Onze minister van Buitenlandse Zaken laat steken vallen, al zal hij dat zelf zo niet zien. De Gucht zal antwoorden dat hij een consequent en coherent beleid voert. Dat klopt trouwens, alleen is hij consequent voorspelbaar en coherent eenzijdig. In dat laatste verschilt hij toch wel wat met zijn voorganger.
Louis Michel kon tenminste nog onverwacht uit de hoek komen en op zere tenen trappen. Michel durfde de militaire opbouw in de VS bekritiseren net als de oorlogsplannen tegen Irak. Toen in Oostenrijk extreemrechts aan de macht kwam schoot hij zijn gifpijlen. Maar hij was even consequent onvoorspelbaar met zijn wapenlevering aan Nepal ter bescherming van een ‘democratisch’ regime. Michel was een kleurrijk en hartelijk figuur, soms plat opportunistisch maar daarom niet systematisch plat op de buik, al zou je kunnen zeggen dat Michel graag Parijs volgde, een strateeg dus.
De Gucht is in vele opzichten een tegenpool. Hij oogt grijzer en openlijk autoritair (daar had Michel nu ook wel last van), mist Michels jovialiteit en zit met dat vervelende vleugje betweterigheid. De manier waarop hij zijn Vlaamse collega Bourgeois op de vingers tikte kenmerkt zijn stijl. Bourgeois interpelleerde de Turkse ambassadeur over de moord op de ouders van Derwich Ferho, de voorzitter van het Koerdisch Instituut. Bourgeois is tot nader order geen federaal minister van Buitenlandse Zaken en dus maakte De Gucht zich terecht boos. Maar je kan het ook zo zien: Bourgeois reageerde omdat De Gucht zijn job niet goed deed. Tijdens de informele Europese top in Salzburg zei De Gucht doodleuk dat hij de extreemlinkse militante Fehriye Erdal als ‘terroriste’ best aan Turkije wilde uitleveren. Maar haar advocaat legde hem in vijf minuten uit dat er een rechtbankvonnis bestaat, die zo’n uitlevering vooralsnog verbiedt. De Gucht, even wijsneuzig, vond bovendien dat we ons niet zo’n grote zorgen moeten maken over de mensenrechtensituatie in Turkije. Maar het zat hem niet mee: Radio 1 voerde de speciale rapporteur van de Verenigde Naties over Folteringen op die vraagtekens plaatste bij die stelling. “Wat België zeker niet moet doen, is Turkije op zijn woord geloven”, aldus de rapporteur. Daarmee was er nog geen einde aan het rijtje flaters rond Turkije. In de kwestie van de moord op de ouders van Derwich Ferho, liet De Gucht voorbarig weten dat hij niet geloofde in doodseskaders, zonder het onderzoek van de onafhankelijke mensenrechtenorganisatie IHD af te wachten. Een paar dagen later publiceerde de organisatie haar bevindingen: zeer veel wijst in de richting van een politieke moord. Toch doodseskaders?
De Guchts beleid rond het Midden-Oosten is dan weer om te huilen, al pleit voor hem dat hij het niet slechter of beter doet dan zijn Europese collega’s. Een aanslag op een Israëlisch civiel doelwit kan vrijwel systematisch rekenen op een veroordeling met ‘klem’. Het eerste zinnetje in reactie op de jongste aanslag in Tel Aviv luidt: “Hij (De Gucht, nvdr) geeft uitdrukking aan zijn gevoelens van medeleven voor de families van de slachtoffers en voor de Israëlische regering.” Laat ons niet misverstaan, burgers viseren en doden verdient zo’n duidelijke afkeuring. Maar hoe zit dat dan met ons ‘medeleven’ met de families van Palestijnse slachtoffers? Een week voor de bewuste bomaanslag vielen er 15 Palestijnse slachtoffers als gevolg van grootschalige Israëlische bombardementen in Gaza, a rato van 300 bommen per dag. Onder hen een jongetje van 5, een meisje van 8 en nog een minderjarige van 14 jaar. Windstilte bij Buitenlandse Zaken. Een kleine berekening leert ons dat van midden 2001 tot eind vorig jaar 17 persberichten het Palestijnse geweld veroordelen tegenover slechts 4 veroordelingen van het Israëlische geweld. De Israëlische mensenrechtenorganisatie Betselem houdt rigoureus de gruwelijke statistieken bij. Sinds het uitbreken van de tweede Intifada telt de organisatie 3.425 dodelijke slachtoffers aan Palestijnse zijde tegenover 1.188 aan Israëlische zijde. Meer dan de helft (1.816) nam niet deel aan de gevechten van wie 593 minderjarigen. Een veroordelend persberichtje kan er echter niet af. België beroept zich op ‘equidistance’, maar De Gucht volgt sinds zijn aantreden een eenzijdig risicoloos parcours met als grootste zorg: Washington te vriend houden. Iraakse bomaanslagen veroordelen past daarin, het hekelen van dodelijke militaire campagnes van bezettingstroepen in steden als Fallujah, Tal Afar of Haditha niet. VS-troepen zijn verantwoordelijk voor 40 procent van de Iraakse slachtoffers maar Buitenlandse Zaken maakt er niet één woord aan vuil, niet één!!!!
Als voorzitter van de OVSE bevestigt De Gucht zijn consequente eenzijdigheid. Onze minister toonde zich de afgelopen maanden uitermate bedreven in het uitspreken van veroordelingen en kritieken op regimes ‘ten oosten van Wenen’. Terwijl Wit-Rusland, Kazakhstan, Kirgizië, Turkmenistan en Oezbekistan een veeg uit de pan krijgen hangt daar weer die vervelende windstilte over het Amerikaans gevangenisregime van terreurverdachten. Wachten op Godot is het ook voor het eerste persbericht dat de grootschalige vernieuwing (en feitelijke uitbouw) van het Amerikaanse kernwapenarsenaal op de korrel neemt, wat nochtans indruist tegen het non-proliferatieverdrag. Een geknipt dossier voor een OVSE-voorzitter, maar wellicht speelt zijn onbekwaamheid (of zijn selectiviteit, wat hetzelfde is) hem parten.
Ludo De Brabander
(Uitpers, nr. 75, 7de jg., mei 2006)