De operatie Barkhane in de Sahel loopt niet naar wens. De voorbije dagen sneuvelden in de regio bij twee aanslagen opnieuw vijf Franse militairen, wat het totaal op 50 brengt. Dit weekend vielen in twee dorpen in Niger, bij de grens met Mali, 100 doden. De Franse generaals die deze operatie leiden, hebben ernstige twijfels. President Emmanuel Macron wil liefst wat manschappen terugtrekken en probeert de Europese partners warm te maken om actiever deel te nemen. Vooral omdat Rusland en vooral Turkije op de loer liggen om hier hun vlag te planten.
Flexibel
Drie militairen sneuvelden vorige week bij de basis Hombori in Mali. Die basis, waar ook Malinese militairen gelegerd zijn, ligt in het zogenaamde drielandengebied – Mali, Niger, Burkina Fasso. De stafchef van de Franse strijdkrachten, François Lecointre, was hier op 10 december nog de successen tegen de terroristen in de verf komen zetten. Premier Jean Castex en minister van Defensie Florence Parly kwamen op Oudejaarsavond de militairen een hart onder de riem steken.
Parijs gaat prat op de successen die werden behaald sinds de conferentie van Pau begin 2020 met Frankrijk en de G5, de vijf Afrikaanse landen die samenwerken in de strijd tegen de terreurgroepen. Daar verhoogde Frankrijk zijn contingent met 600 manschappen, tot 5100.
Al Qaida vs IS
Verscheidene kopstukken van jihadistische groepen werden inderdaad uitgeschakeld; onder hen in juni Abdelmalek Droukdel, de chef van de Groep voor Steun aan Islam en Moslims (GSIM), de tak van Al Qaida. Maar dat heeft die groepen niet verzwakt. Zowel GSIM, geleid door ‘emir’ Iyad Ag Ghali, als IS van de Grote Sahara onder leiding van Adnan Abou Walid Al-Saharawi, breiden integendeel hun terrein uit. In onderlinge rivaliteit, in de loop van 2020 is het vaak tot gewapende botsingen tussen beide groepen gekomen, vooral in de ‘drielandenregio’ (Mali, Niger, Burkina Fasso).
De jihadisten spelen in op lokale conflicten die vaak gaan tussen gevestigde landbouwers en rondtrekkende veetelers en tussen diverse stammen. De Peul worden er vaak van beschuldigd samen te werken met jihadisten, wat leidde tot ‘strafexpedities’ tegen Peulgemeenschappen. En dat drijft veel Peul inderdaad in de armen van jihadistische ‘beschermers’.
Er spelen andere factoren mee in het gemak waarmee die jihadisten jongeren rekruteren. “Nergens ter wereld zijn de gegevens over menselijke ontwikkeling zo laag als in deze regio”, aldus VN-secretaris-generaal Antonio Gutteres. De bevolkingsaangroei blijft zeer hoog, de gevolgen van de klimaatwijzigingen laten zich voelen, miljoenen mensen kampen met voedseltekorten.
Aan de limiet
De onveiligheid maakt het nog erger. Tussen 4000 en 5000 scholen zijn toe, de helft van de kinderen tussen 6 en 14 jaar hebben geen onderwijs, centra voor gezondheidszorg zijn gesloten. In sommige regio’s durven ngo’s zich niet meer wagen. Vooral sinds de moord op acht medewerkers van de ngo Acted op 9 augustus in Niger, in een zone die als niet gevaarlijk werd beschouwd.
Militaire middelen volstaan niet om de terroristen te bestrijden, daarover groeit consensus. Franse generaals vinden dat ze aan de limiet zitten. Met 5100 militairen actief in vijf, bij gelegenheid meer, landen. Er zijn daarnaast 15000 blauwhelmen in de regio, onder wie 350 Duitsers, 250 Britten, 100 Belgen.
Het was de bedoeling met Barkhane dat de lokale strijdkrachten, bijgestaan door andere Afrikaanse legereenheden, de strijd zouden overnemen. Maar enkele van die landen zijn weinig stabiel, te beginnen met Mali waar jihadistische en verwante groepen stevig ingeplant zijn en waar men van de ene politieke crisis naar de andere sukkelt.
De militairen hebben er in augustus wel de macht gegrepen, maar het Malilnese leger zou bij vertrek van de Fransen snel op de vlucht slaan in de gebieden waar Bamako geen controle over heeft. De Franse missie kwam er in 2013 toen de Malinese regering de controle over Azawad, het noorden, volledig kwijth was. Bamako heeft dat gebied nooit rechtstgreeks kunnen controleren. Het heeft er steeds allianties aangegaan met Toeareg-stammen die andere stammen in het gareel deden lopen. Ook nu iks Bamako geenszins in staat dat gebied te controleren, zonder steun van de Toeargegstammen is het Mailese leger er een vogel voor de kat.
In Mali en andere landen keert de publieke opinie zich meer en meer tegen de Franse aanwezigheid. Parijs steunt in veler ogen zwaar corrupte en onbekwame regimes, de zorg om mensenrechten waar het elders mee uitpakt, geldt niet in de Sahel en omstreken. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Yves Le Drian steunt onder meer volop Idriss Débt Itno, de sterke man van Tsjaad. Die was lang in Parijs niet welkom, nu is hij een goede vriend.
Erdogan
Als andere Europese landen of de VS een grotere deelname blijven afslaan, wordt het voor Parijs lastig. Temeer omdat er andere gegadigden zijn die zich in de arena wagen, onder meer Turkije en Rusland.
Turkije zit al in de buurt, in Libië waar het tanks, drones, zijn marine, militaire experts en huurlingen uit Syrië heeft ingezet. Het zuiden van Libië is al een stuk van de Sahel en Turkije heeft de jongste tijd zijn militaire capaciteiten sterk uitgebouwd en veel ervaring opgedaan. Door zijn verwevenheid met de Moslim Broederschap heeft het netwerken. Die Turkse dreiging zou voor Macron een sterk argument moeten zijn om de Europese bondgenoten ervan te overtuigen de Fransen meer te komen bijstaan.
Vooral sinds de Turkse president Erdogan in maart 2018 de regio bezocht, is de Turkse aanwezigheid toegenomen. Erdogan bekwam van enkele landen dat ze de ‘Gülenistische scholen’ sloten – volgens Erdogan was Gülen de aanstichter van de mislukte staatsgreep in 2016. In 2020 schonk Turkije heel wat humanitaire hulp aan enkele Sahellanden.
Erdogan wil geen moeite sparen om Macron voor de voeten te lopen. Al sinds de Franse operatie Serval in 2013 startte, heeft Ankara kritiek op wat het een neokoloniaal optreden noemt. De oplopende spanning met Frankrijk, motiveert Erdogan extra.
Russen
Rusland heeft minder troeven dan de Turkse rivaal. De Russen zitten ook al wel op het Libische terrein, maar zij hebben minder banden uit te spelen. De regio is geopolitiek voor Moskou minder interessant. Maar Moskou speelt steeds duidelijker in op de frustraties bij diverse Afrikaanse leiders over het Franse optreden.
Er zijn geruchten dat Moskou zelfs betrokken was bij de militaire coup van augustus in Mali. Verscheidene coupleiders hadden tot kort daarvoor in Rusland een opleiding van een jaar gevolgd. Rusland heeft gewoon een steeds grotere belangstelling voor Afrika in het algemeen, en in deze regio liggen kansen.
Praten met
Steeds meer politieke leiders, zeker in Mali, vinden dat men met jihadisten moet praten. Niet met allemaal, met IS is uitgesloten. Maar met die van Al Qaida bij voorbeeld wel. En dan wordt verwezen naar Afghanistan waar de VS toch ook in gesprek zijn gegaan met de Taliban en er zelfs en akkoord mee hebben gesloten. Waarom niet hier?
Dat idee wordt onder meer verdedigd door Smaïl Chergui, “commissaris voor de vrede” van de Afrikaanse Unie. Ook hij verwijst naar Afghanistan, en denkt wellicht terug aan de jaren van terreur in zijn land, om ervoor te pleiten de weg van dialoog niet uit te sluiten.
Zowel hij als Parijs, de VN en al wie bij de regio is betrokken, vrezen vooral dat het niet bij deze vijf Sahellanden blijft. In juni werd Ivoorkust opgeschrikt door een aanval op een legerpost bij de grens met Burkina Fasso waarbij meer dan tien doden vielen. Die aanval kwam er twee weken na een gezamenlijke antiterreur operatie van troepen uit Ivoorkust en Burkina Fasso.
Ook Benin, Togo en Ghana vrezen dat terreurgroepen al op hun grondgebied zitten. De terreurgroep Boko Haram zit al in de regio, vooral rond het Tsjaadmeer. En intussen zijn jihadistische groepen die zich op IS beroepen, actief in het oosten van Congo en vooral in het noorden van Mozambique. IS droomt nu al van een Afrikaans Emiraat.