In oktober werd hier een referendum gehouden over het bezit van wapens. De weken voordien werd Brazilië dan ook bezet door heftige debatten tussen voor- en tegenstanders van het ‘verbod op wapenbezit’. Momenteel zijn er 17 miljoen wapens in handen van de 180 miljoen Brazilianen. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten zijn er 240 miljoen wapens op 295 miljoen Amerikanen, maar het aantal ‘overvallen met de dood tot gevolg’ is op 100.000 inwoners drie keer groter in Brazilië dan in de VS. Voor een stuk heeft dit te maken met de straffeloosheid: in de VS worden 70 % van de overvallers berecht; in Brazilië 1 %.
De bendes voelen zich in sommige regio’s oppermachtig. Je zou je als burger al voor minder willen verdedigen. Een groot deel van de pers heeft die straffeloosheid en het onveiligheidgevoel handig uitgespeeld om impliciet tegen de regering Lula te stemmen. Sommige bladen werden dan ook verdacht belangen bij de wapenhandel te hebben. Het referendum werd uiteindelijk gewonnen door de ‘nee-stemmers’: ‘Nee, geen verbod op wapenbezit.’ We kunnen blijven schieten op elkaar.
Wat hebben deze wapens met soja te maken?
Het is algemeen geweten dat er heel wat geweld hangt in de Braziliaanse samenleving, zowel in de stad als op het platteland. Gisteren was ik echter getroffen door het bedrijf ‘Guerra Sementes’. Guerra is mij bekend van allerlei industriële activiteiten. De familie ‘Guerra’ heeft ook enkele politici in haar rangen. Niet onbelangrijk voor een industriële familie. Tot nu toe kende ik Guerra vooral van de grote zeildoeken op soja- en andere camions. Er staat steeds de leuze op: ‘Guerra. Paz na Estrada.’: ‘Oorlog. Vrede op de autoweg’. Maar goed, het rijk van Guerra heerst dus niet alleen op de weg, maar ook in de kiemkracht van wat boer en boerin te zaaien hebben. In de zaden. Het brengt mij onweerstaanbaar bij de eerste golf van de Groene Revolutie en bij de huidige transgene omwenteling, die beide op het platteland als een oorlog uitpakken.
Is dat niet wat overdreven?
Als je voor de aardigheid bij Google even ‘Guerra agronegócio’ intikt, dan val je om van het verschieten: de oorlogstaal die daar gebruikt wordt, is blijkbaar gewone kost. Het strafste oorlogsjargon dat ik voorlopig vond, is dat van de Braziliaanse Minister voor Landbouw, Roberto Rodriguez. Mag ik even een stuk citeren?: “Allen weten we dat de belangrijkste handelsactiviteit in Brazilië vandaag de agronegócio (agrobusiness) is. Ze staat voor 33 % van het Bruto Nationaal Product. Ze zorgt voor 37 % van alle arbeidsplaatsen in het land en is verantwoordelijk voor 42 % van de aanplantingen. Het is daarom de grootste onderneming van Brazilië. Nochtans is het een onderneming die steeds meer bedreigd wordt, zoals João Carlos Meirelles zegt. Bedreigd in een oorlog (guerra), die ik de 3° Wereldoorlog (Guerra Mundial) noem, wat een oorlog (guerra) is op de markten. Een oorlog (guerra) in open veld. Een oorlog (guerra) zonder enige loyaliteit. Integendeel, we zitten midden een aantal problemen die deze oorlog (guerra) ons aandraagt. Brazilië is ongetwijfeld één van de grootste exporteurs ter wereld van suiker, van koffie, van fruitsap, van soja, van rundvlees, van kippenvlees. Welnu, om deze oorlog (guerra) met behendigheid te winnen, hebben we altijd meer instrumenten nodig, meer wapens en meer organisaties die met elkaar samenwerken als bondgenoten. Opdat we een competitieve vooruitgang zouden kunnen boeken in het besturen, in de overwinning van deze zeer harde oorlog (guerra). (1)
Onwillekeurig moet ik aan één van de boeken van Herman Verbeek denken: ‘Economie als wereldoorlog’(2). Járen geleden geschreven, maar hoe langer hoe meer actueel! Oók in de landbouw en in de voedselvoorziening. Bladzijden lang vind je nu dus op internet teksten en toespraken onder de woorden ‘guerra e agronegócio’. Een heel ander geluid dan wel de Minister brengt de secretaris van CPT-nationaal (Comissão Pastoral da Terra), Antônio Canuto. In zijn betoog heeft hij het over de nieuwe vormen van slavernij in de agronegócio, over geweld en doodslag, ontbossing en uitdroging. Hij besluit: “De ‘Agrobusiness’ is verantwoordelijk voor conflicten en geweld op het land” (3)
De agrobusiness raakt niet alleen het recht op eigendom, werk en gezondheid maar is ook verantwoordelijk voor een groot deel van de conflicten en van het geweld op het platteland. Het verslag “Conflicten op het Braziliaanse platteland”, gepubliceerd door de CPT (Pastorale Landbouw Commissie) in haar uitgave van 2003, brengt een analyse van Prof. Carlos Walter Porto Gonçalves, van de UFF (Federale Universiteit Fluminense/Rio de Janeiro). Ze openbaart wat zich verschuilt achter de gegevens: ‘In 2003 is Centrum-West-Brazilië koploper wat conflicten betreft: 26,09% van het totaal en 35,7% van het aantal personen die onteigend zijn door de wettelijke macht. Deze cijfers worden nog dramatischer als ze gelinkt worden aan de landelijke bevolking van elke Braziliaanse deelstaat. In Mato Grosso bijvoorbeeld is een indrukwekkende 40,8% van de plattelandsbevolking betrokken in deze conflicten, namelijk 210.795 mensen en 6,2% van de plattelandsbevolking van de deelstaat onderging één of andere actie van onteigening (32.275 personen). Het gaat om een echte oorlogsdaad (Guerra), zegt Prof. Carlos Walter. Mato Grosso, met 9 mensen vermoord, is ook de staat met het meeste geweld dat gepleegd wordt door privé-instanties (7,6), terwijl de deelstaat Pará met 33 moorden, op 6,9 staat.(4)
Prof. C.W. Porto Gonçalves heeft een lijst uitgewerkt met het geweld binnen de publieke en de privé-macht per deelstaat. In volgorde hebben Mato Grosso, Rondônia, Goiás, Tocantins en Mato Grosso do Sul de hoogste geweldsindex. Streken met een expansie van moderne patronale landbouw hebben ook de grootste groei qua privé geweld en van acties van de juridische macht. De professor besluit zijn analyse als volgt :
‘Deze gegevens actualiseren misschien de praktijken die in de loop van de geschiedenis Brazilië tot een modern territorium maakten, zoals de rietsuikerfabrieken in de XVIe en de XVIIe eeuw voor die tijd ook de modernste van de wereld waren. Ze vertegenwoordigen dezelfde moderniteit als de hedendaagse hoge productieniveaus met irrigatiesystemen, veredeld zaad, gecorrigeerde gronden en computer gestuurde landbouwmachines, die vandaag het moderne en gewelddadige landschap van Centraal-Brazilië en Amazonië uitmaken.Uiteindelijk moordt en ontbost men vandaag in de Cerrado en in Amazonië op dezelfde manier, als ze gisteren moorden en ontbosten in het Atlantisch woud en in de Araucária-bossen.
Als uitsmijter geeft hij een stuk uit de slottekst van het CPT-congres in 2004: “De agrobusiness concentreert land, water en inkomen. Ja hoor – ze produceren – maar met een enorm hoge sociaal-ecologische prijs en voornamelijk bestemd voor de export. De deviezen komen enkel de altijd geprivilegieerde elite ten goede. De irrigatie voor hun monocultuur verbruikt 70% van het zoet water van Brazilië. De moderne, machtige machines maken handenarbeid op het platteland overbodig en dat in een land waar het grootste probleem de groei van de werkloosheid is. De agrobusiness is verwoestend. Grote lappen woud en savanne worden illegaal ontbost en ontmanteld, waterbronnen en rivieren worden ‘leeggezogen’ door monocultuur, graasweilanden, houtskoolfabrieken, erts- en hotwinning. Bestrijdingsmiddelen, gesproeid met vliegtuig en met tractor besmetten grond, water en lucht en de akkers van de campesinos (kleine boeren). Dit alles brengt ziekte en dood met zich mee.”
Oorlog ter land en ter zee
De minister had het natuurlijk over de economische oorlog: ‘Hoe zoveel mogelijk, wereldwijd, markten inpikken?’ Bijvoorbeeld, Europa doen inbinden i.v.m. suiker om vervolgens met de Braziliaanse suiker en alcohol miljoenen Afrikaanse en Aziatische suikerrietkappers in het moeras van nóg lagere prijzen te duwen. De CPT, de commissie van de katholieke kerk i.v.m. de grondproblematiek, probeert de verzwegen slachtoffers stem te geven: wouden, water, uitgeputte gronden, met CO2 vergiftigde lucht (5), planten, zaden, dieren, agrobiodiversiteit, ecosystemen en last but not least: vermoorde mensen, uitgebuite mensen, uitgehongerde mensen, tot en met mensen in de nieuwe vormen van slavernij (6).
Het Groene Revolutiemodel van de jaren ’60-’70 zorgde voor welvaart van een minderheid; voor ellende, migratie en dood van een meerderheid. Zaadbedrijven als Guerra, gekoppeld aan andere takken van het agroindustrieel complex – chemie op kop-, waren de munitie in de permanente oorlogssituatie. In een recent rapport van de OESO (7) wordt gesteld “dat de tewerkstelling in de Braziliaanse landbouw tussen 1992-1993 en 2001-2002 met 14 % verminderde, terwijl tussen 1990-1994 en 2000-2003 de waarde van de agro-export steeg met 73 % van 9,8 miljard US$ per jaar naar 16,9 miljard US$.” Er is dus blijkbaar niet meteen een verband tussen hogere export, bestemd voor de voedseloorlogsmarkt, en méér tewerkstelling in de landbouw. Noch in Europa, noch in Brazilië. Lees in dit verband de slottekst van het uitwisselingsproject Wervel-Fetraf: ‘WTO en voedselstromen Brazilië-Europa. Vlaamse en Braziliaanse boeren willen in de beslissingen participeren (8).
Nu zitten we in een nieuwe stroomversnelling: de Genetisch Gemanipuleerde Revolutie. Bij mijn weten is Guerra nog niet opgekocht door Monsanto. Tot nader order is deze zaad-chemie-reus nog altijd 100 % eigenaar van de GGO-soja. Ook als andere bedrijven de gepatenteerde zaden aanmaken, moeten de royalties in de richting van de Amerikaanse en Europese beleggers van Monsanto vloeien. Het logo dat Greenpeace gebruikt in zijn ‘oorlog’ tegen de GGO’s gelijkt opvallend veel op het logo dat we in de jaren ’80 gebruikten in acties tegen kernenergie en kernwapens. Is er een gelijkenis? Zitten we inderdaad op de akkers met een ànder niveau van oorlog dan in de jaren ’70? Als de Groene Revolutie het begin van de conventionele oorlog was, is de huidige (r )evolutie dan de kérn-oorlog op het platteland? Met nóg meer slachtoffers, onzichtbaar verder sluipend zoals zestig jaar later nog altijd in het leven en in de lijven van Hiroshima/Nagasaki? Van generatie op generatie. Raken beide vormen van kernoorlog inderdaad de kern, de kiemkracht van het leven niet? Of overdrijven we maar wat? Wéten we’t eigenlijk wel?
Vrede op het land (9)
‘Guerra’ is actief op de wegen en in de agrobusiness? Is er een verband? Het valt me altijd op hoe gewelddadig het verkeer in Brazilië is. Hoe dikwijls ben ik bijna overhoop gereden? Als Europeaan ga je er namelijk van uit dat zebrapaden er zijn om over te steken. Niets van! Voor een zebrapad wordt niet gestopt. Ze liggen er onverklaarbaar bij, als garnituur. Een opfleuring van het zwarte wegdek. Nee, mensen, dwaal niet. Vertrouw je niet toe aan zo’n zebrapad. De auto’s zullen pas aan een kruispunt stoppen, als de andere richting voorrang heeft. Als je met auto en al zélf in de prak dreigt gereden te worden.
Zou de ‘zwakke weggebruiker’, die voor zijn leven moet vrezen, een metafoor kunnen zijn voor de boerenlandbouw? Zouden zwakke weggebruikers en familiale boeren elkaar kunnen vinden in de meer zachte, vrouwelijke waarden die in ieder van ons verscholen liggen? Een landbouw terug in boerenhanden, waar zaden, grond, water, (agro)biodiversiteit, natuur en mens terug centraal staan? En zou het agressieve verkeer, met nu de modieuze jeeps voorop, metafoor kunnen zijn voor de landbouw van de dood? Jeeps als stadsvariant van de oogsttanks die in colonne over de duizenden hectares soja bulderen? Metafoor van de permanente oorlog? Het helse, niets-ontziende verkeer en de productivistische landbouw geven elkaar de hand in het oorlogsspel. Helmen op. Riemen aan. Oorlog, letterlijk.
Ondertussen zijn er nog altijd familiale boeren. In Brazilië: zo’n 4 miljoen gezinnen. Ze zijn er nóg. Nog steeds, al werden ze dikwijls letterlijk naar de randen van de vruchtbare gronden verdreven. In de marge. Zoals voetgangers en fietsers aan de wegkant moeten zien te overleven. Boerenlandbouw op mensenmaat. Op maat van het langzame ritme van de aarde, met zijn seizoenen, met regen en zon. Zij leven en beleven dat een gezonde landbouw en gezond voedsel niet banaal, maar basaal (10) zijn in een mensenleven. Basaal in het samenleven, lokaal en planetair.
Terug zaden telen en zaden uitwisselen wordt dan een daad van verzet, van onafhankelijkheid (11). De ‘sementes creolas’, de diversiteit aan boerenzaden, zíj staan voor de vrede. De échte vrede in de stad en op het platteland. Voorbij de oorlog. Als een zebrapad dat éindelijk mensen terug veilig in contact brengt met elkaar. En met ‘a Mae Terra’. De volgende reeks flitsen zullen over deze zachte weg handelen: ‘Hoe boeren en boerinnen de omkeer doen? Hoe boeren het redden?’ Als zaden van vrede. Wereldvrede. Wereldvoedselvrede. Ontwapening in de hoofden, de harten, de handen. Ontwapening van de akkers (10).
(Uitpers, nr. 71, 7de jg., januari 2006)
Luc Vankrunkelsven, Guarapuava 28 oktober 2005. Geschreven tijdens de ontwapeningsweek 23-30 oktober 2005.
De auteur schreef tot nog toe drie boeken over Brazilië-Europa. Het derde boek verscheen onlangs en luidt: ‘Kruisende schepen in de nacht. Soja over de oceaan.’ Dabar-Wervel, 2005. Meer info: www.wervel.be
Postscriptum:
Bij het schrijven van deze flits, zong ik tussendoor het mooie lied van Herman Verbeek: ‘Weten waar’. Mag ik hier twee strofes weergeven?
weten waar
de vrienden zijn
waar wordt gewerkt volhard
om mensen goedendag
waar vrede wordt gewonnen
is deelgenoten worden
weten waar
de tijd belandt
en waar de volken ver
en reddeloos nog zijn
in hen verplaatst verenigd
is weten te beginnen
Uit: Herman Verbeek, ‘Getijden’, Dabar, 1996, zang nr. 107.
Voetnoten:
- Uit een toespraak van Minister Roberto Rodrigues te Campinas, mei 2004: http://www.cnpm.embrapa.br/vs/vs1205/discursos.html
- Verbeek, Herman, Economie als wereldoorlog, Kok/Kampen, 1990 (nog te verkrijgen bij Wervel)
- zie: http://www.acaoterra.org/display.php?article=288 (Engelse, Spaanse en Portugese versie). Vierde Braziliaanse Sociale week, 2004-2006.
- privé-instanties: capengas, milities, veiligheidsagenten, pistoleiros.
- Het afbranden van het Amazonewoud stoot jaarlijks meer CO2 in de lucht uit dan het Braziliaanse vervoer. Nochtans is het verkeer de laatste jaren ook explosief gegroeid.
- Lees meer over ‘soja en slavernij’ in: ‘Kruisende schepen in de nacht. Soja over de oceaan’. Dabar-Wervel, 2005.
- http://www.oecd.org/document/62/0,2340,en_2649_201185_35584190_1_1_1_1,00.html; zie in dit verband ook de aanval van Prof Marcos Jank ‘Agronegócio versus Agricultura Familiar’ en elementen van antwoord op www.wervel.be , nieuwe elektronische voedselkrant van november 2005.
- De uitgebreide versie of ingekorte versie, gedrukt en in drie talen (Nederlands, Engels en Portugees) te verkrijgen bij Wervel. Of op websites: www.fetrafsul.org.br en http://www.wervel.be/EN/dossiers/fm_200505/fm_200505_04052.htm
- In dit stuk heb ik het eens niét over het ‘Food for Peace’-programma dat de Verenigde Staten van Amerika in 1954 opstartte (Public Law 480). Het oogt mooi: ‘Voedselhulp om hongerige monden in het Zuiden te voeden’. In werkelijkheid gaat het om het opleggen van de Pax Americana via het graan, zoals de Romeinen het hen 2000 jaar eerder voordeden. De tarweakkers als munitie om volkeren onder de knoet te houden. Tot op de dag van vandaag blijft deze voedselhulp een strategisch wapen van de ‘State Department’, het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De VS-onderhandelaars in de WTO zullen in Hong Kong (13-18/12/05) hun ‘menslievende’ voedselhulp dan ook met hand en tand verdedigen.
- Lees in dit verband het openbarende artikel van Wim Robben: ‘Goede voeding vermindert geweld’. In: webmagazine Geweldloze Kracht, april 2005 (WEB 305.1B). Het webmagazine is onderdeel van www.geweldloosactief.nl , website van de Nederlandse “stichting voor actieve geweldloosheid”. Het stuk is ook te vinden in de elektronische voedselkrant: http://www.wervel.be/vk/0508/vk0508_0101.htm Andere interessante sites over dit thema: www.educare.nl ; www.ortho.nl
- Wervelforum 5: ‘Landbouw, markt voor chemische wapenindustrie in vredestijd?’ van de gaúcho Sebastião Pinheiro. 2,5 euro, te verkrijgen bij Wervel, Pax Christi-Vlaanderen en KWB.