Eind juni groeide er weer een sprankeltje hoop in het Midden-Oosten. De Palestijnse bewegingen Hamas, Islamitische Jihad en Al-Fatah besloten een voorwaardelijk bestand in acht te nemen. Aan Israëlische kant waren er troepenterugtrekkingen en ontruimingen van kolonies. Dat dit gebeurt is het gevolg van Amerikaanse druk op Sharon – en zal maar duren zolang president George Bush die druk kan volhouden.
Zeer tegen zijn zin heeft de Israëlische premier Ariel Sharon de zgn. "road map" van de Verenigde Staten, Rusland, de Europese Unie en de Verenigde Naties aanvaard, zij het wel met veertien bedenkingen, waarmee Washington wil rekening houden. Israël kan zijn "broodheer" nu eenmaal niet publiekelijk hard voor het hoofd stoten nu Bush, na de verovering van Irak, zich duidelijk heeft geëngageerd in een poging binnen een paar jaar vrede te stichten in het Midden-Oosten. Te beginnen met een "voorlopige" Palestijnse staat nog dit jaar.
Bush is persoonlijk voor het plan gaan pleiten bij een aantal Arabische leiders in het Egyptische Sjarm-el-Sjeik op 3 juni en een dag later op een top in het Jordaanse Akaba met Sharon en de Palestijnse premier Mahmoed Abbas. Sedertdien is minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell al een paar keer naar het gebied gestuurd en eind juni was het de beurt aan zijn veiligheidsadviseur, Condoleezza Rice om met Palestijnen en Israëli’s te gaan praten.
Niet zonder reden werden die Amerikaanse zwaargewichten op pad gestuurd, want Bush dacht een akkoord te hebben met Sharon dat deze laatste zou stoppen met het vermoorden van Palestijnen, die actief zijn in het verzet tegen de Israëlische bezetter. Maar de tekst hierover was zo dubbelzinnig dat Sharon gewoon voortdeed: op 10 juni probeerde hij Abd al-Aziz al-Rantisi, één van de belangrijkste Hamas-leiders, om het leven te brengen. Met de onvermijdelijke Palestijnse tegenacties als gevolg. Bush stak niet onder stoelen of banken dat hij "diep verontrust" was door de aanslag op Rantisi. Sharon moest opnieuw beloven dat hij een einde zou maken aan zijn moordpolitiek.
Sharon en zijn regering hebben al herhaaldelijk gezegd niet geïnteresseerd te zijn in een bestand van Hamas, Islamitische Jihad en Fatah. Al een jaar geleden kon Sharon zo’n bestand krijgen op ongeveer dezelfde voorwaarden: een einde aan de moordpolitiek, aan de blinde repressie van de Palestijnen en de vrijlating van de Palestijnse gevangenen. Sharon blies die poging tot pacificatie op door enkele Palestijnen uit de weg te laten ruimen. Voor hem volstaat een bestand niet: het verzet moet gewoon worden uitgeroeid – door premier Mahmoed Abbas en zoniet door het Israëlische leger.
Bush heeft zich dit keer niet laten doen. Sharon moest inbinden. Aan de vooravond van de top in Akaba zei Bush in Sjarm-el-Sjeik ook dat Israël tot substantiële terugtrekkingen uit de Westelijke Jordaanoever zou moeten overgaan en door kolonies op de ruimen er zou moeten voor zorgen dat er een samenhangend Palestijnse gebied zou ontstaan.
Wat dat laatste betreft heeft Sharon nog niet veel gedaan. Hij liet een tiental onder de Israëlische wet illegale buitenposten ontmantelen, waarvan er slechts één permanent bewoond was door een tiental kolonisten. Maar die laatste keerden de volgende dag al terug zonder dat het leger tussenbeide kwamen. En de opgeruimde caravans van de "weekendkolonies" werden gewoonweg elders opgesteld. Op een kabinetsraad zei Sharon dat, in strijd met de "road map", de kolonisatie gewoon voort kon gaan maar dat er wel voor moest worden gezorgd dat er geen publiciteit rond werd gemaakt.
Het vredesenthousiasme is er duidelijk niet. Eind mei zei Sharon weliswaar dat het tijd was om een einde te maken aan de "bezetting". Het was de eerste keer dat hij dit woord publiekelijk uitsprak – maar hij heeft het sedertdien niet meer herhaald. Sharon is de man die de Israëli’s eerder had opgeroepen massaal tot wilde kolonisatie over te gaan en alle heuveltoppen op de Westelijke Jordaanoever te gaan bezetten. Hij is niet voor niets de leider van de uiterst-rechts Likoedpartij, die de idee van een "Groot-Israël" hoog in haar vaandel draagt. De moorden op Palestijnen van de laatste paar maanden waren duidelijk bedoeld om de "road map" op te blazen, omdat ze als reactie onvermijdelijk tot Palestijnse zelfmoordaanslagen in Israël zouden leiden.
President Bush heeft zijn nek inmiddels ver uitgestoken. In tegenstelling tot zijn vader die in 1991, na de eerste Amerikaanse oorlog tegen Irak, de Arabieren probeerde te lijmen met een vredesconferentie in Madrid, die op niets uitliep, lijkt Bush jr. zijn zelf opgelegde taak van vredesstichter ernstiger op te nemen dan de meeste waarnemers ooit hadden durven dromen. Het wordt hem uiteraard niet in dank afgenomen. Niet in Israël – maar de Israëli’s moeten zwijgen omwille van de 3 miljard dollar Amerikaanse steun die jaarlijks binnenkomt – en ook niet in de VS zelf. Daar levert de pro-Israëlische lobby kritiek op het vredesinitiatief. Ook in het Amerikaanse Congres laten Democratische en Republikeinse zwaargewichten hun stem horen tegen de plannen van Bush.
Totnogtoe heeft die kritiek Bush onbewogen gelaten. Maar dat kan snel veranderen.Volgend jaar zijn er presidentsverkiezingen in de VS, waarin Bush zal proberen een tweede ambtstermijn te krijgen. De vraag is of hij zijn achterban van pro-Israëlische christelijke fundamendalisten en neoconservatieven dan nog kan blijven voor het hoofd stoten en de "joodse stem" kan blijven negeren.
Het is duidelijk de tactiek van premier Sharon dit jaar door te geraken zonder al te veel te moeten doen, zonder te moeten leven met een "voorlopige" Palestijnse staat. Men mag zich eraan verwachten dat hij toch nog moorden zal bevelen om het klimaat te verzieken en Palestijnse reacties uit te lokken; dat hij de wilde kolonisatie niet veel in de weg zal leggen en elke onderhandeling met de Palestijnen tot het uiterste zal rekken. Ten slotte is er ook nog altijd de mogelijkheid dat de regering "valt" en er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven om Bush een hak te zetten.
Het is de vraag hoe lang Bush weerstand zal bieden tegen alle sabotagetechnieken en bereid zal zijn druk op Israël te blijven uitoefenen. Van het moment dat die wegvalt kan de "road map" in de archieven worden opgeborgen als het zoveelste mislukte plan vrede te stichten in het Midden-Oosten.
(Uitpers, nr. 44, 4de jg., juli-augustus 2003)