meer dan 200 FBI en CIA agenten hebben hun kamp opgezet in het Sheraton Hotel hier, in de hoofdstad van Ethiopië en hebben dozijnen gevangenen ondervraagd – onder andere een Amerikaans burger – opgepikt in Somalië en vastgehouden zonder aanklacht en zonder advocaten in een geheime gevangenis ergens in de stad.” Ethiopische en Amerikaanse autoriteiten stellen daarbij dat ondervragingen volledig wettelijk zijn.
De geschiedenis zal waarschijnlijk de beslissing van de Ethiopische regering om samen te werken met de VS-regering, om tot een verandering van regime te komen, zien als één van de grootste stommiteiten. In eigen land heeft het zo al genoeg problemen. Dit werd duidelijk op 24 april, toen troepen van een etnisch–Somalische separatistengroep, het Ogaden National Liberation Front, een overval pleegde op een oliebedrijf, waarbij 74 mensen gedood werden, onder hen 9 werknemers van een Chinese petroleumonderneming. “Hoe zeer ook China’s – en ook Amerika’s – bondgenoot Meles Zenawi, de Ethiopische eerste minister, de veiligheid in de Hoorn wil controleren, hij is niet in staat om altijd goed werk te leveren” zei de Financial Times op 26 april. “Zijn leger is de sterkste conventionele macht uit de regio. Maar onder zijn bewind neemt het aantal schermutselingen met verzetsbewegingen toe. Gewapende groepen separatisten veranderen hun tactieken. Niet in staat om zich te meten met het leger op het slagveld, heeft het Ogaden National Liberation Front ervoor gekozen om vooral de aandacht op zijn zaak te vestigen. Recent heeft een groep separatisten in het noorden iets gelijkaardig geprobeerd door een groep Britse diplomaten te kidnappen.
“Beide verschrikkelijke gebeurtenissen kunnen gedeeltelijk geweten worden aan de chaotische Ethiopische interventie in buurland Somalië” aldus het dagblad. “De gevechten van vorige december waren in het voordeel van Ethiopië, maar zoals met de Amerikanen in Irak, zijn ook de Ethiopiërs slecht voorbereid op de nasleep. Een groeiend verzet heeft het terugtrekken van de troepen sterk vertraagd, waardoor de regering werd blootgesteld aan aanvallen. Dit heeft ook voor extra spanning gezorgd bij de etnische Somaliërs in Ethiopië, die het ONLF steunen
Eigenlijk zou je ironisch kunnen stellen dat de dood van de Chinese arbeiders aan de grens met Ethiopië meer het gevolg is van Washingtons beleid in de regio dan van Beijing. De VS hebben actief Meles in zijn Somalisch avontuur gesteund. Door dit te doen zijn de multilaterale inspanningen om vrede te brengen sterk ondermijnd.
“Er zijn twee hoofdvragen die kolonel Yusufs en Ehtiopiës westerse achterban zich nu moeten afvragen.” schreef de Guardian op 26 april. “Wat is er gewonnen bij het aanmoedigen van het Ethiopisch leger om de Unie van Islamitische Rechtbanken te doen vallen. De VS lieten Ethiopië toe om zich te bewapenen met Noord-Koreaanse wapens en deel te nemen aan de jacht op mensen door gewapende helikopters in te zetten tegen verdachte rebellen verborgen in dorpen bij de Keniaanse grens. Washington was er van overtuigd dat de unie van islamitische rechtbanken buitenlandse terroristen verborgen hield. Maar hoeveel werden er daadwerkelijk gevat en welke prijs hebben de Somaliërs hier voor betaald?”
“Amerika krijgt kritiek omdat het eigenbelang heeft laten primeren op Somalische belangen, door een handvol al dan niet aanwezige al-Qaeda aanhangers die zich verborgen zou houden in Mogadishu, te willen vangen.” schreef The Economist. “Geen enkele is gevangen, veel onschuldigen zijn omgekomen in bombardementen en het anti-Amerikaans gevoel is enkel maar versterkt.”
Westerse, zeker Europese, diplomaten die Somalië observeren vanuit Nairobi, de hoofdstad van Kenia in het zuiden, hebben aan de alarmbel getrokken. Hun regeringen hebben weinig tot niets gedaan.
Chatham House, een Britse denktank van het onafhankelijk Koninklijk Instituut voor Internationale betrekkingen, trok volgende conclusie: “In een oncomfortabel maar zeer herkenbaar patroon, zijn de multilaterale belangen voor de reconstructie en rehabilitatie van Somalië, afgevoerd door unilaterale acties van andere internationale actoren – vooral Ethiopië en de Verenigde Staten – die hun eigen buitenlandse beleid agenda’s hebben opgesteld.”
Eigenlijk is er geen enkele reden meer over om te geloven dat de regering Bush deze oorlog heeft gepromoot – en daarbij duidelijk de internationale wetgeving en het VN-Charter te overtreden – om een handjevol al-Qaeda’s te vangen net zoals Irak is binnengevallen om massavernietigingswapens te vinden. Wat er is gebeurd in de laatste drie maanden is een gevolg van grotere strategische berekeningen in Washington.
De inval en bezetting van Somalië viel samen met het inmiddels operationele plan van het Pentagon om een nieuw Commando in Afrika te organiseren om af te rekenen met wat the Christian Science Monitor benoemd als: “Strijd, olie en Al-Qaeda.”
Toen ik voor het eerst dit onderwerp onder de loep nam, kort na de invasie, begon ik te beseffen dat ongeveer 10 procent van de olie van ons land uit Afrika komt. Sommige experts beweren dat de VS dat percentage tot 25 willen doen stijgen tegen 2010. Opnieuw fout. Vorige week kwam in het nieuws dat de VS meer olie uit Afrika importeren dan uit het Midden-Oosten, waarbij Nigeria, Angola en Algerije samen goed zijn voor bijna een vijfde ervan. Dat is meer dan wat Saoedi-Arabië levert. Terwijl het regime in Addis Abeba beweert dat de invasie een preventieve aanval was op een bedreigend Somalië, terwijl de regering Bush beweert dat een goedkeurend knikje voor de aanval een kans betekende om een paar terroristen die verborgen zaten in Somalië op te pakken, is het voor het grootste deel van de media en de diplomatieke waarnemers buiten de Verenigde Staten duidelijk dat het om een strategische zet ging gericht op het verzekeren van de posities in een regio waar er veel oorlog is. Officieel zijn er plannen om bijna tweederde van Somaliës olievelden te reserveren voor Amerikaanse oliemagnaten Conoco-Philips, Amoco, Chevron. Onlangs is bekend geraakt dat de door de Verenigde Staten gesteunde eerste minister van Somalië, een wetsvoorstel heeft ingediend die er moet voor zorgen dat buitenlandse oliemagnaten terugkeren.
Salim Lone, voormalig woordvoerder van de VN-missie in Irak in 2003 en nu columnist voor The Daily Nation in Kenia, vertelde recent aan Democracy Now: “De poging van de eerste minister om Westerse oliebedrijven te lokken loopt parallel met zijn alarmkreten over Al-Qaeda elke maal hij de kans hiertoe krijgt.”
Telkens een verantwoordelijke van de Somalische autoriteiten wordt geïnterviewd, is het eerste wat je hoort Al-Qaeda en terroristen. Ze gebruiken dat. Niemand gelooft het nog. Niemand gelooft er ook maar iets van, omdat elke onafhankelijke verslaggeving het tegenovergestelde beweert.
Ik sprak met Kidane vorige week en ze gaf toe dat de situatie in Somalië misschien erg complex overkomt voor velen die werken binnen de vredes- en sociale bewegingen. Maar het is onmogelijk om de parallellen met de situatie in Irak niet te zien. “Het is agressie dat staat buiten kijf, en dezelfde taal wordt gebruikt om het te rechtvaardigen.” sprak ze.
Kidane slaat de nagel op de kop door er op te staan dat de beweging voor vrede en rechtvaardigheid in de Verenigde Staten en de rest van de wereld, de zaak ter harte moeten nemen. De onwettige VS–Ethiopische invasie en bezetting van dat land en het daarmee samenhangend menselijk leed en mensenrechtenschendingen zorgen voor een nieuwe – en nog steeds verborgen – oorlog die op vele vlakken overeenkomt met die in Irak. En,…. gevoerd omwille van de dezelfde reden.
(Uitpers, nr 87, 8ste jg., juni 2007)
10 mei 2007 (vertaling Raf Peeters)