De regering Sharon kiest eens te meer voor de politiek van escalatie en van grenzeloos misprijzen voor het internationaal recht en de elementaire regels van het oorlogsrecht. De moord op Hamas-leider sjeik Ahmed Yassin, de zoveelste ‘liquidatie’ van een Palestijnse leider, zal ongetwijfeld heftige reacties oproepen aan Palestijnse zijde. En dat zal dan door de extreemrechtse regering Sharon aangegrepen worden om met nog meer militaire terreur uit te pakken, waarvan Palestijnen en Israëli’s het slachtoffer zullen worden. De Israëlische vredesorganisatie Gush Shalom noemde de moord op de Hamas-leider "erger dan een misdaad en een daad van stupiditeit". Terecht stelt deze beweging vast dat "het lot van Israël in handen is van een groep van mensen met primitieve en achterlijke opvattingen".
Sjeik Yassin was het symbool van een verzetspolitiek waarbij blind geweld op gewone burgers niet wordt geschuwd. Sharon, die beweert het terrorisme te bestrijden, maakt gebruik van hetzelfde wapen maar dan vanuit een positie van militair overwicht. Politieke liquidaties, het doden van burgers, het opsluiten van Palestijnen zonder vorm van proces, de grootschalige vernietiging van Palestijnse huizen en landbouwgronden, de bouw van de muur van de schande… het zijn allemaal symptomen, die er op wijzen dat Sharon van Israël een ‘schurkenstaat’ heeft gemaakt. De cijfers spreken voor zich.
De Palestine Monitor, een gezaghebbend informatiekanaal van Palestijnse NGO’s, heeft berekend dat er al 327 mensen buitenrechterlijk zijn geëxecuteerd. Ongeveer de helft van de slachtoffers zijn onschuldige omstanders onder wie 37 kinderen en 25 vrouwen. Buitenrechterlijke executies vormen een zware overtreding van de vierde Conventie van Genève (art 70). De Conferentie van de Vierde Conventie van Genève heeft reeds in december 2001 een verklaring uitgegeven waarin Israël wordt veroordeeld voor "indiscriminatoir en disproportioneel gebruik van geweld" en heeft Israël opgeroepen het internationaal humanitair recht te respecteren. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties roept Israël jaar na jaar op om de jurisdictie van de Genève-conventies te laten gelden in de bezette gebieden, iets wat Tel Aviv tot nu toe weigert.
De voor onze media minder zichtbare Israëlische bezettingsterreur heeft al 541 kinderen (17 jaar of jonger) mee de dood in gesleurd. Dat de regering Sharon kiest voor de toename van het geweld blijkt ook uit het feit dat er sinds 1 maart 75 Palestijnen zijn gedood door het Israëlische leger. Sinds het begin van de Intifada zijn er 2.936 Palestijnen gedood, wat neerkomt op een gemiddelde van bijna 3 er per dag. Daartegenover staan dan nog eens 834 doden aan Israëlische kant.
De politiek van Premier Sharon zal deze gruwelijke cijfers ongetwijfeld verder de hoogte injagen. Hij heeft het conflict met de Palestijnen nodig om zijn in 1992 gepubliceerd plan – de annexatie van meer dan de helft van de Palestijnse gebieden – uit te voeren. Hoe meer geweld, hoe meer argumenten om de bouw van de muur in Palestijns gebied verder te kunnen zetten en grote delen ervan in te palmen. Dat project stoot immers op toenemende internationale kritiek. Sharon moet dus bewijzen dat de muur ‘noodzakelijk’ is voor de veiligheid van Israël. Daarbij zijn alle middelen goed. Elke kritiek op deze Israëlische terreurpolitiek wordt dan in één adem afgedaan als antisemitisme, wat een gemakkelijke en perverse strategie is.
Het kan niet genoeg worden herhaald: de Israëlische weigering om de VN-resoluties uit te voeren zorgt voor een blijvende escalatie van het geweld, met burgerslachtoffers aan beide zijden. Vrede is onmogelijk zonder een stopzetting van de wurgende bezetting en een rechtvaardige oplossing voor de miljoenen Palestijnse vluchtelingen. De Europese Unie blijft ontgoochelen door haar weinig kordaat optreden. In plaats van de regering Sharon onder druk te zetten blijven wij in Europa Israël belonen met een voordelige markttoegang via het associatieakkoord, met lucratieve wetenschappelijke samenwerking en met gezellige onderonsjes zoals Eurosong of allerlei sportmanifestaties.
Ook de Belgische regering is gezwicht. Onze minister van Buitenlands Zaken, Louis Michel, heeft vorige maand met zijn Israëlische collega afgesproken om de betrekkingen tussen beide landen nieuw leven in te blazen. De minister ging zelfs zover om zich achter het Israëlische standpunt te scharen dat de tussenkomst van het Internationaal Hof over de bouw van de Apartheidsmuur een louter politieke aangelegenheid is. De muur is een ernstige schending van de mensenrechten die een heel volk opsluit, de Palestijnse boeren isoleert van grond en water en de hele Palestijnse samenleving economisch wurgt. Voor de bouw ervan zijn talloze huizen vernietigd, olijfbomen ontworteld, grond geroofd. Het is een schande dat onze regering en de EU hierbij op hun handen blijven zitten.
Namens het Actieplatform Palestina,
Annuschka Vandewalle (voorzitster)en Ludo De Brabander (stafmedewerker vzw Vrede)
(het Actieplatform Palestina is een samenwerkingsverband tussen 11.11.11 – Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging, ACW, Artsen voor vrede, Broederlijk Delen, Christenen voor het Socialisme, CODIP, FOS-Socialistische Solidariteit, Intal, Oxfam Solidariteit, Oxfam Wereldwinkels, Pax Christi Vlaanderen, Protos, Socialisme Zonder Grenzen, Vlaams Internationaal Centrum, Vlaams Palestina Komitee, Vrede vzw)
(Uitpers, nr. 52, 5de jg., april 2004)