INTERNATIONALE POLITIEK

Servië, Georgië, Oekraïne

Oekraïne na de verkiezingen. Er zijn de slechten, uittredend president Leonid Koetsjma en zijn premier Viktor Janoekovitsj als corrupte fraudeurs. En er is de goede, democraat en hervormer Viktor Joesjtsjenko. De landen van de Europese Unie en de Verenigde Staten steunen de goede, Rusland steunt de slechteriken. Zijn de slechteriken inderdaad zo slecht? In grote lijnen wel. Zijn de goede zielen wel zo integer? En wat doen enkele Amerikaanse “stichtingen” in Kiev?

Na zijn afzetting als president van Georgië eind 2003, zou Edward Sjevardnadze de Oekraïense president Koetsjma gewaarschuwd hebben dat hij aan de beurt zou komen. Nu, beiden hebben wel wat gemeen, alhoewel Koetsjma inzake corruptie Sjevardnadze wellicht nog met enkele lengten heeft geklopt. Inzake verkiezingsfraude zijn ze elkaar ook waard.

Toch verdient de huidige Westerse verontwaardiging enige kanttekeningen. Na de verkiezingen van november werd gesproken over een “gestolen zege” op basis van verklaringen van buitenlandse waarnemers en van exit polls. Verscheidene van die buitenlandse waarnemers trokken de verkiezingslokalen binnen met een oranje lint, kenteken van het kamp van Joesjtsjenko, op de jas, wat toch wel enige partijdigheid uitdrukte en meteen de geloofwaardigheid van die waarnemers aantast. De exit polls spraken elkaar tegen, naargelang van de peilinginstituten die dan zelf in opdracht van een van de kandidaten werkten en dus ook niet van objectiviteit kunnen worden verdacht.

Bovendien klinkt het toch eigenaardig klachten over het stelen van de zege te horen van politici en mediamensen die dezelfde sterke uitspraken niet deden toen Bush in november 2000 in Florida stal.

Lokale oligarchen

Koetsjma stond trouwens tot voor kort in Washington op een goed blaadje, hij heeft nog altijd een zeker krediet bij het Witte Huis. Tijdens de tien jaar van Koetsjma’s bewind hadden de VS vooral de jongste jaren geen redenen tot klagen. Het feit dat Oekraïne op verzoek van Washington 1600 militairen naar Irak stuurde, zegt genoeg over de goede relaties van de jongste jaren.

Dat de corruptie onder Koetsjma welig tierde, was geen punt. Koetsjma persoonlijk, te oordelen naar verklaringen van Belgische speurders die vertellen hoe de Oekraïense president via constructies in onder meer België grote beleggingen deed in vakantieverblijven en horeca op de Canarische eilanden. Oekraïense zakenlui met maffiaconnecties hebben trouwens de voorbije tien jaar vaak gebruik gemaakt van Belgische kanalen, ook bankfilialen, om corruptiegeld wit te wassen en te beleggen. Onder hen ook gewezen premier Lazarenko die ervan verdacht werd in één jaar premierschap honderden miljoenen, sommige bronnen spraken van één miljard, dollar naar buitenlandse rekeningen te hebben versluisd. Hij vluchtte naar de VS waar hij werd opgepakt.

Maffia’s

Over de banden tussen Koetsjma en beruchte maffiabazen hadden we het in Uitpers reeds vaker. Een van de hoofdfiguren is Oleksandr Volkov, een van de grootste maffia-oligarchen van Oekraïne en sinds 1994 topadviseur van Koetsjma. In België werd een officieel onderzoek naar Volkovs financiële transacties gestart; maar hun pogingen om het onderzoek naar Oekraïne uit te breiden, stuitten op obstructie in Kiev. Het Belgisch onderzoek wees alleszins uit dat Volkov samenwerkte met andere grote maffiabazen, onder wie de zeer beruchte Boris Birshtein en Semion Mogilevitsj, volgens sommige speurders de grootste maffiabaas ter wereld. Het was voor deze man dat wijlen Belgisch diplomaat Alfred Cahen bij de Franse regering tussenbeide kwam om hem weer in het land toe te laten. Cahen bekende, maar zei dat hij niet wist wie Mogilevitsj was.

Volkov was in de jaren 1990 de architect van de grote plunderingen Oekraïense stijl. Hij organiseerde de verdeling van de Oekraïense industrie en dienstensector onder leden van de Koetsjma-clan, alhoewel anderen ook hun deel kregen. De Oekraïense politiek werd alleszins tot voor kort gedomineerd door twee clans afkomstig uit de Sovjettijd, die van Donetsk en die van Dnjepropetrovsk, beide in het oosten. Koetsjma behoort tot die van Dnjepropetrovsk, Janoekovitsj tot de clan van Donetsk. De clan van Dnjepropetrovsk was ook in het Sovjetkader erg belangrijk, hij vormde onder meer de vertrekbasis van Leonid Brezjnev. In de jaren 1990 vochten die clans een onderlinge oorlog uit waarbij nogal wat doden vielen, maar ze werden het uiteindelijk eens over de verdeling van de macht en de buit.

Oekraïne werd onder het beheer van die clans in de jaren 1990 een van de “ziekste” staten van de gewezen Sovjet-Unie. In Rusland betekende “oekraïnisering” zoveel als complete verpaupering, ook al was dat voor een elite niet het geval. De bevolking daalde van bijna 52 miljoen tot minder dan 48 miljoen. Twee miljoen Oekraïners trokken naar Rusland om daar te gaan werken, bijna evenveel gingen naar West-Europa en Turkije. Het BNP lag in 1998 op ongever 40% van dat van 1990.

De jongste jaren was er een lichte heropleving, de voorbije twee jaar een sterke groei – wat natuurlijk na al die jaren van achteruitgang zeer relatief is. Maar de macht van de oligarchen bleef onaangetast, zij controleren alles wat maar enigszins belangrijk is. Daaronder ook de media. Een van de rijkste oligarchen is Viktor Pintsjoek, de schoonzoon van Koetsjma. Hij en Viktor Medvedtsjoek, chef van de presidentiële diensten, controleren de vijf grootste tv-zenders. Die laatste gaf in verkiezingstijden strikte richtlijnen.

De leden van die clan hadden uiteraard alle belang bij een overwinning van premier Janoekovitsj. Maar niet alle oligarchen zijn zo loyaal. De rijkste onder hen, Renat Achmetov bijgenaamd de koning van de metaalindustrie, gaf de twee belangrijkste kandidaten geld. Deze lieden hebben in de eerste plaats hun eigen belangen te verdedigen. Ze hebben blijkbaar niet echt schrik dat Joesjtsjenko die belangen zal aantasten.

Toen Joesjtsjenko premier was, van eind 1999 tot april 2001, begunstigde hij volop de Russische oligarchen van de grote energielobby’s en andere groepen die eerder al belangen in Oekraïne hadden. Hij voerde een privatisering van de energiesector door die onder meer ten goede kwam aan de Russische gigant Gazprom, terwijl een belangrijk aluminiumbedrijf in handen kwam van Anatoly Tsjoebais, de grote architect van de frauduleuze privatiseringen in Rusland en nu de baas van het elektriciteitsmonopolie. Die politiek kwam ook goed uit voor Koetsjma’s schoonzoon Pintsjoek die ook gaspijpleidingen aanlegt en zeer goede contacten heeft met Amerikaanse en West-Europese zakenkringen. Ook dat droeg bij tot de goede relaties tussen Kiev enerzijds, Washington en de EU anderzijds. Het is geen detail dat Oekraïne na Israël en Egypte de grootste begunstigde was van Amerikaanse buitenlandse hulp.

Toch gaat Joesjtsjenko door voor een Westers georiënteerde technocratische en democratische politicus. Hij voerde een campagne met nationalistische tonen, wat zeer goed aanslaat in het westelijk deel, in Galicië, waar de invloed van de Uniatenkerk erg groot is. Deze kerk erkent het gezag van de paus in Rome; zij kreeg het bijzonder hard te verduren in de Sovjettijd en is dan ook erg nationalistisch. Zij kreeg de uitdrukkelijke steun van de Poolse paus, wat dan weer averechts werkt bij Oekraïners die beducht zijn voor de katholieke (en Poolse) invloed.

Het Oekraïense nationalisme is veel breder dan dat, de Uniaten vertegenwoordigen ongeveer tien procent van de bevolking. Dat nationalisme uit zich vooral negatief, in de verwerping van een systeem dat in veel opzichten gelijklopend is met het Russische onder Jeltsin en Poetin. Dat deel van de Oekraïners, vooral talrijk in het westen en Kiev, wil Oekraïne in de Europese constructie. Oekraïne ligt geografisch gezien in het centrum van het continent, en vooral in het westelijk deel – waar de invloed van Moskou historisch gezien het zwakst is geweest – is er weinig aanhang voor de idee van een “unie van Slavische orthodoxe volkeren” – een formule die Poetin hanteert. Neonazi-groeperingen spelen daar op in, zij manifesteren zich sinds 1991 vooral in het uiterste westen waar zij campagnes voeren voor eerherstel van de Oekraïners die met de nazi’s collaboreerden.

Eerste Rusland

Dat ligt zeer moeilijk in Moskou. Voor Poetin staat in Oekraïne veel op het spel. Het “verlies” van die “Slavische broederstaat” kan hem immers in Moskou zwaar worden aangerekend. Hij rekende erop dat zijn goede relaties met Washington en de EU zouden worden beloond door de Russische invloedssfeer over onder meer Oekraïne te erkennen.
Oekraïne heeft voor veel Russen inderdaad een speciale betekenis. Niet alleen omdat het een Oost-Slavisch volk is, vooral omdat dit het “eerste Rusland” is. Hier, in Kiev, ontstond in de tiende eeuw de eerste Russische staat die in 1240 door de Mongolen werd vernietigd. Het duurde eeuwen eer er vanuit Moskou een “nieuw Rusland” kwam. Dat Rusland kon zich aanvankelijk slechts oost- en zuidwaarts uitbreiden. Het grondgebied dat nu deels Oekraïne is was een militaire verdedigingszone – de naam ‘oekraïna’ slaat daar trouwens op. Voor de Russen betekende de vernietiging van het eerste Rusland dat Rusland oostwaarts werd geslagen, ver van Europa. Het “verlies” van Oekraïne komt voor veel Russen vandaag aan als een nieuwe verdringing naar het oosten, een verwijdering van Europa. Amper vijftien jaar geleden had Moskou het voor het zeggen van Berlijn tot Vladivostok, nu is dat slechts van de grens met Oekraïne tot Vladivostok, wat uiteraard leidt tot zware frustraties waar Poetin niet kan naast kijken.

Soros en Pora

Moskou is niet zo naïef om in de recente gebeurtenissen in Oekraïne niet de hand te zien van Amerikaanse kringen die Oekraïne inderdaad willen losmaken uit de Russische invloedszone. Vooral omdat in die crisis enkele methodes en mensen opduiken die een jaar eerder hun sporen verdienden in Georgië – en soms eerder al in Belgrado.

De speerpunt van de beweging in Kiev is een recent opgerichte studentenbeweging, Pora (het is tijd), georganiseerd naar Kmara vorig jaar in Georgië en Otpor in Belgrado. De mensen van Otpor trokken vorig jaar naar Georgië om er Kmara te helpen oprichten en een opleiding te geven in “vreedzame revolutie”. Het geld en andere middelen daarvoor kwam van de Amerikaanse “filantroop” George Soros die zijn fortuin verdiende met een zeer filantropische activiteit, speculatie.

Dit jaar daagde Otpor dus op in Oekraïne. “We werken niet voor niets, onze onkosten en inzet moeten worden vergoed”, verklaarde een van de leiders van Otpor aan een Pools blad (Przekroj uit Krakau). Het geld daarvoor komt overwegend van de stichtingen van Soros en andere stichtingen rond de Amerikaanse Democraten, voorop het National Democratic Institute. Onder de medewerkers ervan vinden we de namen van Madeleine Albright, minister van Buitenlandse zaken onder president Clinton, en Richard Holbrook, gewezen VN-ambassadeur bij de VN. Zowel Albright als Holbrook gingen dit jaar naar Oekraïne om er de oppositie te ondersteunen.

In Belgrado en Tbilisi konden ze alvast rekenen op de adviezen en actieve steun van de Amerikaanse kolonel Robert Helvey en van de Amerikaanse diplomatie. De Amerikaanse ambassade in Belgrado werd in 2000 geleid door ambassadeur Richard Miles. De ambassade in Tbilisi in 2003 door…Richard Miles.

Pora is goed geadviseerd. Zij mikken uitdrukkelijk op het feit dat de wereldmedia doorgaans in de hoofdstad zitten en slechts oog hebben voor wat er onder hun ogen gebeurt. Dat was onder meer zo in Sarajevo, Belgrado, Tbilisi. De massademonstraties in Kiev kwamen permanent in beeld op alle tv-zenders (behalve die in Oekraïne, Rusland, Wit-Rusland…). Maar aan de mislukte stakingsoproep van de oppositie op 25 november werd bij voorbeeld geen aandacht geschonken.

Die groepen kunnen uiteraard slechts succes boeken als er een gunstige bodem is, als een groot deel van de bevolking de plunderingen en alomtegenwoordige corruptie beu is en een normalere samenleving wil. Dat was onder Koetsjma zeker niet het geval, dat zou het onder Janoekovitsj ook niet worden. Maar onder Joesjtsjenko wel? Er zijn redenen tot gerede twijfel.

(Uitpers, nr. 59, 6de jg., december 2004)

 

* Over Oekraïne en aanverwante, zie ook Uitpers nr.8, december 2000: Koetsjma met VS-zegen in voetspoor van Poetin en Cahen, keerzijde van een carrière. En Uitpers nr. 48, Georgië, geur van olie.

Relevant

Wil Rusland echt een tweede front openen?

Volgens Michel Hofman, de stafchef van het Belgisch leger, moet Europa zich dringend voorbereiden op een mogelijke oorlog met Rusland. Wie vrede wil, bereidt zich best voor op een…

Washington heeft belang bij opblazen Russische dreiging

Eind vorige week waarschuwde president Biden voor een Russische invasie die “elk ogenblik” kan plaatsvinden. “Amerikaanse burgers zouden nu moeten vertrekken” zo klonk het vanuit het Witte Huis, waarna…

Over de misdaden van het Westen in Afghanistan en de ellende die achterblijft…

De vlucht van de NAVO-troepen uit Afghanistan en de ellende die ze achterlaten zijn slechts het (voorlopige?) laatste hoofdstuk in een verwoestend verhaal dat op 11 september 2001 begon.…

Laatste bijdrages

Israël en de Grote Ontmanteling.  

Pas heeft Israël in zijn parlement de UNRWA verboden, een eerste stap misschien om de hele Verenigde Naties te verbieden.    UNRWA is de United Nations Relief and Works Agency…

De miljardairs en hun keuze van een president

UBS, de gigantische Zwitserse private bank, houdt al tien jaar lang bij welke nieuwkomers de klasse van miljardairs vervoegen. De laatste jaarlijkse UBS-telling van ’s werelds nieuwe miljardairs, die…

Europa’s moeilijke keuze

In 2005 verscheen een merkwaardig maar zeer lezenswaardig boek met een jarenlange emailconversatie tussen enerzijds Ernesto Tenenbaum, Argentijns econoom en journalist en anderzijds Claudio Loser, verantwoordelijke bij het IMF…

Scheepsherstellers waren ook verzetslieden

You May Also Like

×