Zuidoost-Azië vertoont een breed scala aan politieke structuren, culturele systemen, diepten van politieke betrokkenheid en geschiedenissen. Bijna vier decennia sinds de start van internet in de regio is de online bevolking substantieel toegenomen, hand in hand met een verhoogde overheidscapaciteit om controle uit te oefenen over technologie. Tegelijkertijd heeft dit digitale landschap, met het grootste deel van de bevolking actief op sociale media, een verhoogde commercialisering en een grotere afhankelijkheid van algoritmen met zich gebracht. Dit heeft invloed gehad op de manier waarop burgers omgaan met politiek, hoe politieke actoren omgaan met burgers en uiteindelijk op het traject van politieke ontwikkelingen.
Dit complexe tapijt maakt eenvoudige afstemming op de historische tijdlijnen of categorieën die doorgaans worden gebruikt bij het beoordelen van politieke verandering in westerse settings moeilijk. De unieke samenstelling van krachten die aan het werk zijn, benadrukken dramatisch verschillende politieke configuraties tussen de natiestaten van de regio. Het is daarom van cruciaal belang om kennis en kritische inzichten te produceren die voortkomen uit de empirische contexten van de regio, argumenteert Merlyna Lim, professor aan de Canadese Carleton universiteit, in dit relatief korte maar verhelderende overzicht.
Met behulp van een interdisciplinaire benadering baseert ze haar theoretische en analytische bijdragen op twee primaire bronnen. Ten eerste put ze uit nog niet gepubliceerd empirisch materiaal van (voornamelijk van 2018 tot 2023) verzameld onderzoek naar recent grassroots progressief en regressief activisme, politieke campagnes en electorale politiek. Ten tweede verwerkt ze analytische en empirische inzichten over sociale media en activisme in de regio op basis van een algoritmische dynamiek. Ze richt zich specifiek op drie kritische domeinen: de netwerksamenleving en democratie, sociale media en publieke sferen, en, meer recent, polarisatie en desinformatie.
Dit boek laat zien hoe de ingewikkelde wisselwerking tussen sociale media en politiek in Zuidoost-Azië veelzijdig en co-constituerend is, gevormd door dynamische technologische, sociaal-politieke en contextuele regelingen. Het is gesitueerd binnen en gevormd door onderscheidende nationale contexten, een voortdurend evoluerende burgerbetrokkenheid en een dynamisch politiek landschap.
Netwerksamenleving versus democratie
Lim betoogt eerst dat de ‘rich-gets-richer’-tendens van schaalloze sociale medianetwerken bijdraagt aan ongelijkheid en consolidatie van macht. In Zuidoost-Azië betekent dit dat, parallel aan de exponentiële groei van digitale netwerken in de afgelopen twee decennia, de regeringen, als de machtigste entiteiten van de regio, ook zijn uitgegroeid tot de sterkste knooppunten binnen de netwerken met een toegenomen capaciteit om politieke trajecten te controleren en te beïnvloeden.
Wetenschappelijke werken op het snijvlak van digitale media en politiek draaien voornamelijk om het idee dat netwerksamenleving en democratie elkaar wederzijds versterken. Lim beschouwt Manuel Castells als de belangrijkste autoriteit op dit vlak. In zijn trilogie ‘The Information Age: Economy, Society, and Culture (1996, 1997, 1998)’ onderzoekt Castells hoe de opkomst van informatie- en communicatietechnologieën heeft geleid tot significante maatschappelijke verschuivingen. Hij benadrukt de cruciale rol van netwerken bij het vormgeven van moderne sociale, economische en politieke structuren, en betoogt dat netwerken traditionele hiërarchieën hebben vervangen als het primaire organiserende principe in de samenleving. Castells stelt dus dat digitale communicatietechnologieën deze netwerken in staat stellen de politieke machtsdynamiek te herconfigureren, wat potentieel een negatieve invloed kan hebben op de politieke situatie.
Sociale media en publieke sferen
Sinds 2024 zijn hedendaagse sociale medianetwerken ongelijker dan hun vroegere versies. Op het snijvlak van sociale media en politiek versterken deze netwerken de invloed van grotere politieke entiteiten, waardoor machtsdynamieken worden versterkt. Deze voortdurende groei van sociale medianetwerken draagt bij aan de accumulatie van macht in de loop van de tijd door degenen die aanvankelijk geen controle hadden tijdens de vroege stadia van het internet, zoals regeringen in Zuidoost-Azië, inclusief autoritaire regimes. In de regio behoren de regeringen momenteel tot de sterkste knooppunten binnen de schaalloze netwerken van sociale media.
De democratisering door middel van toegenomen burgerparticipatie en de opkomst van genetwerkte sociale bewegingen is evenwel ook toegenomen. In de voortdurend evoluerende socialemedianetwerken blijven verschillende actoren, variërend van individuen en activisten tot politici en staten, naar digitale media grijpen en hervormen om hun agenda’s vooruit te helpen.
In Zuidoost-Azië hebben ook grassroots-activisme, met name de progressieve vleugel van de jeugd, de complexiteit van communicatieve kapitalistische platforms behendig genavigeerd en zo een ruimte gecreëerd voor productieve communicatie en betrokkenheid. Daarvoor verwijst Lim naar een tweede inspiratiebron: Jurgen Habermas en zijn concept van de publieke sfeer.
Lim erkent echter dat ongelijkheid in toegang de democratisering kan belemmeren door politieke betrokkenheid te creëren en ongelijkheden te beïnvloeden.
Daarom beweert Lim, ten tweede, dat sociale media het platformkapitalisme-model belichamen in plaats van de democratische publieke sfeer te bevorderen. Sociale media zijn het toonbeeld van het platformkapitalisme-model. Ze functioneren met een neiging tot marketingcultuur, waarbij gebruikers meer als consumenten dan als burgers worden behandeld. Politieke bezigheden op sociale media zijn dus verweven met communicatief kapitalisme, waarbij een algoritmische marketingcultuur voorrang heeft op maatschappelijk discours en betrokkenheid.
In recente wetenschappelijke discussies zijn alternatieve perspectieven naar voren gekomen die stellen dat de belofte van een digitale publieke sfeer is belemmerd door autocratische uitdagingen, waarbij sociale media zijn getransformeerd van een motor van protest naar een potentieel mechanisme voor autoritaire veerkracht. De Amerikaanse Trump-verkiezing en de Britse pro-Brexit-campagne worden als voorbeelden uitgewerkt.
Polarisatie en desinformatie
Zuidoost-Aziatische gevallen van grassroots-activisme laten zien dat activisten en burgers de macht hebben om de uitkomsten van hun socialemedia-activiteiten vorm te geven, terwijl ze hun posities ten opzichte van algoritmische en marketingpredisposities blijven onderhandelen. Daarom betoogt Lim dat in Zuidoost-Azië de opkomst van een algoritmische politiek, ingezet door politieke actoren met ondemocratische motieven, de belangrijkste factor is in het verdiepen van polarisatie en escalerende desinformatie, wat autocratiserende trends bevordert.
De politieke implicaties van socialemediaplatforms zijn multidimensionaal. Hoewel schaalloze netwerken bijdragen aan ongelijkheid en de consolidatie van macht, geeft het onderliggende platformkapitalismemodel prioriteit aan marketingcultuur boven een democratisch discours.
Opvallend is dat socialemediaplatforms aanvankelijk niet met democratische neigingen zijn bedacht. Ze opereren voornamelijk als gecommodificeerde sociale sferen, waar individuen informatie en ideeën consumeren, produceren en verspreiden die gericht zijn op persoonlijke en sociale bezigheden. De intrinsieke vooroordelen in algoritmische besluitvorming vergroten de uitdagingen en versterken de dominantie van de algoritmische marketingcultuur.
Hoewel socialemediaplatforms aanvankelijk met marketingintenties zijn ontworpen, betekent dit niet dat marketinglogica alle activiteiten op deze platforms beheerst. Ze bepalen niet vooraf de uitkomst van de acties van gebruikers. Gebruikers zijn niet louter passieve toeschouwers zonder enige zeggenschap. In plaats daarvan hebben gebruikers collectief het potentieel om de loop van gebeurtenissen op sociale media vorm te geven als actieve burgers in plaats van passieve agenten, terwijl ze tegelijkertijd onderhandelen over hun posities ten opzichte van algoritmische en marketingpredisposities.
Te midden van het evoluerende sociale medialandschap, gekenmerkt door algoritmische vooroordelen die neigen naar extreme inhoud, ontstaan er uitdagingen voor het maatschappelijk middenveld en burgeractivisme. Algoritmische marketingcultuur kan de afstemming op democratische en burgerlijke doelstellingen belemmeren. Sociale mediaplatforms hebben het potentieel om solidariteit te cultiveren, gedeelde emoties en een collectief gevoel van slachtofferschap te koesteren. Niettemin kunnen deze platforms, met de opkomst van een affectief binair raamwerk dat wordt gefaciliteerd door algoritmische dynamiek, worden gebruikt voor hyper-/ultranationalistische, antidemocratische en radicaal-rechtse politiek. Sociale media kunnen zowel progressieve als regressieve stemmen versterken, wat het belang onderstreept van het onderscheiden van het politieke collectivisme dat het de neiging heeft te vergroten.
Scherminteracties bezitten de dubbele capaciteit om mensen samen te brengen en verdeeldheid te creëren. Ze kunnen vormen van politieke betrokkenheid en collectief activisme vormgeven of potentieel polarisatie intensiveren wanneer gebruikers zich segregeren in uitsluitende algoritmische enclaves. Binnen deze enclaves kunnen meerdere vormen van tribaal nationalisme ontstaan, die mensen samenbrengen door uitsluitende solidariteit die hun privileges bevestigt terwijl de rechten van “de anderen” worden ontkend.
Critici karakteriseren deze periode als een tijdperk van desinformatie, informatiestoornissen of post-truth-politiek. Deze visie sluit aan bij de heersende perceptie dat digitale media autocratisch zijn geworden, waardoor sociale media zijn getransformeerd van een divers landschap van liberale vrijheden naar een verontrustend domein vol antidemocratische bedreigingen.
Degenen die zich bezighouden met algoritmische politiek benutten de algoritmische neiging tot extreme affectie binnen de algoritmische marketingcultuur. Ze profiteren van de binaire aard van politiek en verbeteren hun online zichtbaarheid niet alleen voor electorale winst, maar ook om hun macht en controle te bestendigen door burgers te segregeren in gepolariseerde algoritmische enclaves. In Zuidoost-Azië vormt de binaire dynamiek die wordt weerspiegeld in de electorale politiek, gecombineerd met de invloed van de algoritmische marketingcultuur, een aanzienlijke uitdaging voor gemeenschappen en individuen waarvan de posities verschillen van die van extreme binaire posities.
Naarmate algoritmische enclaves rond binaire posities prominenter worden, worden gebruikers van sociale media met afwijkende meningen steeds terughoudender om hun mening te uiten, wat een spiraal van stilte weerspiegelt (Noelle-Neumann, 1974), waarbij een terughoudendheid om politieke kwesties te bespreken ontstaat vanwege een hogere waargenomen onenigheid met sociale banden. De prevalentie van algoritmische politiek staat op het punt om te intensiveren, wat potentieel leidt tot meer desinformatie en diepere polarisatie.
Hoewel dit verhaal van technologisch pessimisme bepaalde cruciale aspecten vastlegt, schetst het een enigszins vereenvoudigd verhaal dat sociale media afschildert als een apart domein met bepaalde kenmerken die de echte politiek verergeren.
In tegenstelling tot de vroege utopische internetwetenschappers, zien voorstanders van dit perspectief platforms niet als hulpmiddelen voor democratie. In plaats daarvan erkennen wetenschappers de dubbele aard van technologie, die zowel democratisering als autocratisering kan ondersteunen. Lim erkent dit potentieel voor zowel democratische als ondemocratische praktijken die worden gefaciliteerd door digitale platforms.
Empirische cases uit diverse Zuidoost-Aziatische contexten onthullen een historisch patroon waarbij socialemediaplatforms en hun voorgangers, zoals het statische internet, werden gebruikt door diverse actoren uit de samenleving, waaronder extremistische en gewelddadige groepen, die progressieve versus regressieve belangen nastreefden.
Platformkapitalisme en marketingcultuur
De kern van platformkapitalisme ligt in het verwerven en geldelijker maken van gebruikersgegevens. Deze platforms verzamelen uitgebreide informatie over gebruikersgedrag, voorkeuren en interacties en gebruiken gegevens voor gerichte advertenties om inkomsten te genereren.
Bovendien gedijt platformkapitalisme op netwerkeffecten, waarbij de waarde van een platform toeneemt met meer gebruikers, waardoor een zichzelf versterkende cyclus ontstaat. Het uiteindelijke doel van platformkapitalisten is om de dominantie in verschillende markten voortdurend te vergroten, waardoor wereldwijde connectiviteit een dwingende doelstelling wordt. Om de prestaties te maximaliseren, zijn automatisering en algoritmische besluitvorming geïntegreerd in platformkapitalisme, wat invloed heeft op de aanbeveling van inhoud, gebruikerstargeting en de algehele functionaliteit van het platform.
Volgens Lim draait het fundamentele ontwerpprincipe van algoritmen voor sociale media primair om het genereren van inkomsten via gerichte advertenties. Een dergelijk principe sluit aan bij het inherente platformkapitalismemodel van socialemediaplatforms, dat zich houdt aan de principes van de marketingcultuur.
Daarom introduceert ze de term ‘algoritme ic marketingcultuur’ als een conceptueel raamwerk om de onderlinge wisselwerking tussen algoritmische operaties en marketingprincipes te verduidelijken die op gezaghebbende wijze de circulatie, zichtbaarheid en populariteit van content onder gebruikers van sociale media vormgeven. De kern ervan is branding, dat de symbolische waarde en psychologische representatie van een product omvat, waarbij het bereiken van viraliteit het ultieme marketingdoel is. Hier maken algoritmen geen onderscheid meer tussen inhoud die wordt geproduceerd en verspreid door commerciële merken en gewone gebruikers.
Algoritmische politiek omvat dus een reeks politieke manoeuvres die bestaande algoritmische vooroordelen benutten om het publiek te beïnvloeden. In Zuidoost-Azië wordt dit dominant wanneer politieke actoren algoritmen gebruiken om de beslissingen van burgers te beïnvloeden tijdens verkiezingen en alledaagse politieke zaken. Daarom betoogt Lim dat het gebruik van algoritmische politiek door politieke actoren een essentiële rol speelt bij het ondermijnen van de democratie en bijdraagt aan de autocratiseringstrend in de regio.
Structuur
Lim heeft haar boek keurig gestructureerd op basis van 6 hoofdstukken of secties.
Sectie 1 vertrekt van een overzicht van bestaande debatten en literatuur, en presenteert het analytische raamwerk dat geworteld is in de drie belangrijke domeinen: netwerksamenleving en democratie, sociale media en publieke sferen, en recente zorgen over polarisatie en desinformatie.
Sectie 2 duikt in de staat van sociale media in de regio, en biedt een sociaal-politieke en technologische achtergrond voor de analyse. Het plaatst de nexus van sociale media en politiek in drie contextuele factoren: de opkomst van Zuidoost-Azië als de sociale mediamarktplaats, de verwevenheid van politiek in sociale en persoonlijke sferen, en de toegenomen controle en autocratische tendensen van overheden.
Sectie 3 biedt een panoramisch beeld van sociale media en politiek in Zuidoost-Azië. Door elk land te onderzoeken, biedt het een regionaal overzicht van verschillende benaderingen en niveaus van digitale vrijheid en controle van staten, en beschrijft het de inzet van de platforms voor mobilisatie, activisme, campagnes en verspreiding van desinformatie.
Sectie 4 onderzoekt hoe activisten en burgers in Zuidoost-Azië profiteren van de mogelijkheden van sociale media, bijdragen aan een toegenomen grassroots-activisme, inzichten presenteren uit diverse landencases en de binaire en affectieve aard van activisme bespreken.
Sectie 5 onderzoekt empirisch en analytisch de rol van socialemediaplatforms in politieke communicatie, campagnes en electorale politiek. Het bespreekt het gebruik van algoritmische politiek voor het manipuleren van het publiek, het verspreiden van desinformatie en het verdiepen van polarisatie.
Sectie 6 biedt een reflectieve samenvatting van de uitgebreide analyse die in dit boek wordt besproken. Het vat de belangrijkste bevindingen en inzichten samen die zijn afgeleid van het verkennen van de ingewikkelde relatie tussen sociale media en politiek in Zuidoost-Azië.
Dus
Inzichten uit Zuidoost-Azië benadrukken de cruciale rol van sociale media in campagnes en onthullen een consistent patroon van toegenomen verdeeldheid, polarisatie en een prevalentie van desinformatie. Dit patroon komt voort uit en correleert met drie primaire factoren: (1) de sociaal-technische gevolgen van sociale media en hun algoritme; (2) het is gegrond in de binaire politiek van de regio’s; en (3) het wordt aanzienlijk beïnvloed door politieke actoren die het publiek manipuleren via algoritmische politiek.
De effecten van polarisatie en desinformatie komen sociaal-technisch voort uit de algoritmische marketingcultuur, een dialectische wisselwerking tussen algoritmische operaties en marketingprincipes, dus: voornamelijk branding.
In deze cultuur hangen de zichtbaarheid en populariteit van de inhoud af van de merkprestaties. Deze dynamiek strekt zich uit tot electorale politiek en onthult dat politieke content wordt onderzocht door de lens van een algoritmische marketingcultuur, waarbij emotioneel geladen inhoud – zoals die geproduceerd binnen de populistische stijl – de voorkeur krijgt boven informatieve politieke berichten.
Bovendien voegt de escalatie van algoritmische politiek in de electorale politiek brandstof toe aan de mix, gekenmerkt door de professionalisering van campagnes, financiële steun, de adoptie van dubbele formele en geheime strategieën en de opname van betaalde campagnenetwerken, met negatieve campagnevoering en algoritmische white-branding als dominante strategieën.
Onlangs is, naast een aanzienlijke toename van de uitgaven voor sociale media-advertenties, de betrokkenheid van consultants voor sociale media-campagnes, die mogelijk geavanceerde technologieën zoals kunstmatige intelligentie gebruiken, toegenomen.
Dilemma?
In de tumultueuze arena van de politiek in Zuidoost-Azië, komen sociale media naar voren als een formidabele functie voor politieke actoren, verkiezingscampagnes met een krachtige mix van verdeeldheid, polarisatie en desinformatie. Naarmate de verkiezingen zich ontvouwen, staat algoritmische politiek centraal, met professionele campagnes, substantiële financiële back-ups en de geheime manoeuvres van betaalde netwerken. Deze georkestreerde productie gaat gepaard met een opvallende toename van de uitgaven aan sociale media-advertenties, waarbij consultants vaardigheden en hulpmiddelen gebruiken om het verhaal te manipuleren, met name door de inzet van negatieve en positieve desinformatiestrategieën.
In Zuidoost-Azië hebben burgers, activisten en oppositionele figuren de mogelijkheden van platforms gebruikt om netwerken op te bouwen, informatie te verspreiden, te organiseren en massa’s te mobiliseren om bestaande machtsstructuren uit te dagen. Het is echter essentieel om te erkennen dat technologische systemen, zoals belichaamd in socialemediaplatforms, niet inherent een domein kunnen oproepen dat bevorderlijk is voor de bloei van progressieve democratisering waar dergelijke omstandigheden nog niet bestaan. Belangrijker nog, op zichzelf kunnen deze systemen geen hervormingen teweegbrengen in autoritaire regimes die resistent zijn tegen verandering, met name die welke bedreven zijn in het gebruiken van dezelfde platforms voor autocratische en repressieve doeleinden.
Omgekeerd missen deze technologische systemen ook de capaciteit om het politieke landschap automatisch richting autoritarisme te verschuiven als een tegenkracht, zowel institutioneel als grassroots, weerstand biedt en blijft bestaan.
Lessen uit de recente geschiedenis laten zien dat deze weerstand kan voortkomen uit oppositionele krachten en/of de progressieve digitale jeugd. Voor Zuidoost-Azië ligt de hoop niet in de hypothetische algoritmen van toekomstige technologische platforms, maar in de handen van degenen die elk hulpmiddel, inclusief technologische en digitale platforms, behendig gebruiken om de dreigende hegemonie te weerstaan. “In de dans tussen technologie en politiek kan de cadans van verandering zich openbaren. Hoewel de schaduwen die de democratie bedreigen opdoemen, kan de onwrikbare collectieve strijd voor rechtvaardigheid voortduren” (p. 81).
Referentie:
Merlyna Lim, Social Media and Politics in Southeast Asia, Cambridge Elements, Cambridge University Press, December 2024, 96 pp.
ISBN 978-1-108-71934-6
DOI: 10.1017/9781108750745