Sharon is van Oost-Europese origine, zoals de meeste Israëlische leiders. Zijn oorspronkelijke naam was Scheinermann, later verhebreeuwst tot Sharon. Hij werd in 1928 geboren in het toenmalige Palestina in de kolonie Kafr Malal, die werd opgericht op grond van het Palestijnse dorp Tabsur. Kafr Malal, “Dorp Malal” is een leterwoord: M L L staan voor de initialen van Litouwse auteur en zionistenleider Moshe Leib Lilienblum, naar wie de kolonie werd genoemd.
Tijdens de oorlog van 1948 vocht hij mee in de slag om Latrun, waardoor Israël de controle verwierf over West-Jeruzalem.
Ariël Sharon heeft een lange reeks moordpartijen op zijn geweten. In 1953, hij is dan pas 25, sticht hij commando 101. Dat is dan een nieuwe afdeling van het Israëlische leger die vergeldingsacties uitvoert tegen grensdorpen die men ervan verdenkt Palestijnse verzetsstrijders te verbergen. Een van zijn heldendaden toen is het opblazen van 42 huizen in het dorp Qibiya, vaak met de inwoners erin. 69 mensen worden toen vermoord, overwegend vrouwen en kinderen.
In 1956 valt Israël samen met Frankrijk en Groot-Brittannië het Egypte van de nationalist Nasser binnen, nadat die het Suez-kanaal heeft genationaliseerd en de Britse troepen naar huis heeft gestuurd. Sharon is dan als commandant van een eenheid paracommando’s mee verantwoordelijk voor de standrechtelijke executie van 273 Egyptische krijgsgevangenen, onder wie ook Soedanese wegenwerkers.
Tussen 1969 en 1971 is Sharon hoofd van het South Commando en in Gaza laat hij 2.000 huizen bulldozeren, soms met de inwoners erin. Als represaille tegen het verzet, en om plaats te maken voor joodse kolonisten. Het is van toen dat zijn bijnaam ‘De Bulldozer’ dateert.
In 1976 richt Sharon als minister van Landbouw bij het Israëlische leger de Green Patrol op. Hij wil de Palestijnse bedoeïenen wegpesten van hun landerijen in de Negeb en ze zo concentreren in een getto ten noordoosten van Bersheba. De Green Patrol bulldozert ‘illegale’ huizen, slacht ‘illegaal’ vee af en sproeit vanuit de lucht insecticiden op de velden, vaak terwijl de mensen er nog op werken. Een praktijk die nu nog vaak wordt toegepast.
In 1981 is hij minister van Defensie. Hij reist naar het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime om de militaire samenwerking tussen de twee landen nog nauwer aan te halen. Samen produceren Israël en Zuid-Afrika lange afstandsraketten en, volgens de krant Haaretzt ook een neutronenbom.
In 1982 stuurt Sharon het leger Libanon in, om er de PLO (de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie, die verschillende verzetsorganisaties verenigde) te vernietigen. Het opzet lukt niet, maar Yasser Arafat en zijn PLO moeten Libanon wel verlaten. De Palestijnse vluchtelingen blijven in hun kampen zonder bescherming. De Falangisten, een fascistische militie die getraind wordt door Israël, doodt in de vluchtelingenkampen Sabra en Chatilla (Beiroet), volgens het Rode Kruis, 2.750 mensen. Het Israëlische leger had de kampen omsingeld zodat de mensen niet konden wegvluchten.
Een officiële Israëlische onderzoekscommissie, Kahan, legde later de morele verantwoordelijkheid voor de slachting bij Sharon. Hij moest ontslag nemen als minister van Defensie.
Van 1990 tot 1992 is hij minister van Huisvesting. Na de val van de Muur komen honderdduizenden Oost-Europese Joden zich in Israël vestigen. Voor Sharon dé kans om de kolonisatie van Gaza en de Westelijke Jordaanoever op te voeren, hij biedt hen massaal woongelegenheid in die Bezette Gebieden.
In september 2000 maakt hij zijn provocatorische wandeling aan de Al-Aqsamoskee op het Haram al Sharif in Oost-Jeruzalem. Hiermee ontketent hij de Tweede Intifada, de Palestijnse volksopstand. In februari 2001 wordt hij eerste minister, een jaar later valt hij de Palestijnse steden op de Westelijke Jordaanoever binnen en vernietigt er massaal rioleringen, wegen, gebouwen, enz. In het vluchtelingenkamp van Jenin voeren de Palestijnen heldhaftig weerstand. Tientallen Palestijnen worden er gedood maar Sharon weigert elke onderzoekscommissie.
Sharon, de enige buitenlander die er ooit in slaagde om een Belgische wet te veranderen.
In 2001 dienen 31 Palestijnse overlevenden van Sabra en Shatilla in Brussel een klacht in tegen hem op basis van de Belgische genocidewet.
Zij vonden het schokkend dat een oorlogsmisdadiger premier kon worden en ze zochten een middel om dat te verhinderen. Ze zagen een kans in de Belgische genocidewet, omdat die een Belgische rechter bevoegdheid geeft om alle misdaden tegen de mensheid overal ter wereld te behandelen. Na twee zittingen voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling en een voor de slachtoffers gunstige uitspraak van het Hof van Cassatie, panikeerden de Israëli’s.
Sheck, het hoofd van de Europa desk in het Israëlische Ministerie van Buitenlandse zaken kwam speciaal naar Brussel om het proces te volgen. In de krant Haaretz zal hij later verklaren: “Juridisch konden we het niet halen, dus hebben we het maar politiek gespeeld“. De Israëli’s, samen met de Amerikanen hebben toen zo’n druk op de regering-Verhofstadt gezet dat die binnen de korste keren de genocidewet liet aanpassen. Omdat de Groenen en de Socialisten daar niet zo happig op waren, deed ze een beroep op de oppostie en de wet werd veranderd dankzij de stemmen van de christen-democraten en van de fascisten van het Vlaams Blok.
De man wordt nu afgeschilderd als een vredesduif. Maar hij heeft het Vredesproces opgeblazen. De Oslo-akkoorden heeft hij nooit erkend en het Stappenplan heeft hij vervangen door een strikt unilaterale politiek in het belang van de zionistische staat, volgens het oude motto: Zoveel mogelijk grond, met zo weinig mogelijk Palestijnen. Hij ontruimde dan wel Gaza, maar dat blijft meer dan ooit een grote gevangenis, met twee “fences” errond en een derde in opbouw. Voor de 1.300.000 Palestijnen die er leven zijn er vier uitgangen met de buitenwereld. Eén enkele is nu overgedragen aan de Palestijnen: die van Rafah aan de grens met Egypte waarlangs alleen personen mogen passeren. De andere drie (Kerem Shalom, Karni en Erez) blijven volledig onder controle van Israël die alle in- en uitvoer exclusief controleert. Dagelijks wordt Gaza nog gebombardeerd.
Intussen versterkt Sharon de kolonisatie op in de Westelijke Jordaanoever alsook in Israël zelf, in de Negeb-woestijn en in Arabisch Galilea. Hij wil de volledige scheiding met de Palestijnen. De muur wordt de nieuwe grens: de Palestijnen wil hij opsluiten in een soort getto’s. Vanaf 2008 wil hij geen Palestijnen meer die in Israël gaan werken. Hij houdt de Palestijnen dus in een wurggreep. Hij wil ze onder elkaar zien vechten, daarom drong hij er bij elke gelegenheid bij de Palestijnse autoriteit op aan het terrorisme, dit wil zeggen de verzetsgroepen te ontmantelen. Tot daar zijn bijdrage aan het ‘vredesproces’.
De Corruptie in persoon
De man is een van de meest corrupte politici van Israël: hij was betrokken bij minstens acht grote financiële schandalen, en de Ranch waar hij zijn laatste beroerte kreeg werd betaald door twee Amerikaanse miljardairs, ‘uit sympathie’.
Het hoofd van het Israëlische Rekenhof formuleerde het zo: “Als Sharon een gewone burger zou zijn zou hij binnen de drie dagen in staat van beschuldiging worden gesteld wegens fraude.” Een overzichtje.
Zijn Sycamore Ranch, net buiten het stadje Sderot (officieel in de Negeb-woestijn, maar het is savannegebied waar de Palestijnse Tarabin bedoeienen vroeger massaal gierst verbouwden) heeft een oppervlakte van 50 ha. Ze is een kado van twee Amerikaanse miljardairs: Sam Wachs en M. Riklis. Volgens het Israëlische landdepartement (ILA) is slechts een deel van de oppervlakte gekocht, de rest er illegaal bij opgenomen. In 1994 kwam ook nog aan het licht dat hij er illegale Thaise gastarbeiders tewerk stelde. De Ranch is eigenlijk een commercieel landbouwbedrijf;
In zijn geboortedorp Kfar Malal bezit hij 5 are landbouwgrond. In 1996 liet hij die grond omvormen tot industriegrond, zodat hij meer opbracht. In dat zelfde dorp zorgde hij ervoor dat de bevriende familie Malmud voor een onteigening 100.000 $ meer kreeg uitbetaald dan de officiële waarde van de grond.
Het Griekse Eiland-schandaal.
Een van de financiers van Sharon’s partij, de multimiljonair Dudi Appel wou een eiland kopen voor Athene om er een reuzachtig toeristisch project op te bouwen. Sharon die toen minister van Buitenlandse Zaken was, zorgde ervoor dat Appel de nodige toestemmingen kreeg van de Griekse regering. In ruil voor bewezen diensten trekt Sharons jongste zoon, Gilad een ‘adviseurs’wedde van 20.000$ per maand en het Sycamore Ranch-bedrijf kreeg nog eens 3 miljoen dollar bovenop. Een fraude klacht hiertegen is ondertussen “onontvankelijk” verklaard.
Het Ginaton-schandaal.
Voor wat hoort wat dacht Dudi Appel. In Ginaton, bij de stad Lydda kocht hij landbouwgrond. Met de hulp van Sharon werd die herklasseerd als bouwgrond. Appel bouwde er meer dan duizend huizen op, met enorme winst. Ook hier werd klacht tegen ingediend, en ook die klacht werd verticaal geklasseerd.
Iran-Contragate-Nimrodi
Een van de spilfiguren in het Iran-Contragate schandaal was de miljardair Yakov Nimrodi, voorheen militair en spion, want oprichter van de Inlichtingsdienst van het Leger. Hij was ooit ambassadeur in Teheran en een goede vriend van de Shah. Hij is ook een goede vriend van Sharon. In 2002 intervenieerde Sharon persoonlijk bij het Israëlisch gerecht in zijn voordeel. Zijn zonen Gilad en Omri Sharon zijn dan ook zakenpartners van de man. Nimrodi was ook betrokken bij een verduistering van 7,5 miljoen dollar ten nadele van de Bank Leumi. Zijn advocaat die hem in deze zaak verdedigde was Ehud Olmert, nu de gedoodverfde opvolger van Sharon. Olmert hield er 400.000 dollar honorarium aan over.
Illegale verkiezingsfondsen.
Sharons oudste zoon Omri is dé vertrouwensfiguur van zijn vader. Hij kan carrières maken en breken. Omri Sharon liet Simon Katznelson benoemen tot directeur van de Nationale Loterij (die net zoals de Belgische over nogal wat geld beschikt), als beloning voor bewezen diensten tijdens de verkiezingscampagne.
Voor de financiering van die campagne kon Sharon rekenen op de gulle hand van de familie Ofer, die één vierde van de Israel Oil Refineries bezit. Toen in 2002 de regering voorstelde om het monopolie van die raffinaderij te breken, zorgde Sharon ervoor dat dit niet gebeurde.
Gilad Sharon speelde tussenpersoon toen de zakenman Cyril Kern massaal geld pompte in Sharon’s verkiezingcampagne. Hier is het onderzoek nog hangende, maar boekt geen vooruitgang. Gilad is gedomicilieerd in de Sycamore Ranch en die geniet immuniteit door de positie van zijn vader.
Russisch Gas.
Sharon was behulpzaam bij gascontracten tussen Rusland en twee Israëlische industriëlen: Yanush Ben-Gal en Vladimir Gusinsky (Sharon ging speciaal voor hen en op hun kosten, in 1997 naar Rusland) .
Het Jericho Casino.
Het casino, dat open ging in 1998, maar in 2000 weer moest sluiten, wegens de politieke situatie op de Westbank, was een joint-venture tussen de Palestijnse Autoriteit en de Weense zakenman Martin Schlaff. Maar ook hier pikte Sharon zijn graantje mee via zijn zoon Omri en zijn advocaat en boezemvriend Dov Weisglass. Toen het Casino definitief moest sluiten trokken zij ook hun deel van de sluitingspremie die uitgekeerd werd door de Regering Sharon.
(Uitpers, nr. 72, 7de jg., februari 2006)
Bronnen:
De officiële biografie van Sharon, met daarbij Palestijnse commentaar, kan je vinden op :
http//electronicintifada.net/forreference/keyfigures/Sharon . Zij gaat maar tot 2001.
Een kritische biografie op : www.mideastweb.org/bio-sharon
Het overzichtje van de financiële schandalen is gebaseerd op het overzicht van The Institute for the Study of Corruption in Israel, Jerusalem op www.masada2000.org/Corruption