Na drie weken touwtrekken kregen de Duitse christendemocraten en liberalen eindelijk een coalitieovereenkomst rond. Die belooft veel, maar weinig goeds. Enthousiasme over het samengaan van ‘kreupele en blinde’ is dan ook ver te zoeken; wantrouwen en bezorgdheid overheersen.
Op woensdag 21 oktober leek het er heel even op dat de moeizame onderhandelingen tussen christendemocraten en liberalen voor de vorming van een nieuwe Duitse bondsregering na goed drie weken alsnog zouden stranden. Ook intense gesprekken tussen de drie partijleiders (van CDU, CSU en FDP) brachten weinig soelaas: vrijdagnacht was een ultiem gesprek onder vier ogen tussen kanselier Merkel en FDP-leider Westerwelle nodig om op de valreep een mislukking te vermijden.
De coalitie-overeenkomst die Merkel, Westerwelle en Seehofer (CSU) in de eerste ochtenduren van zaterdag tenslotte bekend maakten, blinkt dan ook uit door vage formuleringen en beloften waaraan slechts weinig geloof wordt gehecht.
Dat de oppositiepartijen de overeenkomst (die toch de blauwdruk is voor de regeringsverklaring) als ’totaal asociaal’ bestempelen, zal niemand verrassen. Dat een prominent politiek commentator het ‘volslagen gebrek aan inspiratie’ hekelt, en Merkel verwijt dat zij niet aan politiek doet, maar slechts aan ‘Mathematik’, ach, dat zal de kanselier een zorg zijn. Van haar ontdekker en mentor Helmut Kohl heeft ze overduidelijk geleerd alles te negeren wat niet écht haar macht bedreigt. Erger – en waarachtig niet alleen voor Duitsland – is het, dat vanuit zowat àlle hoeken vooral met ongeloof en wantrouwen wordt gereageerd op de financiële aspecten van het akkoord.
Natuurlijk is het bij een regeringsvorming altijd moeilijk de wensen van de onderscheiden coalitiepartners met elkaar in overeenstemming te brengen; en bij economisch zwaar weer nog veel moeilijker dan anders. Dan lijken bescheidenheid en realisme allereerste voorwaarden om een samenhangend programma – en een iets of wat samenhangende ploeg – tot stand te brengen.
Maar precies dat realisme blijkt ver te zoeken – uitgerekend waar het over centen gaat.
Toen de hoofdlijnen van de overeenkomst inzake begroting en belastinghervorming bekendraakten, kregen de onderhandelaars een zo heftige regen – neen: hagel – van kritiek over zich, dat het ontwerp binnen de kortste keren werd weggespoeld. Want om tegelijk aan de liberale eisen qua belastingvermindering tegemoet te komen én de door de crisis veroorzaakte dramatische meer-uitgaven voor sociale voorzieningen te helpen financieren, had men er niets beters op gevonden dan ‘een miljard of vijftig, zestig’ gewoon buiten de begroting te houden in een ‘bijzonder fonds’. Zo een ‘schaduw-begroting’ was niet alleen iets wat de liberalen ten tijde van de rood-groene en de daaropvolgende ‘grote’ coalitie (van CDU-CSU en SPD) altijd te vuur en te zwaard hadden bestreden; ze lokte ook heftige openlijke kritiek uit vanwege christendemocratische minister-presidenten in de deelstaten, én van een brede waaier van experten inzake openbare financiën en/of economie. Toen ook nog bleek dat die aanpak in feite zelfs een inbreuk op de grondwet betekende, werd de ‘vondst’ snel afgevoerd.
Want in Duitsland (Weimar-trauma’s en Wirtschaftswunder obligent) staan budgettaire orthodoxie en het vermijden van schulden nog altijd veel hoger aangeschreven dan in de meeste andere Europese staten. Hoewel…met die schulden ziet het er al lang niet meer zo goed uit : de eenmaking van de beide Duitse staten heeft in de voorbije twintig jaar een immense schuldenberg opgeleverd. En de crisis van het casino-kapitalisme maakte in het voorbije jaar fabelachtige kapitaal-injecties van de overheid noodzakelijk om een ineenstorting van het hele systeem te vermijden.
Met als gevolg dat federatie, deelstaten en gemeenten in Duitsland thans tegen een gezamenlijke schuldenlast aankijken van meer dan 1,6 biljoen Euro. Het precieze bedrag – en vooral de adembenemende snelheid waarmee dat bedrag oploopt – wordt keurig bijgehouden op een nijver tikkende teller van de Duitse ‘bond van belastingbetalers’. De bond herinnert eraan dat de schuldenlast met meer dan 4400 Euro per seconde toeneemt, en…dat “de schulden van vandaag de belastingen van morgen” zijn. Die laatste wijsheid is traditioneel ook een geliefkoosde slogan van liberalen en conservatieven…tot ze zelf aan de inkomsten- en uitgavenkraan zitten.
De liberale FDP was nu eenmaal dank zij krasse beloften inzake belastingvermindering als grootste overwinnaar uit de verkiezingen gekomen, en dus aan zichzelf verplicht tenminste een deel van die beloften ook in het regeerakkoord door te drukken. Tegenover een opvallend verzwakte CDU en CSU zou dat niet moeilijk mogen worden. Anderzijds wilde de FDP al evenzeer als de christendemocratische CDU en CSU de indruk vermijden als zou deze regering een ‘sociale ijstijd’ inluiden; en dus moesten ook enkele (al dan niet betekenisvolle) sociale maatregelen worden gefinancierd. Kortom: in tijden van economische en financiële crisis zoveel als de kwadratuur van de cirkel ? Geenszins.
“Politiek”, zo schreef een gezaghebbend commentator in ‘Der Spiegel’, “wordt steeds meer de kunst om de juiste formulering te vinden waarmee iedereen een slag om de arm houdt”.
Op het FDP-congres dat de regeringsdeelname moest goedkeuren triomfeerde Westerwelle nog dat hij erin geslaagd was “alle 20 liberale breekpunten in het regeerakkoord te laten inschrijven”. Maar wie de tekst leest, kan alleen maar meewarig grinniken.
Er wordt wel gezegd dat het belastingstelsel zal worden omgebouwd tot een ‘getrapt tarievenstelsel’ (de genuanceerde versie van een vlaktaks) maar hoe en wanneer dat ook echt zal gebeuren, daarover rept het akkoord met geen syllabe. Kersvers minister van Financiën Schäuble (een oudgediende die niets meer te winnen of te verliezen heeft en dus de geknipte man is voor deze honds-ondankbare baan) wond er hoegenaamd geen doekjes om: van een budgettair evenwicht kan binnen deze legislatuur geen sprake zijn, bepaalde belastingverlagingen zullen worden doorgevoerd “wanneer de omstandigheden het toelaten”.
Dezelfde vage formuleringen duiken op waar het gaat over de hervorming van het ingewikkelde systeem van ziekteverzekering dat thans in zwang is. “Inzake gezondheidszorg verandert er om te beginnen niéts”, liet CSU-voorzitter Seehofer zaterdagochtend al meteen horen. En Westerwelle’s zegezekere verklaring dat “de atoomwapens uit Duitsland zullen verdwijnen” werd door kanselier Merkel prompt vervolledigd met de bedenking “in overleg met de Navo-partners”.
De uiteindelijke afloop van de onderhandelingen én de samenstelling van de regeringsploeg hebben wél ten overvloede duidelijk gemaakt dat Merkel de ‘verdeel en heers’-taktiek perfect beheerst (wat met partners als Westerwelle en Seehofer niet eens zo moeilijk is), in geen geval haar imago als “kanselier van àlle Duitsers” zal laten aanvreten door besparingen in de sociale sector die er echt zouden toe doen, en haar eigen positie in de CDU verder heeft versterkt tegenover de immer dreigende kritiek van de uitgesproken rechtervleugel. In één brede beweging zette zij haar vertrouwelingen op praktisch alle sleutelposities, en werd de (technocratisch veeleer dan politiek gevaarlijke) CDU-minister-presient van Baden-Württemberg naar de EU-Commissie weggepromoveerd.
Even duidelijk is echter dat de versteviging van haar persoonlijke machtspositie haar kennelijk nauwer aan het hart lag dan een samenhangend regeerakkoord; over een beleid dat echt verantwoordelijkheid zou opnemen voor de toekomst moet je het dan al helemaal niet hebben. Lectuur van de 124 bladzijden aaneenschakeling van vage of irrelevante voornemens en concrete plannen leert alvast dit: moeilijke maar noodzakelijke fundamentele keuzes inzake gezondheidszorg of arbeidsmarkt worden nog steeds uit de weg gegaan; tegenover tastbare lastenverminderingen voor bedrijven en welgestelde families staan pietluttige of hypotetische borrelnootjes voor de zwakkeren in de samenleving; de dramatisch oplopende schuldenlast wordt naar volgende regeringen en generaties doorgeschoven alsof er niets aan de hand is. En: de looptijd van kerncentrales wordt zonder boe of ba verlengd.
Uit de meest uiteenlopende hoeken critiseren commentatoren de “mislukte start” van de burgerlijke coalitie, het gebrek aan inspiratie of zelfs de richtingloosheid van het regeerakkoord, de “defensieve stijl” van Merkel, die maar laat betijen in plaats van leiding te geven, en “de mathematica van gemiddelden” zwaarder laat doorwegen dan enig vermoeden van maatschappelijke visie. Maar ondertussen zit de kanselier opnieuw stevig in het zadel. Daarmee bevestigt zij de stelregel die nu onder insiders nog meer opgeld zal maken dan voorheen: “wie Merkel onderschat, heeft al bij voorbaat verloren”.
(Uitpers, nr. 114, 11de jg., november 2009)