De verkiezingen van deze zondag in Slovenië, lidstaat van EU, 2 miljoen inwoners, draaien om premier Janez Jansa. Die voert al twee jaar een beleid dat sterk aan dat van de Hongaarse buurman Viktor Orban doet denken. Jansa heeft vooral concurrentie van een nieuwe beweging, Svoboda (Vrijheid) die meestal omschreven wordt als centrumlinks, ecologisch, pro-EU.
Jansa werkte zich in het nieuws door zijn aanvallen op de media die volgens hem voor 80% in handen van links zijn, en door zijn vetes met justitie. Zijn “Sloveense Democratische Partij”, lid van de EVP, moet het vooral hebben van het platteland. Jansa haalde even het wereldnieuws toen hij op 3 november 2020 Donald Trump gelukwenste met diens “herverkiezing”. Hij bleef nadien, zoals Trump, volhouden dat Joe Biden de zege had gestolen.
‘Vrijheid’
Vrijheid, opgericht en geleid door ingenieur Robert Golob, staat sterk in hoofdstad Ljubljana. Volgens peilingen zou deze groep op minstens een kwart van de stemmen kunnen rekenen, evenveel als Jansa’s partij. Om Jansa van de macht te houden zou een coalitie nodig zijn met onder meer de sociaaldemocraten, ca 10 % volgens peilingen, een liberale lijst (5%) en/of Levica (Links) 6 %. Er is ook nog het christendemocratische Nieuw Slovenië, 7%.
Jansa trok onlangs samen met zijn Poolse en Tsjechische collega’s naar Kiev om zijn steun te betuigen aan het door Rusland aangevallen Oekraïne. Inzake die oorlog zit hij op een andere lijn dan Orban die eerder op goede voet staat met Moskou en afstand neemt van Kiev.
Jansa kon in de campagne rekenen op de steun van de EVP. Manfred Weber, voorzitter van de EVP-fractie in het EU-parlement, is naar Slovenië geweest om Jansa te ondersteunen.