Frankrijk worstelt net als andere landen met een zware financiële, economische en sociale crisis. Bedrijfssluitingen, massale afdankingen en werkloosheid, een enorm begrotingstekort, schuldenbergen. Maar wat is de prioriteit van president Nicolas Sarkozy? Een zoektocht naar ‘l’identité nationale’, aangevoerd door ex-socialist Eric Besson, minister van Immigratie, Integratie en Nationale Identiteit die de asielzoekers uit de “jungle van Calais” heeft verjaagd zodat ze nu als daklozen in Parijs rondzwerven. Vanwaar die noodzaak om de ‘nationale identiteit’ vast te leggen?
In de lente van volgend jaar worden regionale verkiezingen gehouden. Op twee na worden alle regio’s bestuurd door de socialisten en hun bondgenoten. Sarkozy hoopt dat zijn rechtse UMP (Union pour un mouvement populaire) talrijke regio’s wint. Door het relatief evenredig kiesstelsel moet rechts zien zoveel mogelijk kiezers van uiterst rechts voor de UMP te doen stemmen om zo de grootste te zijn. In 2007 won Sarkozy de presidentsverkiezingen met een campagne waarin het accent gelegd werd op ‘veiligheid’.
Een hoge commissie moet zich over de identité van de Fransen – of van de inwoners van Frankrijk? – buigen. Die zal er dan in de aanloop naar de regionale verkiezingen moeten voor zorgen dat die kwestie centraal wordt geplaatst zodat er minder aandacht gaat naar ernstiger en dringender problemen. De identité nationale als bliksemafleider.
Verrechtsing
Maar intussen wordt heel dat debat gebruikt om de politiek verder te verrechtsen. Het is niet omdat Sarkozy zo druk bij de socialisten ging vissen, dat hij een minder rechts beleid voert. Integendeel, regeerders als Bernard Kouchner op Buitenlandse Zaken en Eric Besson op Immigratie, Integratie, Nationale Identiteit (en ook nog voor de volledigheid van Solidaire Ontwikkeling) leggen allerminst linkse accenten. Kouchner is een oorlogshavik, Besson maakt duidelijk dat de “nationale identiteit” bedreigd wordt door de immigratie. Zijn hardhandige aanpak van de “jungle van Calais”, waar vooral veel Afghanen zaten, laat daar geen twijfel over bestaan.
Sarkozy zelf heeft in een toespraak over identité nationale in zijn kaarten laten kijken: hij had het voortdurend over “la terre, la terre qui elle, ne ment pas”, een taalgebruik dat zeer populair was ten tijde van Pétain en het collaboratieregime van Vichy. Dergelijke uitspraken zijn voor het publiek van het Front National dat rechts opnieuw wil inpalmen.
Eric Rouault, parlementslid van de UMP, ging nog wat verder, daarin bijgetreden door zijn partij. Rouault viel scherp uit tegen de schrijfster Marie NDiaye die dit jaar de meest prestigieuze literaire prijs van Frankrijk, de Prix Goncourt, won omdat ze geen goede patriotte is. Ze heeft namelijk kritiek op het rechtse regeringsbeleid “in plaats van de ambassadrice te zijn van onze cultuur”.
Royal
De meeste linkse politici stellen Sarkozy’s manoeuvre aan de kaak. Bij de groenen maakt “grijze eminentie” Noël Mamère brandhout van zowel het manoeuvre als van de inhoud van dit discours. De meeste socialisten delen dat standpunt. Maar niet allemaal. Ségolène Royal vindt dat links de discussie moet aangaan “want de nationale driekleur is van iedereen”. Royal herinnerde aan haar campagne voor de presidentsverkiezingen van 2007 waarbij ze zich in de driekleur wentelde en de Marseillaise deed zingen in plaats van de Internationale.
Het probleem is dat wie zich in deze discussie over “nationale identiteit” stort, een terrein kiest waar rechts en uiterst-rechts veel voorsprong hebben. Door zich daar nu mee in te laten, bevorderen ze Sarkozy’s manipulatie van verkiezingen waarin de socialisten veel te verliezen hebben.
Die socialisten weten echt niet op welk been te staan. De interne oorlog woedt voort in alle hevigheid en daarbij gaat het weinig om programmapunten, wel om de ambities van clanchefs. Wat hen vooral interesseert is allianties afsluiten om zoveel mogelijk posten te vrijwaren, met de grote schrik dat in sommige regio’s de groenen van Europe-Ecologie sterker uit de bus gaan komen dan de PS. Europe-Ecologie haalde bij de Europarlementsverkiezingen bijna even veel stemmen als de PS. Een herhaling van dat succes zou voor de PS zelfs volgens sommige socialisten tot de implosie van die partij kunnen leiden.
(Uitpers nr. 115, 11de jg., december 2009)